Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De sacramenten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer wij, Protestanten, spreken van de genademiddelen, dan denken wij allereerst aan het Woord Gods en daarbij aan de Sacramenten van Doop en Avondmaal. Het Woord Gods voorop, dat ons getuigt van Zijn verbond der genade en Zijn beloften, in Jezus Christus ja en amen. Daarna Doop en Avondmaal, die we niet eens zouden kennen zonder het getuigenis van het Woord Gods. Deze beide Sacramenten zijn teekenen waardoor ons de genade Gods, verkondigd in het Woord, wordt aanschouwelijk gemaakt, evenals een onderwijzer dat met behulp van platen doet in de laagste klassen van zijn school voor de jonge kinderen, Die beide zijn echter tegelijkertijd zegelen om den geloovige zekerheid te geven dat Gods beloften waarachtig zijn en hij daarop mag rekenen in leven en in sterven.
De Roomsche kerk daarentegen verstaat onder genademiddelen de Sacramenten alleen; en gij weet, zij heeft niet twee, maar zeven Sacramenten; behalve onze Sacramenten heeft ze nog: vormsel, priesterwijding, oorbiecht, huwelijk en oliesel.
Zij schakelt derhalve het Woord Gods uit. Vandaar, dat de prediking van het Woord Gods niet een centrale plaats in den eeredienst inneemt. Integendeel, het altaargeheim, zooals de kerk van Rome dat uitdrukt, neemt de eerste en laatste plaats in haar eeredienst in. Men behoeft maar eenmaal een Roomsche kerk bezocht te hebben en dan heeft de aandachtige beschouwer het al begrepen. Wie door de hoofdpoort binnengaat — ik denk bijv. op dit oogenblik aan een van de prachtigste kerkgebouwen van Rome, de dom van Keulen, — ziet vlak vóór zich het hoogaltaar, daarheen moet de blik getrokken worden. Immers, daar zetelt gelijk de Roomsche kerk het uitdrukt, ons-lieve- Heer, in het tabernakel op het hoogaltaar, het voornaamste en schoonste altaar in de kerk. In diezelfde dom van Keulen ziet men daarentegen terzij, tegen een van de machtige pilaren aangedrukt, den preekstoel, die in zulk een monumentaal gebouw een zeer nietigen indruk maakt. Deze kerkinrichting is geheel in overeenstemming met de kerkleer. De prediking van het Woord Gods staat geheel op den achtergrond. De meeste pastoors verstaan dan ook de kunst om te preeken maar heel matig; dat moeten de boetpredikers die vooral tijdens de vasten rondgaan, goed maken. Het Woord Gods te verspreiden, ligt ook volstrekt niet op den weg van Rome. In Roomsche landen blijft het volk dan ook totaal onkundig van het heil, zooals het ons in het Woord Gods wordt gepredikt; ze hebben vaak de meest wanstaltige voorstelling van de eenvoudigste geschiedenissen uit het evangelie onzes Heeren. Het hoofdmoment in den Roomschen eeredienst is de misviering, de aanbidding van ons-lieve-Heer, d.i. de gewijde ouwel, op het altaar.
Zoo rukt men Woord en Sacrament, die bij elkaar hooren als de eene hand bij de andere, uit elkaar. Dat het Woord Gods de koninklijke brief is die aan de Bruid des Heeren, de gemeente, geschonken werd en dat die brief het koninklijke zegel, het teeken en het zegel der Sacramenten, draagt, is een waarheid waarvan de Roomsche niet weet. Daardoor wordt het Roomsche geloof, ten spijt van veel pracht en ceremonie, bitter arm; en wordt de Roomsche leek van zijn geboorteuur tot aan zijn dood geheel afhankelijk van zijn kerk en haar genademiddelen, de Sacramenten.
Het woord „sacramentum" beteekende oorspronkelijk bij de Romeinen datgene waardoor iemand zich tot iets verbond. Dus een onderpand. In de eerste tijden van de Christelijke Kerk werd dit woord gebruikt voor allerlei kerkelijke handelingen. In den Bijbel zult gij het woord vergeefs zoeken. Later werd het opgenomen in het Christelijk spraakgebruik om er de instellingen van Christus mee aan te duiden. De Heidelbergsche catechismus omschrijft het begrip Sacrament aldus: ,,'t Zijn heilige zichtbare waarteekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik ervan de belofte des evangelies des te beter te verstaan zou geven èn verzegelen, n.1. dat Hij ons, vanwege het eenig slachtoffer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt."
Vraagt men ons, hoe Rome dit begrip omschrijft, dan lees ik bij kardinaal Gibbons Het Geloof onzer Vaderen: ,.Een Sacrament is een uitwendig teeken dooi Christus ingesteld, waardoor een genade wordt aangeduid en meegedeeld." Daarop heeft de Protestant twee, ol eigenlijk, drie aanmerkingen: 1°. hier is sprake van „een genade "; de Roomsche leek krijgt Gods genade bij stukjes en beetjes, naarmate hij zijn Sacramenten gebruikt; de H. Schrift daarentegen belooft ons Gods volle genade in Jezus Christus; niet maar een stukje, doch heel de schatkamer van den onnaspeurlijken genadeschat wordt voor ons geopend, wanneer wij in het geloof tot God gaan.
2°. hier wordt gezegd, dat een genade niet alleen wordt „aangeduid", maar ook „meegedeeld". Hier ligt het principieele verschil tusschen Rome en ons. Wij zeggen naar de H. Schrift, dat Gods genade door middel van het Sacrament aan hem die gelooft, wordt meegedeeld. Doch Rome ziet in het Sacrament een toovermiddel, dat ook zonder het geloof of de waardigheid van hem die het ontvangt, „een genade mededeelt". Rome gaat dus veel verder dan de Protestant. Vergeving der zonden en het eeuwige leven worden niet alleen afgebeeld; dat leeren wij ook. Ze worden niet alleen verzegeld aan den geloovige, zooals wij daarbij leeren. Maar ze worden geschonken, onvoorwaardelijk, aan hem die ze ontvangt.
3°. kardinaal Gibbons denkt natuurlijk, als hij het karakter van een Sacrament bepaalt, aan de zeven Sacramenten zijner Kerk. Maar de Kerk heeft er een zwaren dobber mee om uit de H. Schrift aan te toonen dat ze alle zeven door Christus zijn ingesteld. Wanneer ik achtereenvolgens de Roomsche Sacramenten met u behandel, zal dit wel duidelijk worden. Heel wat kunsttoeren zijn er noodig om de zeven tot Christus terug te brengen. Het laatste oliesel bijv., om nu maar één te noemen, kwam voor het eerst in 850 op het concilie van Pavia ter sprake, terwijl het pas in de twaalfde eeuw door Hugo van Sint-Victor als Sacrament werd aangemerkt.
Tenslotte, waar vindt men in de H. Schrift de leer dat het Sacrament een geheimzinnige, wonderdadige uitwerking heeft, onafhankelijk van den wil van hem die het ontvangt? Wordt niet altijd weer door Christus en Zijn apostelen het geloof ondersteld als het middel om bezitter te worden van de genade Gods om in Zijn Verbond opgenomen te worden? En daarom, wie onder ons het Sacrament mag ontvangen, bedenke, dat het water van den Doop en brood en wijn bij het Avondmaal geen genadewerkingen op zichzelf in zich sluiten, maar dat het de Heilige Geest is die in ons werkt, beide het willen en het werken naar Gods welbehagen. Zoo wordt in den geloovige hel geloof, bij het gebruik van het Sacrament, gewekt en versterkt.
Niet de Kerk heeft in het uitdeelen der Sacramenten te beschikken over den genadeschat des Heeren. Dat doet de souvereine God zelf. al wil Hij ook de Kerk als één der voornaamste middelen, daartoe gebruiken. Maar God de Heere, en Hij alleen, zegent het Sacrament aan hem die gelooft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1938

De Klok | 4 Pagina's

De sacramenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1938

De Klok | 4 Pagina's