Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Godstad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Godstad

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, welker kunstenaar en bouwmeester God is. Want Hij had hun een stad bereid. Hebr. 11 :10, 16b.

Beidé Schriftwoorden behooren bij elkander. Beide beginnen met dezelfde woorden. Maar in vers 10 staat hij en in vers 16 Staat Hij. In vers 10 hooren wij van de daad van Abraham: hij verwachtte....; in vers 16 hooren wij van de daad van God: Hij had hun een stad bereid. De menschelijke daad was alleen mogelijk door de goddelijke.

Deze woorden staan in het beroemde 11de hoofdstuk van den brief aan de Hebreën. Beroemd, want het gaat over het geloof. Het geloof wordt in vers 1 genoemd: een vasten grond en een bewijs. Dus geloof is niet iets twijfelachtigs. En vers 1 is een terechtwijzing voor menschen die steeds maar zeuren, dat zij zoo graag zekerheid willen aangaande hun zaligheid. Het geloof nu is de eenige zekerheid.

In hoofdstuk 11 worden ons verschillende geloofshelden van het Oude Verbond voorgesteld. En de geloofsheld bedoeld in vers 10 is Abraham. Van hem wordt gezegd, dat hij de stad verwachtte, die fundamenten heeft. De stad is het beeld van veiligheid in tegenstelling met de onveiligheid van het land en de steppe. De stad heeft huizen, gebouwd op fundamenten. Abraham woont in tenten, (vers 9). De tent heeft geen fundament. Het is er niet veilig bij storm en regenvlagen. Toch is Abrahams geloof en verwachting niet in hoofdzaak gericht op aardsche toestanden. Abrahams verwachting heeft niet heelemaal betrekking op een gewone aardsche stad, maar op iets toekomstigs. Abraham geloofde dus en verwachtte, dat is de daad van Abraham. En hij was tot die geloofsdaad in staat door de genade Gods, want Hij had hun (hem) een stad bereid.

Waarom wordt gij aan het geloof en de verwachting van Abraham herinnerd? Opdat ook gij zoudt volharden in het geloof, en opdat gij ook zoudt verwachten de stad, die fundamenten heeft, welker kunstenaar en bouwmeester God is. Verwacht gij die stad? O ja, gij verwacht wel en hebt verwacht, want uw geheele leven is verwachting geweest en is het nog. Allerlei aardsche dingen hebt gij' verwacht en... gij zijt telkens teleurgesteld.

En als gij nu een waarlijk wijs mensch geworden zijt — wijs omdat gij u gebogen hebt over Gods Woord — dan hebt gij langzamerhand uw verwachting gewijzigd: steeds minder verwachting van de wereld en steeds meer verwachting van de eeuwigheid.

Maar daarvoor is steeds noodig, als genade en gave des Heeren, bekeering en geloof. En daardoor zult gij niet verwachten een stad (een aardsche goed) maar d e stad (het Eeuwige Goed).

D e stad, die fundamenten heeft en die dus hecht is en sterk. Maar dat is nog niet genoeg; de stad welker kunstenaar en bouwmeester God is: dus de Godstad, het hemelsch Jeruzalem, het Koninkrijk Gods: die stad is gebouwd op het fundament, dat gelegd is, n.1. Jezus Christus en Zijn volbracht verzoeningswerk. Hechter kan het niet; veiliger kan het niet.

Abraham verwachtte die stad en toch wist hij niet van hst heilsplan Gods in Jezus Christus. De Heere heeft u bevoorrecht, want gij leeft na Christus en na het Kruis. Gij weet, dat de stad, die u bereid is door den Heere, is het leven met Christus verborgen in God.

De Christenen van alle eeuwen hebben zich voorstellingen gemaakt van dat zalige eeuwige leven. Maar de voorstelling blijft steeds ver beneden de werkelijkheid. De Hebreënbrief vergelijkt dat 'even met de stad, die fundamenten heeft. De Openbaring van Johannes tracht de stad te beschrijven op realistische wijze: Zij heeft de heerlijkheid Gods; Zij is van zuiver goud. Haar twaalf poorten zijn twaalf paarlen. Er was geen tempel in haar, want God is haar tempel. De stad behoeft geen zon of maan, want de heerlijkheid Gods verlicht haar. Haar poorten worden niet gesloten, want aldaar zal geen nacht zijn.

Abraham had door het geloof de zekerheid. Voor wie is thans de zekerheid, dat God voor Zijn volk een stad bereid heeft? Voor hen, die weten van het eenig fundament Jezus Christus. Die hebben, als eigendom des Heeren, toegang tot het hemelsche Jeruzalem. Welk gevolg heeft dat voor het aardsche leven? Abraham is gehoorzaam geweest aan den Heere (vers 8, 9, 17) en een aan God gehoorzaam mensch is een gelukkig mensch.

Zóó, ja nog heer:ijker kan uw aardsche leven zijn. Want Abraham ging tastende door het leven; maar gij hebt den Oversten Leidsman en Voleinder des geloofs. Ook gij hebt veel wederwaardigheden en zorgen en verzoekingen. Maar als gij d e stad verwacht, dan valt het licht uit de Godstad op uw levenspad en dan wordt gij in donkerheid en druk en lijden verlicht, gesterkt en getroost.

Verwacht gij die stad? God de Heere heeft voor hen, die Jezus Christus als Heiland hebben, een stad bereid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1940

De Klok | 4 Pagina's

De Godstad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1940

De Klok | 4 Pagina's