Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om te overdenken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om te overdenken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evenwel het vaste fundament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk die den naam van Christus noemt sta af van ongerechtigheid. II Tim. 2 : 19.

HET VASTE FUNDAMENT.

Evenwel het vaste fundament Gods staat. Dit is de goddelijke tegenstelling, die tegelijk de goddelijke zekerheid is. Tegenover 't woelen en gisten dezer wereld, tegenover de dwalingen en afval der gemeente, tegenover den nood des tijds, schrijft Paulus zijn goddelijk „evenwel." Zeg het zoo scherp mogelijk: het woord des Heeren vindt verwerping en het woord des ongeloofs gehoor. De zekerheid, van godsdienst en zedelijkheid is in t geding. De toekomst staat op 't spel. Dit was de somberheid van den levensavond van den Apostel. Paulus toornt tegen de verleidende geesten, de leeringen der duivelen. Hij ijvert tegen wereldverachting en werelidvergoding. Maar dan komt het: het woord van de rust: evenwel het vaste fundament Gods staat.

Gij kent wel die beeldspraak van den Apostel. Hij vergelijkt gaarne de gemeente bij een huis, waarvan Jezus Christus het fundament is. Het gaat in onzen tekst niet zoozeer am het wezen van het fundament, als wel om het feit, dat, waar het fundament staat, daar de opbouw en de voltooing verzekerd is. In het volbrachte werk van Christus ligt de zekerheid, dat heel het gebouw naar Gods bestek zal rijzen. Hij ziet dit fundament en hij leest daarop twee opschriften, die als een zegel zijn, waarmede aangegeven wordt aard en bestemming van het gebouw. Zij moeten uitdrukken, wat geldt voor al de bewoners van het huis en wat de verborgen grond en kracht van al de huisgenooten zijn. Het ééne opschrift zegt: „de Heere kent degenen, die de Zijnen zijn". Hiermede wordit dit gezegd: de zekerheid ligt niet in uiterlijk belijden; wie kan zijn eigen hart doorgronden? De zekerheid ligt ook niet in het oordeel van anderen; welk mensch is hartekenner? De zekerheid üigt ook niet in 't steunen op allerlei goede werken of in 't volgen van menschelijke instellingen; hoe komt een mensch daarmede bedrogen uit. 't Is alleen God. die de Zijnen kent. Gods liefde heeft Zijn gemeente in Christus uitverkoren. Niet: de Zijnen hebben Hem gekend en daarom kent Hij hen, maar omgekeerd: God heeft de Zijnen gekend en daarom kennen zij Hem.

In dit gekend zijn ligt de troost van 's Heeren gemeente. Hierin ligt haar verborgen grond. Haar eenige troost beide in leven en in sterven. Wij worden hiermede gewaarschuwd tegen alle eigengerechtigheid, tegen alle ongeloof en bijgeloof. Maar tegelyk is dit woord vol liefelijkheid, 't Is alsof 't in den nood van kerk en wereld ons wordt toegeroepen: houdt vast, want gij wordt vastgehouden. De Heere draagt Zün volk, als op adelaarsvleugelen. Kennen in het gekend zijn, dat is de troost des Heiligen Geestes.

Maar dan volge duidelijk het andere opschrift: ..Een ieder, die den Naam des Heeren noemt, sta af van ongerechtigheid". De Heere wil geheiligd zijn in degenen, die tot Hem naderen. Ligt hierin niet de verborgen kracht der gemeente? Immers. l ierachter schuilt het werk des Heijden Geestes. die heilig ia en heiligt.

De gemeente Gods is van God gekend. daarom moet zij zich ook bekend maken in de wereld tot prijs der heerlijkheid Gods. De levende gemeente is een belijdende gemeente. Daarom wordt zij geroepen tot een geestelijke offerande, dat is haar tempeldienst. De Heiden belijdt niet. De Jood belijdt niet. Om te belijden moet men kennen; de heiden kent God niet de Jood heeft 'i licht Gods verkeerd in duisternis. De geloovige in Christus Jezus alleen kan belijden, omdat hij kent, ja veelmeer, gekend is.

Hoe ontzaggelijk ernstig is dit opschrift. Stel 't eens tegenover elkander; dwalingen op godsdienstig en zedelijk gebied, in de dagen van Paulus en in onze dagen. Hoe zijn we verstrikt in ongeloof en bijgeloof. ..Afstaan van ongerechtigheid" is zulk een zware eisch. Het is niet steeds tegelijk .imet het hart gelooven en met den mond belijden". Integendeel! De eisch is zoo zwaar, dat zonder de kracht van den Almachtige. een gekende des Heeren 't onmogelijk zou volbrengen. Buiten Gods Woord en Gods Geest is slechts een bezwijken in de zonde. ,.EJen iegelijk, die den Naam van Christus noemt sta af van ongerechtigheid". Wü moeten onherroepelijk afstand doen van ons eigen ik. van enzen eigen zin en wil. God alleen is God en het komt Hem toe. dat wü Zijn Naam belijden en onszelf prijsgeven. Gode r.ij dank, dat er twee zegels zijn. De verborgen grond en tegelijk de verborgen kracht. Evenwel het vaste fundament Gods staat.

Wie deze opschriften verstaan heeft verstaat ook, dat in deze beiden de spanning van het geloofsleven ligt. De rust paart zich hier aan den strijd, de strijd aan de r u st Maar laat ik nog eens er op wijzen: dit geldt 't geloof. Buitci geloof zouden wij alleen verstandelijke waarheden hebben zonder het leven te kennen. Paulus rust in het ..evenwel" van Gods Woord. God geve in den nood van omen tijd ons den ernst om te overdenken of ook wij in ons leven de kracht en de troost van dit „evenwel" reeds hebben leeren kennen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1941

De Klok | 4 Pagina's

Om te overdenken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1941

De Klok | 4 Pagina's