Hoe Calvijn de kinderdoop zag - pagina 14

vloeien. T e r w i l l e van dat heil, en om het bekomen van die geestelijke zegeningen mogelijk te maken, gaf de Heere aardse beloften. M e n wachte zich dus onderscheid te maken tussen Doop en Besnijdenis, waar geen onderscheid is. 2. D e Besnijdenis betrof de kinderen van A b r a h a m . D o o r de Besnijdenis werden zij geplant in de uiterlijke betrekking tot de bediening des Verbonds onder het O . T . D e kinderen Abrahams in de Nieuw-Testamentische bedeling zijn degenen, die door Gods W o o r d tot het eeuwige leven wedergeboren zijn. D e wederwaardigheden van het vleselijk Israël beelden af de wederwaardigheden van de Nieuw-Testamentische Gemeente. Z i e G a l . 4 : 28: „Maar wij, broeders ! zijn kinderen der belofte, als Izak was", en R o m . 4 : 1 2 : „En een vader der besnijdenis, degenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onze vader Abraham, hetwelk in de voorhuid w a s " . T o c h hoeft dit geen aanleiding te zijn tot een scheiding van beide sacramenten, want onder het Oude Testament werd Abraham en zijn geestelijk zaad wel degelijk beloofd een geestelijke zegen: een Z a a d , waarin alle geslachten der aarde zouden gezegend worden (Christus) en de Heere zou het (geestelijk — door wedergeboorte) zaad tot een G o d zijn. „Al degenen, die Christus tot een Auteur dezer zegening door het geloof aannemen, die zijn dè erfgenamen der beloften en worden daarom Abrahams kinderen genaamd". 3. Andere natiën voorbijgaande heeft de Heere een tijd lang Israël verkoren, om Z i j n genade daarin voor een tijd als beslóten te houden; Israël wordt daarom Z i j n eigendom, Z i j n volk genoemd. O o k deze weldaad werd door de Besnijdenis afgebeeld: vandaar het verband tussen de geestelijke verborgenheden, in Doop en Besnijdenis afgebeeld, en de verkiezing tot zaligheid. Z o a l s de Besnijdenis de harten der Israëlieten moest opheffen tot de hope des eeuwigen levens, zo ook moet de Doop doen uitzien, opdat door het geloof de toegang tot het Rijk Gods zou worden ontdekt voor een in zichzelf verloren zondaar. Paulus wijst op die gelijke waardigheid van 'Besnijdenis en Doop in Rom. 4 : 10: „Hoe is het hem dan toegerekend? A l s hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid ? N i e t in de besnijdenis, maar in de voorhuid". W i e alléén op het uiterlijke voorrecht der Besnijdenis blijft zien, is gelijk aan wie in de Doop niet anders ziet dan een ceremonie met water, zonder diepe betekenis. In beide gevallen heeft èn de Israëliet èn de gedoopte „Christen" te staan naar het deelachtig worden van de geestelijke weldaden, in beide sacramenten aangeduid. 14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen