Hoe Calvijn de kinderdoop zag - pagina 12

Z i c h , en zeide: Laat de kinderkens tot M i j komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk G o d s " . D e kinderen, die tot H e m worden gebracht, ontvangt H i j vriendelijk en H i j berispt de discipelen, die ze in dat komen tegen willen houden: ze hielden kinderen tegen, aan wie het Koninkrijk der hemelen óók toekwam. Zouden ze dan niet mogen komen tot Hem, Die de „Deur" is tot dat Koninkrijk ? Christus ontvangt ze, omhelst ze, zegent ze. Doopt ze niet; dat is waar. Tegenstanders van de Kinderdoop zeggen: zo moeten wij ook doen, voor de kinderen bidden, niet dopen. M e n vergeet dan: „ W a n t dezulken is het Koninkrijk der hemelen". M e t de Doop aan kinderen te doen bedienen, bevestigen wij dit: óók kinderen kan de Heere verlossen uit hun zonden en schuld en in Christus reinigen en met H e m straks in eeuwige vreugde doen leven. Z e l f heeft H i j ze door gebed en zegening den V a d e r bevolen ! „Laat ze tot M i j komen". M e n zegt: zé waren dus al groot, konden lopen. Neen ! kinderkens moesten naderen. D i e kinderkens waren wellicht hier nog zuigelingen. Trouwens, dat doet er niet toe. O o k kinderen kunnen tot de Gemeente Gods behoren. Gode zij dank ! „Dezulken" komt het Koninkrijk der hemelen toe. H i e r spreekt Christus, de meerdere Mozes, zoals de Middelaar des Ouden Verbonds sprak, die bij zijn laatste toespraak betrekt binnen de band des Verbonds de kinderkens, zelfs de kinderen, die nog geboren zullen worden. „Verhindert ze niet " . Brengt de jonge kinderen tot Christus, het fundament van Besnijdenis èn Doop ! — o — Opgemerkt dient hier te worden, dat de Heere Jezus hier niet mee w i l zeggen: H o u d t nü alle kinderen der Gemeente voor erfgenamen van het Koninkrijk Gods. Alle kinderen v a n Israël, tijdens de bediening van het Oude V e r b o n d , waren dat ook niet. W è l stonden zij door het teken der besnijdenis allen i n een uiterlijke betrekking tot het V e r b o n d der genade. M a a r staat van hen niet het ontzettende woord beschreven, dat G o d i n het meerder deel van hen geen welgevallen heeft gehad ? D e Doop maakt zo ook geen zichtbare scheiding tussen uitverkorenen en verworpenen, maar plaatst ons met onze kinderen w e l in betrekking tot de zichtbare Kerk, waarbinnen de Heere door de bediening van Z i j n W o o r d en Z i j n Geest roept tot dat heil in Christus, dat i n de Doop wordt verzegeld. •— o — W a n n e e r Calvijn nu gaat spreken over het nut voor de gelovigen (let wel !) en hun kinderen, afgeworpen door de Doop, dan richt hij zich tegen de spotters met de Kinderdoop. Een Godzalige vader, schrijft Calvijn, zal zien hoe het teken Gods, waarvan hij door genade de betekende zaak mag bezitten, ook aan 12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen