Crisistijd - pagina 4

komen, die onmiddellijk op het kantoor van de zieke moet verschijnen, waar een en ander in het bijzijn v a n de zieke geregeld zal worden omtrent een breed-opgevatte verbouw van zijn zaak. D a t is om koud van te worden ! Z o is nu ook de mens, die in de crisis geplaatst wordt en die zelf niet komt tot een oordeel, een veroordeling v a n zichzelf. Die er volkomen werkloos onder blijft. D i e gewoon doorgaat ; er is immers niets aan de hand ; misschien wel bij de buren, maar bij hem n i e t ; geen sprake van ! Deze man, die geweld doet aan zijn ziel, omdat hij zijn consciëntie met kracht tot zwijgen dwingt, leeft in onze dagen nóg. H i j ziet de crisis niet, w a a r i n hij verkeert, komt niet tot oordelen, scheiden en onderscheiden. H i j gaat zijn weg als een oorlogsschip, dat van alle kanten wordt beschoten en gebombardeerd, en toch rustig koers zet naar zijn haven.

Onder Gods oordelen. W e horen het zo vaak zeggen : ,,De Heere is met Z i j n oordelen op de aarde ; zelfs komen Z i j n oordelen over Z i j n K e r k " . Ieder kent het ernstige woord : „Het oordeel begint bij het huis Gods". Hierover kunnen we in lengte en breedte uitweiden, zonder dat we komen tot twee belangrijke zaken, die toch niet uit het oog verloren moeten worden : 1. Z i e n we het oordeel, of zijn we er blind v o o r ? 2. K o m ik onder dit oordeel ook tot een oordeel over mijzelf en over de gemeenschap, w a a r i n ik leef ? Beide zaken zijn zo tezamen vervlochten, behoren dit althans te zijn, dat het een zonder het ander weinig vruchten af zal werpen. Gods oordelen brengen een scheiding mee, zij maken onderscheid. A r m e mens, zelfs als hij wel ziet, wie dat oordeel treft en ook waarin het bestaat, maar die niet komt tot een oordeel over zichzelf, over zijn gezin, zijn kerkelijke gemeente. D a n gaan we de Heere, zo mogelijk, nog wat helpen, om het oordeel, dat a n deren treft, nog zwaarder te maken, de crisis nóg grauwer. W e raken hier de wortel van het Farizeïsme. D e blijdschap en verheuging, die er bij de dochteren Sions is vanwege Gods oordelen, spruit niet voort uit dit gemis aan enige zelfkennis, maar ligt juist hierin, dat ze zichzelf onder die oordelen even doem-schuldig kennen als degenen, die er direct door getroffen worden, doch door het geloof een blik hebben mogen slaan op de lijdende Borg, D i e voor hen in de bres sprong, toen zij onder Gods oordelen dreigden te verzinken. D a n krijgen zij G o d lief, ook in Z i j n gerechtigheid. „De Heere is met Z i j n oordelen op aarde". Dat wordt w e l 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen