Gij herders, hoort des HEEREN Woord - pagina 9

richtlijnen geven, opdat ons katholieke volk veilig zijn houding zal kunnen bepalen." Scherp keren de bisschoppen zich dan tegen het Liberalisme, zoals dit is uitgelopen op Marxisme, Communisme en NationaalSocialisme. Z i j zouden ons land reddeloos in de afgrond hebben gestort, als G o d het niet had verhoed, zeggen ze. Het Humanisme, dat een maatschappelijk leven zocht op te bouwen, dat niet op G o d is gericht en toch tot aan de hemel reikt, wordt mede scherp bestreden. Het haalt G o d uit de hemel en maakt van de mens in moderne zin een afgod. V e r d e r moeten de socialistisch vakverenigingen en de socialistische pers en radio het ontgelden. De Partij van de Arbeid, waarvan vele Roomsen lid zijn, biedt geen waarborg, nu en in de toekomst, voor een volwaardige christelijke politiek. V a n deze partij móét w e l een invloed uitgaan, die direct of indirect ongodsdienstig is. Z e steunt dan ook krachtig alle openbare lichamen en het streven v a n het Humanistisch V e r b o n d . W i e meent hiervoor de verantwoordelijkheid te kunnen dragen, werkt zonder meer de actie van organisaties, die aanwerken op een „ k a t h o l i e k e " samenleving, tegen. Dus bedankt en bloc als l i d ! 4. W A T V A N D I T A L L E S T E Z E G G E N ? Onze gedachten gaan heen naar Othniël, de jongste zoon v a n Kenas en een broeder v a n Kaleb. D e Heere had de Kanaanieten in de handen v a n Israël gegeven. Israël had na de aanvankelijke verdeling v a n het land dit volk verder uit te roeien. E n Othniël had hierin zijn deel gehad. Kaleb had A r s a (Hebron) veroverd; Othniël het nabijgelegen Kirjath Sefer ( D e b i r ) . A l s blijk v a n waardering voor zoveel dapperheid gaf Kaleb zijn dochter A c h s a aan Othniël (Joz. 15 : 17 e.v.) D a n volgt er een lange tijd v a n stilzwijgen omtrent Othniël. H i j ziet, hoe na Jozua's dood Israël steeds meer neigt tot de afgoden; de Heere maakt de omliggende volkeren sterker en zendt tenslotte Kuschan-Rischataïm v a n Mesopothamië. E e n broedervolk ! Othniël ziet acht jaar lang met lede ogen aan, hoe de Chaldeeën zijn vaderland, ook zijn erfdeel, beheersen. D a n wordt hij op Gods tijd door de Heere tot richter geroepen A l s er nog iets v a n het bloed der Reformatoren, of liever, als er nog iets v a n de geest der Reformatoren in ons leefde, zouden we ons gevoelen als Othniël in die achtjarige bezettingstijd. Door eigen schuld was het zo ver gekomen. Geen verwijt aan Kuschan-Rischataïm. W e l : Ja, wat ? 8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen