Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Faustus Socinus - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Faustus Socinus - pagina 19

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zou sterven en weer opstaan. Waarmee, weer volgens Socinus, dan tevens gezegd wordt, dat Hij geen goddelijke natuur had. Want dan had Hij niet kunnen sterven. Toch is Hij geen mens geweest als andere mensen. Hij was „meer" dan alle mensen, niet krachtens Zijn Wezen, maar krachtens Zijn eigenschappen. Op wonderbare wijze heeft de Heere Hem doen geboren worden uit Maria. Daardoor was Hij volkomen heilig en rechtvaardig. E n tenslotte staat Christus boven alle mensen wegens Zijn macht: alle dingen zijn Hem onderworpen. De Heere heeft Christus Zijn heerschappij toebetrouwd over Ket geschapene. Socinus meent, dat Christus daarom waarachtig God wordt genoemd: Hij ontving die macht, die God alléén bezat, n.1. dat Hem alles onderworpen is. Sommige Socinianen weigerden dan ook Christus alle goddelijke eer. Socinus zelf meende wel Christus goddelijke eer te moeten- toebrengen, in zoverre Hij door God met goddelijke macht was bekleed. Zijn tegenstanders voerden tegen hem aan, dat Socinus dan Gods gebod overtrad: „De Heere zult gij alleen eren". Deze zei daarop natuurlijk: „Ja, maar alle eer, die ik Christus toebreng, breng ik de Vader toe." De Vader krijgt de eer als Degene, uit W i e alles vloeit, wat nodig is ter zaligheid; Christus krijgt de eer als Degene, door W i e alle heil komt. Het werk van Christus op de aarde komt uit in Zijn profetisch en koninklijk ambt. Gods wii was het, het eeuwige leven te geven. Dan moet het Christus' ambt zijn, deze goddelijke wilsbepaling uit te voeren. Krachtens Zijn profetisch ambt maakt Christus Gods wil tot onze zaligheid bekend; krachtens Zijn koninklijk ambt voert Hij dat besluit uit. Het profetisch ambt behoort tot dit leven; het koninklijk ambt richt Christus uit in de hemel. Over Christus' hogepriesterlijk ambt spreekt Socinus ook alléén in verband met Zijn staat der verhoging. Als profeet openbaart Christus Gods wil: de Wet, die bestaat uit geboden en beloften. De geboden zijn die van Mozes en wat Christus daaraan heeft toegevoegd. Tot deze toegevoegde geboden rekent Socinus o.m.r de zelfverloochening, het volgen van Christus als voorbeeld, de liefde tot God en tot de naaste, het Avondmaal en de Doop. Het Avondmaal is een gedachtenisplechtigheid aan Christus' dood; de Doop is bestemd voor hen, die Christus hebben leren kennen, en vóór hun „wedergeboorte" niet tot de gemeente behoorden. De Doop is niet voor kinderen bestemd, want kinderen kunnen Christus niet kennen als hun Heere en Zaligmaker. Het koninklijk ambt van Christus zou dan volgens Socinus hierin bestaan, dat de opgewekte en ter rechterhand Gods zit19

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1955

Koop de waarheid | 23 Pagina's

Faustus Socinus - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1955

Koop de waarheid | 23 Pagina's