Een belijdenis die bevreemdt - pagina 23

D e Gemeente des Heeren viert het H e i l i g A v o n d m a a l onder de „gestalten" van brood en wijn. D e verborgenheid : de gemeenschap door het geloof aan het lijden en sterven van C h r i s tus, wordt onder de vorm v a n brood en wijn met het oog gezien en met de mond geproefd. Z o is het ook hier. H e t leven des geloofs vertoont zich in geheel de levensopenbaring v a n de gelovige, in het leven van alle dag, van ieder uur, van elke plaats. Het doen en laten vertoont, als gestalte, het i n nerlijk leven, dat uit G o d is. Calvijn zegt ergens : hieruit blijkt het, dat wij G o d liefhebben, wanneer we oprechte liefde hebben tot onze naaste. D e liefde tot de naaste is de gestalte, de gedaante, waarin zich de liefde tot G o d aan ons vertoont. W e zagen het reeds eerder : de openbaring van het nieuwe leven naar buiten bevreemdt de wereld, bevreemdt evenzeer de naam-christen. Geen wonder ! W i e vreemd is aan dat nieuwe leven, zal ook de openbaring daarvan naar buiten verkeerd uitleggen. H i j zal er mee gaan spotten, omdat hij er niets van verstaat. D e mens v a n nature verstaat niet de dingen, die des Geestes Gods zijn ; ze zijn hem een dwaasheid. Dat geldt dan ook van de uiting v a n het leven des geloofs naar buiten. W e menen in de historie van de K e r k steeds weer te moeten opmerken : is de Kerke Christi op haar plaats, dan is zij meestal een verdrukte, dikwijls een vervolgde minderheid. D e Heere Jezus heeft getuigd : „Zalig zijn zij, die vervolgd worden om der gerechtigheid w i l ; want hunner is het Koninkrijk der hemelen" E n op een andere plaats : „Zalig zijt gij, als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad van u spreken om M i j - , nentwil". D a a r v a n heeft de Kerk geen last — we bedoelen van vervolging, smaad en leugen .— wanneer zij door overkoepeling tracht de klove tussen de K e r k en de wereld te overbruggen. „Zij hebben M i j gehaat, ze zullen ook u haten". D a t was de taal v a n de K o n i n g der K e r k . W e weten dit allemaal w e l ; het staat in de Bijbel. M a a r waar is de beleving er v a n ? M o e t e n we dan verlangen naar vervolging, naar martelaarschap, naar verbanning ? In een „christelijk" Nederland, zo zegt men, gebeurt zo iets toch nooit. Hoevele verenigingen, organisaties, instellingen kunnen in ons vaderland immers niet vrij hun beginselen uitleven ? Z e worden daarin toch niet gehinderd ? W e hebben in N e d e r land vrijheid v a n godsdienst! D a t is allemaal waar. D e grote vraag is evenwel, of dan werkelijk de Bijbel voor 22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen