De Bergrede - pagina 19

K a p e r n a ü m , die door zijn vrienden tot Jezus werd gebracht. E n die mocht horen: „ Z o o n , U w zonden zijn u vergeven" (Marcus 2 : 5). Z i j zijn het afgedwaalde schaap, de verloren penning, de verloren zoon. „ W a n t de Z o o n des mensen is gekomen o m te zoeken en zalig te maken, dat verloren w a s " (Lucas 19 : 10). Deze zaligsprekingen gelden i n het bijzonder de discipelen des Heeren en i n hen tot de Gemeente Gods. Z i j worden hier onderwezen, zij hebben van de vergeving der zonden te leven; Z i j n kruis H e m na te dragen. V o o r a l i n het tweede gedeelte komen de beloften tot de discipelen des Heeren, die deel hebben ontvangen aan het K o n i n k r i j k der hemelen, duidelijk tot u i t d r u k k i n g . Z i j moeten bereid zijn, zonder op het aardse te zien, de weg te gaan, die de Heere h u n wijst. Z i j moeten doorgeven, wat zij ontvangen hebben: Gods barmhartigheid i n Christus, Z i j n vrede, de p r e d i k i n g van het Evangelie der genade, waarom zij vervolging zullen lijden. Dat zal geen gemakkelijke taak zijn. M a a r het l o o n zal groot zijn i n de hemelen. W e l k een onderscheid tussen deze discipelen en de toehoorders, die zich verheffen op h u n eigen vroomheid en die de Heere Jezus i n deze p r e d i k i n g toch w i l ontdekken aan h u n ellende-staat, omdat h u n vroomheid niet voor Gods gericht k a n bestaan. Deze vrome hoorders zullen zich" aan Jezus' woorden hebben g e ë r g e r d . W a t verbeeldde H i j Z i c h wel, zó h u n vroomheid neer te slaan ! Z i j wilden niet erkennen, dat H i j door G o d was gezonden, zij wilden niet geloven, dat h u n toestand voor G o d er zó hopeloos voor stond. E n dit niet-willen dreef hen verder i n de weg der verharding, die zou uitlopen op de k r u i s i g i n g van de Heere Jezus. E r zijn er geweest, die onder de w e r k i n g des Geestes Z i j n harde woorden hebben aangenomen en die hebben moeten getuigen: „ W i j k u n nen voor Gods gericht niet bestaan." I n h u n hart heeft de Heere door Z i j n Geest plaats gemaakt voor Z i j n zoen- en kruis ver diensten. O n d e r dezen ziet de Heere Jezus vier groepen, die H i j hier aanspreekt. 27.

D e armen van geest.

De armen van geest. Z i j staan als bedelaars voor G o d en zijn geheel op des Heeren genade aangewezen. In P s a l m 10 : 14 roepen ze: „ W e e s mij genadig, Heere, zie m i j n ellende aan, van m i j n haters mij aangedaan. G i j , D i e mij verhoogt uit de poorten des doods." I n P s a l m 72 : 13 wordt h u n de belofte toegeroepen: „ H i j zal de arme en noodruftige verschonen en de zielen der nooddruftigen verlossen." E n de profeet zegt van hen i n de N a a m des H e e r e n : „ I k w o o n i n de hoogte en i n het heilige en bij die, die van een verbrijzelde en nederige geest i s ; opdat Ik levend make de geest der nederigen en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden." E n Jesaja 61 : 1 noemt hen de gebrokenen van harte, die verbonden zullen worden, de gevangenen, wie vrijheid zal worden uitgeroepen, de

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen