De Bergrede - pagina 22
In vers 8 zegt de Heere Jezus: „ Z a l i g zijn de reinen van hart; want zij zullen G o d zien." W i e iets mag smaken van de gemeenschap des Heeren, ontvangt een r e i n hart. O n z e catechismus spreekt i n dit verband van een k l e i n beginsel der ware gehoorzaamheid. E r komt orde i n het leven, er komt orde i n het gezin. Goddeloze gedachten, woorden en werken worden onderdrukt. N o e m t Gods W o o r d Zacharias en Elizabeth niet i n Lucas 1 : 6 : „ r e c h t v a a r d i g voor G o d , wandelende i n al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk" ? Gods W o o r d noemt dit de vreze des Heeren. O o k i n Lucas 19, waar sprake is van de bekering van Z a c h e ü s , zien wij zo duidelijk iets van deze orde, die het werk des Geestes brengt i n het leven van de mens. Z a c h e ü s zegt, dat hij de helft van zijn goederen aan de armen zal geven; indien hij iets door bedrog heeft ontvreemd, dat zal hij vierdubbel wedergeven. H e t zijn kenmerken, dat i n het huis van Z a c h e ü s zaligheid is geschied, naar Jezus' W o o r d . De tweespalt uit het leven wordt verdreven; de vertroebeling, die het leven van de natuurlijke mens kenmerkt, wordt verdreven en maakt plaats voor een zuiverheid i n het leven, i n gemeenschap aan de Heere. Een zuiverheid ten aanzien van het sexuele leven, ten aanzien van geld, ten aanzien van eerlijkheid. „ Z i j zullen G o d z i e n , " zegt de Heere Jezus. Immers, het eeuwige leven zal het deel zijn van Gods kinderen. N i e t dat zij zichzelf reinigen. W i j denken i n dit verband aan de roeping van Jesaja. Toen hij gesteld werd i n het licht van de heiligheid Gods, moest hij uitroepen: „ W e e m i j , want i k v e r g a . " M a a r wanneer één van de serafs van het altaar der verzoening een gloeiende k o o l heeft genomen en daarmede de m o n d van deze jonge profeet aanraakt, getuigt de E n g e l i n de N a a m des H e e r e n : „ A l z o is u w misdaad van u geweken en u w zonde is verzoend." „ G o d z i e n . " Dat is j n gemeenschap met de Heere leven. Johannes hoorde een grote stem uit de h e m e l : „ Z i e , de tabernakel Gods is bij de mensen en H i j zal bij hen wonen en zij zullen Z i j n volk zijn en G o d Z e l f zal bij hen en h u n G o d zijn en G o d zal alle tranen van h u n ogen afw i s s e n " (Openb. 21 : 3 en 4). Johannes getuigt i n 1 Johannes 3 : 2 : „ W a n t wij zullen H e m zien, gelijk H i j i s . " Laten we er wel o m denken, dat dit G o d - z i e n verbonden wordt aan het r e i n van hart zijn. D i t is geen statisch begrip,, neen, het is iets, dat tot u i t d r u k k i n g komt i n het leven van Gods kerk op aarde. D e apostel Jacobus noemt dit i n Jacobus 1 : 27, „ z i c h onbevlekt bewaren van de w e r e l d " . D i t onbevlekt zijn openbaart zich i n : wezen en weduwen bezoeken i n h u n v e r d r u k k i n g , i n het daders des W o o r d s zijn en niet alleen hoorders. D i t kost moed, dit baart strijd. O o k Gods k i n d is daartoe uit en van zichzelf niet i n staat, evenmin o m barmhartigheid te bewijzen aan de naaste en vrede te stichten.
-34.
22
D e reinen van hart.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1960
Koop de waarheid | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1960
Koop de waarheid | 64 Pagina's