Het atheïsme - pagina 12

ontwikkeling van een oercel. Daarmede wordt niet alleen geloochend, dat de Heere alles onderhoudt en regeert naar Zijn wijze voorzienigheid, maar wordt ook God als de Schepper aller dingen geloochend. Jarenlang heeft deze evolutieleer een groot gedeelte van de natuurwetenschap, van de aardrijkskunde en van de geschiedenisopvatting beheerst. Het is wel wonderlijk, dat deze evolutieleer nog wel springlevend is, maar dat er toch vele geleerden zijn, die achter deze ontwikkelingsleer een vraagteken plaatsen. Er zijn thans geleerden, die in de natuur zóvele geheimen ontdekken, dat zij op sommige punten met de tovenaars uit Egypte geneigd zijn te zeggen: dit is Gods vinger. We willen hiermede echter in generlei wijze te kennen geven, dat het deïsme van zijn ontzaggelijke, huiveringwekkende betekenis ook maar iets heeft ingeboet. O neen, wanneer wij een deïst ontmoeten, die dit uit overtuiging is, dan zal hij ons ronduit zeggen: slechts die mens kan in volle zin des woords verantwoordelijk handelen, die geheel en al vrij is en die niet aan een God gelooft, Die Zich aan ons openbaart en Zijn rechten op ons doet gelden. 18. Het atheïsme.

Ook de atheïst zegt: die mens is alleen waarachtig vrij, die geheel op eigen verantwoording als persoon kan leven. Op deze weg ontmoeten we Nietzsche. Deze atheïst en brute Godloochenaar meende, dat de mens zijn vrijheid, èn zichzelf als zedelijk wezen, ten gronde richt, wanneer hij gelooft i n het bestaan van God. Alleen zonder God, zo leert deze atheïst, kan de mens uit zichzélf kracht putten om souverein te zijn, om de macht in éigen handen te nemen. Volgens de atheïsten komt alleen dié mens eer en aanbidding toe, die waarlijk god-loos is. Wij komen hier weer tegen de halfgod uit de Griekse godenleer, Prometheus, die in brute eigenwaan het juk van de gebondenheid aan een godheid van zich afschudde en zijn eigen weg ging. 19. Het atheïsme en het kerkelijk leven.

U voelt wel, wanneer deze gedachten zich baan gaan breken op het terrein van het staatkundige leven, dan komt Gods kerk i n gevaar, dan ontvalt de kerk het schild, dat de Heere haar gegeven heeft, opdat zij, die tot de kerk des Heeren behoren, een stil en gerust leven zouden hebben. Dan is het werkelijk met de vrede en de rust in de kerk des Heeren gedaan. 20. Het atheïsme in de politiek.

O wee, wanneer het deïsme en het daaruit voortvloeiende atheïsme gemeen goed gaan worden van velen, die zich nauw aaneensluiten. Dan wordt het een macht, die de strijd aanbindt tegen alles, 12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen