De Lutherse Reformatie - pagina 19
will ich doch hineinziehen. Ich w i l l nach W o r m s hinein, allen Pforten der Hölle zum T r o t z . " ) D e pauselijke gezant, Aleander, heeft de intocht v a n Luther in W o r m s beschreven. Daar, de grote kettermeester, tot de poort omringd door 100 rijzige militairen; acht man bereden politie neemt hem over; drie vrienden bij hem in de wagen; naast de Saksische keurvorst zijn verblijf; een monnik omhelst Luther bij het uitstappen, doet of hij een relikwie v a n de grootste heilige in handen heeft; zal Luther een wonder doen?; wat 'n demonische ogen!; „Gott w i r d mit mir sein", hoort Aleander Luther zeggen; eet met twaalf vrienden; ieder w i l hem zien; 12 april 1521. 17 april 1521. Je kunt over de hoofden lopen. D e wacht met Luther door achtertuintjes naar de troonzaal. Frundsberg klopt Luther op de schouder: „Mönchlein, du gehst einen schweren G a n g , dergleichen ich und mancher Feldoberist in der allerernsteten Schlacht nicht getan haben." ) D a a r zit de keizer op rijn troon, omringd door 128 hertogen, 11 graven, 30 bisschoppen, 200 vorsten; en er zijn 3000 toehoorders Luther wordt naar een tafel geleid, waar zijn boeken op liggen. Z i j n die door U geschreven? Z o ja, houdt U thans de inhoud voor waar, of wederroept U ze? „Ja, deze boeken heb ik geschreven. T e n aanzien van de vraag, of ik de inhoud voor waar houd of deze wederroep, vraag ik beleefd enige bedenktijd, damit ich, ohne Gotteswort zu verletzen und meine Seele zu gefährden, die rechte A n t w o r t auf die Frage geben möge." ) N a beraad: „Die kaiserliche Majestät bewilligt dir aus angeborener Gnade einen T a g zu deiner V o r b e r e i t u n g . " ) Maar Luther moest dan vrij spreken, niet iets voorlezen. Blijkbaar had heel de vertoning en hadden de beide puntige vragen Luther wat overrompeld. „Die ganze N a c h t verbrachte Luther in Gebet," zegt de geschiedschrijver. ) O p de 18e ging Luther verheugd, onderdanig maar standvastig, de met fakkels verlichte zaal binnen. H i j zegt, dat hij de boeken, alle op Gods W o o r d gegrond, niet kan en mag herroepen. Soms was hij tegen mensen te scherp; dat w i l hij terugnemen. N i e t echter de zaak, waarom het gaat. Luther verklaart zich bereid, uit de Heilige Schrift aan te tonen, dat zijn geschriften enkel en alleen gegrond zijn op Gods W o o r d . D e keizer wordt al gauw ongeduldig, verlangt een kort antwoord. Luther kent dan geen mensenvrees meer. H i j ziet: het gaat om Gods eer en om Z i j n W o o r d . D a n klinkt het zonder omwegen: „Es sei denne dasz ich mit Zeugnissen der Schrift oder mit hellen und klaren Gründen überwiesen werde, so kann ich und will ich 57
58
59
60
cl
19
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1963
Koop de waarheid | 49 Pagina's