De Heer heeft Zijn heil bekend gemaakt - pagina 46

Maria möèst een Davidische zijn ; zo immers was dit Kindeke de Zoon van David. Lucas vermeldt dan ook Maria's geslachtslijst. Niet echter vanwege het feit, dat Hij een Zoon was uit Davids geslacht, had Hij recht op heerschappij over Israël. Dit geslacht was vanwege zijn zonden van de troon gebannen. Alleen krachtens de belofte des Heeren kwam Hem die heerschappij toe. Omdat Jezus ingeschreven zou worden in de openbare registers, moest Jozef in betrekking tot David staan (Mt. 1). De tijd, waarop de Messias verwacht kon worden, was aan Daniël bekend gemaakt (Dan. 9:24-26). De plaats waar Hij zou geboren worden, werd Micha bekend gemaakt (Micha 5:1). Het gebod van Augustus bracht Jozef en Maria van Nazareth naar Bethlehem. Israël de schijn van zelfstandigheid latend, liet Augustus op Joodse wijze deze beschrijving verlopen. In feite wordt hierin echter wel zeer duidelijk de macht van de Romeinse adelaar over Israël aangegeven. De scepter is van Juda geweken en de wetgever van tussen zijn voeten. 2. De Koning Israëls in een stal; de Hoop der vaderen in een kribbe. De engel Gabriël kondigt het Kindeke, Dat uit Maria geboren zal worden, aan als de Koning Israëls. (Lc. 1: 32, 33). De engelen dienen Gods Zoon aan als de Messias, die al den volke tot een Heere zal zijn (Lc. 2 : 11). De profeet Zacharias noemt Hem de Hoorn, in het huis van David opgericht, Zijn volk tot heil. Maar beiden, de engel Gabriël èn de profeet Zacharias, leggen de nadruk tevens op Christus' priesterlijk ambt: Jezus (Verlosser) zal in Zijn Middelaarsarbeid voor in zichzelf ellendige zondaren de weg openen tot de vervulling van de beloften van het verbond der genade : de vergeving der zonden en het eeuwige leven. En op grond van die Middelaarsarbeid aanschouwt de profeet het Koninkrijk der hemelen, gegrond op gerechtigheid en heiligheid. Hieraan zullen alleen deel hebben, de uit God geboren worden. Hieruit is het te verstaan, dat het heerlijke getuigenis, bij de geboorte van de Heere Jezus beluisterd, overdekt wordt met de schamele sluier van de diepste vernedering. Geen vleselijk „geloof" zal de beloften van het verbond der genade omhelzen. Maar zelfs dat vleselijk „geloof" werd niet bij Jezus' geboorte verwekt. Wel gaan de herders uit om alom te verkondigen, wat ze gehoord en gezien hebben van de het Evangelie predikende engel en van de hemelse zang der hemelse heirscharen. De engelen gingen echter alras naar hun Zender terug; de herders staakten hun getuigen en het werd spoedig stil rondom de kribbe. 3. De achtste en de veertigste dag. Gehoorzaam aan de woorden der Wet (Gal. 5:3) wordt het Kinde46

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen