De Heer heeft Zijn heil bekend gemaakt - pagina 37

zet tegen de strenge, heilige, waarachtige dienst van God (Rom. 7:8). Andere goden wil men dienen, goden, die andere volken machtig maakten. Wanneer de Heere vorst en volk de tekenen van Zijn gramschap toont, doordat Pekah van het tienstammenrijk en de Syriërs Juda vreselijke slagen toebrengen, dan nog is van bekering geen sprake. Zelfs niet, wanneer de Heere door Zijn profeten klaarblijkelijke tekenen geeft van Zijn lankmoedigheid (2 Kron. 28 : 8 e.v.). Dat Achaz beslist niet in des Heeren macht gelooft, blijkt duidelijk, wanneer hij, hoewel in doodsnood verkerend tijdens de aanvallen van Pekah (Efraïm) en Rezin (Syrië), de hem toegestoken reddende hand des Heeren afslaat. Jesaja heeft niet de minste vat op Achaz. De koning verwacht alle heil van Assur; werpt zich liever als een slaaf aan de voeten van Assurs vorst dan de Heere te dienen (2 Kron. 28:20). Zo knakt de scepter, die de Heere Davids huis in handen gaf. 12. Hizkia. Reeds onder Jotham en zeker onder Achaz werd Juda aan de verblinding en de verharding overgegeven (Jes. 6:9, 10; 29 : 10-13). Het heeft alleen maar te verwachten, dat de Heere 's lands steden verwoest en zijn inwoners laat wegvoeren. Maar de Heere blijft roepen. Ook door Juda in Achaz' zoon, Hizkia, een wijs en Godvrezend koning te geven. Hizkia weet het: alleen terugkeer tot de God der vaderen, het weer houden van de rechtten en inzettingen des Heeren, kan uitkomst brengen. Krachtig gesteund door Jesaja reformeert Hizkia. Koning en volk hernieuwen het verbond, door Israël bij de Sinaï aanvaard. Toch krijgt zelfs deze vorst het volk niet meer mee. Er is veel uiterlijk godsdienstig vertoon, maar de priesters èn het volk geven zich over aan goddeloosheid, pronkzucht, moord en doodslag. Jesaja en ook Micha kondigen daarom ook tijdens Hizkia Gods oordelen aan. Hizkia maakt zich grote zorgen. Assyrië had Efraïm van de kaart gewist. Jesaja voorzegt, dat Sargon van Assyrië op komst is (Jes. 10 : 18-32). Op een later tijdstip komt Sanherib. Uit Juda's steden, die in zijn handen vallen, worden honderduizenden weggevoerd. Wanneer Sanheribs veldoverste, Rabsaké, de Heere lastert, breekt de Heere in één nacht de kracht van Sanheribs gevreesd leger (2 Kon. 19 : 35). De god der Assyriërs is machteloos, omdat deze geen God is. In dezelfde dagen van nood genas de Heere Juda's koning uit zijn dodelijke krankheid. Toch zal deze uitkomst tijdelijk slechts verlichting geven. Ook de schatten, die Hizkia aan Babels gezanten toont (hoogmoedig gebaar van een kind en knecht des Heeren), zullen, naar Jesaja's woord, straks worden weggevoerd. Niet naar Assur, maar naar Babel, Assurs doodsvijand, die dan heersen zal. 37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen