Is iemandt goedes moedes, die singe Psalme - pagina 38
Utenhove - 1566 PSALM 1 Dauid segt hier, salich te syne, die daer verwerpen den raedt ende seden der godloosen, ende sich begeuwen te erkenne ende na te trachte de Wet des Heere : ende wederom onsalich, die ter contrarye doen. I
Saligh is die niet tot den rade, Der god loosen neemt synen ganck : Noch staet i n der sondaren pade, Niet sitt oock op de spottern banck.
II
Mer syne lust neemt euen seere, In s'Heeren Wet, end dach end nacht Daerom tot synen troost end leere Ghedenckt, end deghelicken tracht.
III
Dese, als een boom by waterbeken Gheplant, die syn vrucht t'syner tydt Gheeft, s a ; syn, end daerby gheleken, Gants salich end ghebenedydt.
IV
Een eenich bladt salder niet vallen Van sulcken boome so gheplant: Also sal hy, sonder misuallen, Bespoedight syn i n allen standt.
V
Dit sal gheensins moghen gheschieden Den godloosen die God verschuyft: Mer sy sullen stracks moeten vlieden, Euen als t'kaf voor wind verstuyft.
VI
Daerom sullen die boose knechten In d'ordéel niet können bestaen : Noch die sondaers by den gherechten, Mits dat sy na der boosheyt staen.
VII
Want de Héér kent den wegh end d'leuen Der, die na gherechtichheyt staen, Mer die de boosheyt hier aenkleuen, Huere wegh sal verloren gaen.
39
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Koop de waarheid | 93 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Koop de waarheid | 93 Pagina's