Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is iemandt goedes  moedes, die singe Psalme - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is iemandt goedes moedes, die singe Psalme - pagina 22

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

zouden onderwijzen van hun zesde tot hun twaalfde jaar, en verder" : Het is „alleszins te raden, dat gij hun eenige Psalmen van buiten laat leeren, doch niet i n rijm, dewijl de rijm, byzonder die van Dathenus, den zin veel verduistert, maar zo als zij in den Bijbel staan" (sub 63). E n W. a Brakel (1635-1711) schreef in zijn „Redelijke Godsdienst" (1700), Deel I I : „ 'twas te wenschen, dat een kunstig en godzalig dichter zijn werk er van maakte, om ze beter, en met den grondtekst beter overeenkomende, op dezelfde wijzen te dichten, en dat ze i n de kerken tot het publiek gebruik aangenomen werden". Ook Abraham Trommius (1633-1719), Johannes d'Outrein (16621722) en zelfs vóór hen Jodocus van Lodenstein (1620-1677) hebben hun stem verheven tegen Datheens berijming. Het zou ons te ver voeren, indien we het rijk geschakeerde leven van Dathenus nader zouden beschrijven. We volstaan met enkele hoofdopmerkingen. In de zomer van 1566 verliet hij Frankenthal en bracht een tweetal jaren in de Nederlanden door. Daarna keerde hij weer terug naar de Paltz (1567-1572). In de jaren 1572 tot 1578 ondernam hij enkele reizen. Van 1578 tot 1579 vertoefde Dathenus opnieuw i n de Nederlanden. Zijn derde verblijf i n de Paltz viel i n de jaren 1579-1583. Zijn laatste verblijf i n de Nederlanden (1583-1584) bracht hem i n conflict met de Prins van Oranje. Een gevangenisstraf van 50 dagen werd zijn deel. Einde 1584 kwam hij vrij en week onder de schuilnaam Petrus Montanus uit naar Sleeswijk-Holstein (noord-Duitsland) en vestigde zich met zijn gezin, dat hij uit Frankenthal had laten overkomen, in het plaatsje Husum. Tijdens zijn verblijf aldaar is hij nog korte tijd toegankelijk gebleken voor David-Joristische denkbeelden. Ten overstaan van een deputatie der Nationale Synode van 's Gravenhage (1586) bekende hij te hebben geweifeld, maar verzekerde, tot voldoening der commissie, dat hij weer tot de Gereformeerde leer was teruggekeerd. In Husum en later te Staden en tenslotte te Elbing voorzag hij zich als geneesheer in zijn onderhoud, een wetenschap, waarop hij zich reeds i n zijn jeugd scheen te hebben toegelegd. Te Elbing was hij zowel bij de overheid als bij de bevolking zeer bemind en geacht. In de Domkerk werd hij begraven ; zijn grafschrift luidde : „Anno 1588 d. 17 Martii ist i n Gott echtschlaffen der achtbare und hochgelehrte Herr Petrus Dathenus, doctor theolohiae et medicinae, der Seele Gott gnade". Tengevolge van een i n 1777 uitgebroken brand is de kerk verwoest 23

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Koop de waarheid | 93 Pagina's

Is iemandt goedes  moedes, die singe Psalme - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Koop de waarheid | 93 Pagina's