Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de "school" van de Heidelberger Catechismus - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de "school" van de Heidelberger Catechismus - pagina 10

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

2. trachten om ons leven weer goed en de Heere welbehaaglijk in te richten 3. licht van de Heere vragen om te kunnen geloven, dat we de Bron van alle heil hebben verlaten en het hoogste goed hebben verloren. ZONDAG 4 Vraag 9, 10, 11 1. Heeft u een idee, waarom iemand een vraag stelt als we in vraag 9 lezen ? (Jer. 10 : 6, 7)

1. zo iemand wil zijn schuld op de Heere afschuiven 2. zo iemand ziet, dat zijn onmacht zijn schuld verzwaart 3. zo iemand ziet echt in, hoe schuldig hij voor God staat

2. Waarom stelt de Heere dan nu nog aan ons dezelfde eisen als eens aan A d a m vóór hij viel ? (Ezech. 33 : 11)

1. opdat we door de W e t als een tuchtmeester tot Christus zouden worden gebracht 2. opdat we zouden zien, dat we toch nog wel iets hebben, dat zich naar des Heeren wil schikken wil 3. opdat we des te meer gestimuleerd zouden worden o m goede werken te doen.

3. Zijn en blijven we zelf, persoonlijk, te allen tijde de oorzaak van de straf, die de Heere doet komen over onze zonden ? (Matth. 18 : 23, 24, 25)

1. neen, want Adam, die zondigde in het paradijs, treft alle schuld. 2. ja, want de Heere heeft ook ons zó geschapen, dat we rein en heilig voor Zijn aangezicht konden leven, maar door eigen schuld kunnen en willen we dit niet 3. ja, ons geweten zegt ons, dat dit zo is.

4. Kunnen we de duivel niet de schuld geven van de straf, die óns treft ? (Rom. 5 : 19)

1. ja, want hij heeft Adam en Eva het ongehoorzaamworden aan God ingegeven 2. ja, want in A d a m en Eva was op het moment van de val niets, wat in tegenspraak was met Gods heilige wil 3. neen, want op aanraden (ingeven) van de duivel werden Adam en Eva moedwillig ongehoorzaam aan wat de Heere zo nadrukkelijk hen had verboden.

5. Was het wel nodig, dat de Heere deze ongehoorzaamheid en afval zó zwaar strafte ? (Ps. 50 : 21 ; Jac. 2 : 10)

1. neen, want de Heere had ook niet kunnen straffen, indien Hij dat had gewild 2. ja, want de rechtvaardige Rechter kan en wil niet anders dan de zonde straffen 3. ja, want er zijn geen onvergeeflijke zonden.

10

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

Koop de waarheid | 36 Pagina's

In de

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

Koop de waarheid | 36 Pagina's