Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een en ander over de bezwaren tegen de vereniging van 1869

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een en ander over de bezwaren tegen de vereniging van 1869

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is algemeen bekend dat er in 1869 enige Kruisgemeenten waren, welke bezwaren hadden tegen de vereniging met de Chr. Afgescheiden Gemeenten en toen op zichzelf bleven staan. En ook dat er gemeenten en predikanten zijn geweest, die zich wel bezwaard gevoelden, doch toch met de vereniging meegingen. Over die bezwaren noemt Dr. J.C. van der Does in zijn werk "Kruisgezinden en Separatisten" een in 1869 bij J.J. Holtz te Leiden verschenen brochure, waar in de vorm van een samenspraak het voor en tegen wordt bezien, met de lange titel: "Een leerzame samenspraak tot onderrigting voor eenvoudige nom niet door schijn verleid te worden door een masker van godsdienst, gehouden tussen Petrus, Demas, Diotrephes, Agrippa en Dirk den Eenvoudige over de vereeniging tusschen de Christelijk Afgescheidenen en de Oud-Gereformeerden, welke heeft plaats gehad in hunne laatst gehouden Synodale Vergadering, gehouden in de maand Junij 1869 te Middelburg; opgeteekend door een lidmaat der Gereformeerde Kerk in Nederland". In deze brochure komt o.a. voor het volgende argument: "Zij hebben het met bedrog begonnen, want de meeste gemeentens hebben er niets van geweten, dus hunne gemeentens hebben zij verraden en verronselt". Ds. J. van Raalte merkt hierover in zijn boek "Wat was de Gereformeerde Kerk? dan op: "Het is moeilijk na te gaan of die beschuldiging waar is; daarvoor zou men alle kerkeraadsnotulen van die tijd moeten hebben1'. Ook wij zijn van gedachte dat bij bestudering van kerkeraadsnotulen van voormalige Kruisgemeenten uit 1869, wellicht nog menige verrassing tevoorschijn zou kunnen komen. Een voorbeeld betreffende dat z.g.n. niet van geweten hebben, laten wij hier nog volgen. Dit blijkt dan uit een schrijven d.d. 7 juli 1869 van de scriba van de Kruisgemeente te HAZERSWOUDE aan de classicale correspondent, Ds. W.G. Smitt te Den Haag, hetwelk wij overnamen uit: "Een en ander uit de geschiedenis van de Geref. Kerk te Hazerswoude . Overzicht bij de herdenking van de instituering van de Geref. Kerk te Hazerswoude voor 75 jaren, gegeven in de gemeentevergadering van 29 nov. 1939 door M. Heuzeveldt, v.d.m. te Hazerswoude'


7 Juli 1869.

Aan Ds. Smitt te Den Haag, Classicaal correspondent.

Geachte Leeraar,
De letteren van Uw Weleerw. dato 28 Juni ontvangen hebbende, baarde ons niet de door Uveronderstelde blijdschap, maar wel verv/ondering, dewijl ons van een vereeniging met de Christelijk Afgescheidenen niets bekend was en er op de classicale vergadering te Woerden geen woord over gesproken is. Mogen wij wel niet vragen: Hoe hebben sommigen toch zoo haast een vereeniging gevonden? Behoorde zulke belangrijke zaak niet eens rijp overdacht en bespro ken worden te zijn, ook in overleg met de gemeenten? Of zijn de ongereformeerde en verderfelijke elementen uit de Christelijk Afgescheiden Kerk opgeruimd? Zoo ja, wanneer is dat geschied ?
Of kunnen nu di Gereformeerden met de Remonstranten samenwerken? En zal het nu geen keeren zijn tot een Babel zooals de Hervormde Kerk bestaat, waar de één Christus predikt en ginds en elders in datzelfde lichaam Zijn eeuwige Godheid op het hoogst bestreden en verloochend wordt ? Neen, geachte Leeraar, geen blijdschap doortintelde onze gemoederen, maar droefheid en een gevoel van ellende om zulk een verzwagering, in lateren tijd wel licht meer openbaar als zulk een van Josaphat en Achab, hoewel een koning van Israël.
En daarom, wij voor ons en de geheele gemeente alhier, zonder hun weten in *een positie gebracht, willen zich ten dezen lijdelijk gedragen in de hoop dat ze aan de opgegeven voorwaarden stipte naleving zal worden gevolgd en waar dit geen plaats vindt, terug te keeren of liever te blijven staan waar zij nu staan, dan een overvleugeling te moeten zien door de bijgevoegde menigte, die niet haar op den grond van Gods Woord en onze Formulieren bouwt.

Na de groeten des kerkeraads en toewensching van alle heil, ook in deze zaak
Uw liefh. Broeder

Joh. Francken , scriba

Niet alleen Lisse, maar ook de Geref. Gemeente o/h Kruis te ENKHUIZEN (met , haar predikant Ds. J.W. van den Broek) sloot zich niet bij de vereniging aan. Haar bezwaren werden in een gedrukt protest bekend gemaakt. In de literatuur over de Geref. Kerk (o/h Kruis) zijn wij dit nog nimmer tegen gekomen. Wel komt het voor in de "Sprokkelingen", gevoegd achter een Zestal leerredenen van Ds. J. van Leeuwen; ook in de kleine brochure
"Ds. Van den Broek en zijn gemeente "' door Jac. Boeder is dit protest opgenomen. Verder werd het destijds in het maandblad "Tot de Wet en de Getuigenis" (maart 1940) opgenomen. De hoofdredacteur, Ds. B. Hennephof, besprak in datzelfde nummer toen het zo juist uitgekomen boek van Dr. Van der Does en wees erop dat het getuigenis van Enkhuizen in zijn boek ontbrak, weshalve hij het toen in dat nummer opnam. Dit protest luidt dan als volgt:

Een woord van de Gemeente des Keeren te Enkhuizen tegen de ontlijving der (Oud) Gereformeerde Kerk in Nederland, nedergelegd op haar graf. Opgedragen aan de Synodale Commissie van wijlen de (Oud) Gereformeerde Kerk in Nederland.

Dierbaar stoffelijk overschot,

In het begin Uwer hevige ziekte en toen gij reeds laagt te zieltogen, had onze leeraar U gaarne een redmiddel voorgeschreven. Doch hij is daartoe niet in de gelegenheid geweest. Toen gij nu den laatsten snik hadt gegeven, heeft Uwe Synodale Commissie, getroubeleerd als zij was, den misslag begaan om hem als correspondent der classis Amsterdam voorbij te gaan en hem door de tweede hand aan te schrijven, dat wij onze Synodale afgevaardigden op Uwe begrafenis zouden zenden. Die tweede hand was zoo ontsteld over de kommervolle gebeurtenis, dat zij der dag Uwe teraardebestelling zeer abusief heeft gemeld, namelijk op Donderdag den 24en Juli. Die booze L heeft ons dus het voorrecht ontroofd om bij Uwe plechtige bedekking vertegenwoordigd te zijn, die den 24en Juni heeft plaats gehad. Nu moeten wij wel hooren, dat ondeugende tongen zich niet ontzien om te zeggen dat Uwe commissie met opzet onzen leeraar is voorbijgegaan, opdat hij geene gelegenheid zou hebben om de gemoederen te ontstellen met de zekere gevolgen Uwen dood aan de gemeenten bekend te maken. En dat die L uit loutere voorzichtigheid, in plaats van de N gebezigd is, omdat men bevreesd was dat de begrafenis niet rustig zou afloopen. Maar met trouwen en sterven moet men dikwijls  veel hooren, dat niet aangenaam is.

Daar nu de gemeente Enkhuizen niet bij Uwe teraardebestelling kon tegenwoordig zijn, komt zij bij Uwe lijkbusse hare tranen plengen en legt zij hare klacht op hei gesteente, waaronder Uw overschot reeds tot een prooi aan het gewormte is gegeven. In het begin Uwer ziekte heeft de Gemeente Enkhuizen op de laatst gehouden classikale vergadering verklaard, geene vereeniging met de Afgescheiden Kerk te kunnen aangaan vanwege de vele Pelagiaanschgezinde leeraren. Ook heeft de classe Amsterdam haar gevoelen duidelijk uitgesproken: zij keurde eene vereeniging met al de leeraren dier kerk ten sterkste af, omdat er velen onder hen zijn, die het werkverbond loochenende, de diepte van 's mensen val miskennen; die, terwijl zij de eene hand aan de algemeene verzoening reiken, met de andere op de inscriptie van Mozes wijzen: Doe dat en gij zult leven, waarop zij aan Uwe synodale vergadering heeft verzocht om geene vereeniging te bewerkstelligen voordat al de gemeenten hare gedachten zouden hebben uitgesproken. Dat medicament was wel bitter, maar de classe meende dat het heilzaam zou werken. Daar nu die vereeniging evenwel met zooveel overhaasting is geschied zonder dat de gemeenten zijn gehoord, omdat zij is aangegaan met de gansche Afgescheiden Kerk, met al de leeraren, zelfs zonder protest tegen de afwijkende richting, verklaart de Gemeente van Enkhuizen uit den mond van al hare leden, dat deze daad Uwer Synode is: Ontijdig, Oneerlijk en Gevaarlijk. Ontijdig, want Uwe Synode heeft zulk een koortsachtige haast gemaakt, dat zij' zichzelven is voorbij gevlogen. Pas gaf zij een werk in het licht, inzonderheid met het doel om Nederland bekend te maken met de groote breuk en de wijde kloo die er tusschen haar en de Afgescheidenen bestaat; een boek vol bittere grieven, van welke niet de minste is, dat als een gevolg van hunne strafwaardige handelingen, in de Afgescheiden Kerk zich eene gevaarlijke, van de 'baarheid af' wijkende richting openbaart; en toch vereenigde zij zich met kinderachtige over ijling, als een botte domme duif, blijde dat zij zich kwijt kon raken, met die kerk die zij als onzuiver voor het publiek aan de kaak gesteld heeft. Ontijdig is die vereeniging, want Uwe Synode, haastig als zij was, trad de rechten der gemeenten met voeten. Niets officieels is de gemeenten vooraf bekend gemaakt. De classikale afgevaardigden waren onbewust, dat deze gewichtige han deling ter tafel zou komen. Een afgevaardigde echter scheen agent te zijn van het ontijdige overleveringscomité; door hem werden de afgevaardigden half officieus aangemaand om aan Uw Synode te betuigen, dat zij eene vereeniging met de gescheidenen wenschelijk achten en de Synode achtte zich gerechtigd om over 50 a 60 gemeenten, in zulk een gewichtig geval, in den draf te beslissen zonder die gemeenten te hooren, op het aandrijven van enkele woordvoerders, en vertrad roekeloos de belangen der gemeenten. Waarom die daad der Synode is: Oneerlijk. Niets belette Uwe oynode deze gewichtige zaak eerst de gemeenten bekend te maken, dan de vrees voor tegenstand. Daarom is ook het oordeel der classe Amsterdam door haar tusschen de tanden gesmoord. Zij vreesde eene wending in Uwe ziekte, waardoor de vereeniging a tout prix zou verhinderd worden, eene veree niging, die van de zijde der Synode tegenover de Afgescheiden Kerk zoo oneer lij is, dat zij voor een particulier lid onbetamelijk, maar voor eene hooge kerkver gadering schandelijk is. Uwe Synode reikte de broederhand aan de Afgescheiden Kerk en zij fluisterde U in het oor, dat zij die alleen gaf aan sommigen; dat zij in haar hart die weigerde aan de vele Pelagiaansche leeraren. Zij gaf voor, eenheid te willen bevorderen met Uwe inlijving en zij vleide U met de hoop, dat Uwe vereeniging de uitzetting der Pelagianen tengevolge zou hebben; of zoo Uw heldendood de Filistijnen niet begraven zou onder de puinhopen van Dagons tempel, hij dan toch eene groote scheuring zou bewerken. En wij betuigen met smart, dat zulk eene oneerlijke daad ook is: Gevaarlijk,

Godonteerend, Kerkverwoestend en Zielsverderfelijk. Godonteerend, omdat dergelijke handelingen veel meer op jezuietenstreken, dan op eerlijke daden eener Gereformeerde Synode. Omdat zulke scheeve verrichtingen voortkomen uit trotschheid des harten, grootschheid naar de wereld en begeerte om menschen te behagen, die wat *, waarvoor men Gods eer op het spel zet en waarvan de gevolgen zijn: Kerkverwoestend. Door zulke handelingen wordt de eenheid niet bevorderd, al zingt men hand. hand het schoone eenheidlied der Kerk (Psalm 133), want men bedriegt of de eene of de andere partij; en de gevolgen zullen verdeeldheid zijn in het Verenigde lichaam. De volbloed Afgescheidenen zullen alles trachten aan te wenden, dat Uwe gedachtenis zoo spoedig mogelijk worde vergeten; terwijl de anti-afgescheidene hunne krachten op hetzelfde terrein, in tegenovergestelde richting zullen vereenigen om den naam hunner tegenpartij te doen verrotten; en de gematigde zullen het centrum innemen om de krachten van beide partijen te door verzwakken. In dien strijd zal de hoofdzaak worden vergeten: de afwijkende richting zalf vermeerderen als eene vergiftige woekerplant en eindelijk zal men aan de Pelgiaansch-Methodistisch-Christelijke Gereformeerde Kerk niet meer kunnen *, dat de Oud-Gereformeerde Kerk in haren buik is ingegaan; waarom deze gevaarlijke daad ook is: Zielsverderfelijk. Zij, die U de oogen toedrukten met de verzekering dat gij als een fenix uit *asch zoudt verrijzen, wanneer gij U op den brandstapel van Pelagius zoudt hebben opgeofferd voor de goede zaak, spelen een gevaarlijk spel. Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijne kleederen niet verbranden? Zal men op kolen gaan, dat de voeten niet bernen? Zij zelven zullen Pelagianen worden en zich vereenigen om de Waarheid te bestrijden en zielen ten verderve te sleepen. Of zij zullen uitdrogen gelijk de bladeren in het afgaan van de herfst en op den predikstoel staan als * zonder geur en smaak, terwijl Gods kinderen onder hunne dorre, geestelooze bediening zullen zuchten en eindelijk van hen vlieden of met hen uitdrogen als ze den moed niet hebben hen te verlaten.

De Gemeente van Enkhuizen, door Uwen haastigen dood overrompeld en door list of schandelijke onattentheid van Uwe begrafenis geweerd, legt op Uwen lijkste hare plechtige verklaring neder, dat zij niet tot de vereeniging toetreedt. Dat Uwe Synode voor haar een lichaam is, waarvan zij vrijgemaakt is door de dood; dat zij als Uwe erfgename op haar standpunt blijft staan, ten spijt van allen die zich op kromme wegen begeven en paden die van den Heere afwijken. Zij bidt dat God haar kracht schenke om deze verklaring nooit te herroepen, maar haar beginsel te handhaven, zij het dan ook onder het kruis. Zij wenscht, dat God haar zooveel zelfverloochening schenke om eer alle schepselen te laten varen, dan tegen Zijnen wil te handelen.

Hetwelk doet, de om Uwen dood onder het kruis zittende, diepbedroefde Gereformeerde Gemeente te Enkhuizen, den 9en Juli 1869.

Vanwege al de leden: Ds. J. W. VAN DEN BROEK, President, W. P. KOOIMAN, Scriba.

Opmerking: Het in dit protest genoemde boek was het in 1869 verschenen werk "De Gereformeerde Kerk in Nederland, haar recht verdedigd en haar standpunt geschetst" door Ds. N. J. Engelberts, uitgegeven op last van de Algemene Vergadering van de Geref. Kerk (onder het Kruis) d.d, 22 okt. 1863.

Na 1869 leidde de Kruisgemeente te Enkhuizen een zelfstandig bestaan. Eerst in 1931 besloot het overgrote deel der gemeente zich aan te sluiten bij de Geref. Gemeenten. Een minderheid bleef nog als Geref. Gemeente o/h Kruis voortbestaan en is thans aangesloten bij de Oud-Geref. Gemeenten in Nederland.

Ook te HOEDEKENSKERKE (Zuid-Beveland) was er een vrij sterke groep Gereformeerden onder het Kruis met een eigen kerkgebouw, die echter een afdeling van de Kruisgemeente te Goes vormde. Toen dan ook de vereniging in 1869 plaats had, streefde de Afgescheiden gemeente te Baarland naar fusie met deze groep. Er werden onderhandelingen gevoerd, maar het resultaat was dat de Kruisgezinden van vereniging afzagen. In tegenstelling tot de moedergemeente te Goes, welke wel met de .vereniging meeging, bleven zij op zichzelf staan. Al spoedig institueerde Ds. F. van Dijke van Sint-Philipsland deze groep toen als een Gereformeerde Gemeente, later als zodanig bij K.B. van 24 maart 1879 erkend. Sinds 1907 maakt deze gemeente deel uit van het in dat jaar gevormde verband Gereformeerde Gemeenten.

De Kruisgemeente te TRICHT wordt meestal in een adem genoemd met Lisse en Enkhuizen als gemeenten, die tegen de vereniging waren. Doch deze gemeente heeft zich aanvankelijk bij de vereniging aangesloten. Eerst in januari 1870 verschenen er berichten in de pers "dat de gemeente tot haar vorig standpunt was teruggekeerd en aan al de gemeenten daarvan per brief had kennis gegeven" Het blad "De Wekstem" d.d. 5 maart 1870 bevatte .hierover de navolgende officiële mededeling van de classis Arnhem van de Chr. Geref. Kerk. "De gemeente Tricht, ressorteerende onder de klasse Arnhem, heeft zich afgescheiden van de Chr. Geref. Kerk in Nederland en is tot haar vroeger standpunt weergekeerd terwijl zij belijdt "dat zij zich heeft laten overrompelen om "toe te treden tot eene vereeniging, die buiten God is geschied. "Genoemde gemeente wordt van heden af beschouwd niet meer tot onze kerk te behooren.

Nadien werd de gemeente verzorgd door Ds. Van den Broek te Enkhuizen en later door Ds. Fransen te Kampen resp. Lisse. Sinds de tachtiger jaren behoorde zij tot de in verband levende Kruisgemeenten, die zich in 1907 verenigden met de "Ledeboeriaanse" gemeenten (tak-Ds. P. van Dijke) tot Geref. Gemeenten en van welk verband Tricht thans deel uitmaakt. Nadat in 1864 Ds. W. Eichhorn naar Haarlem was vertrokken, bleef de gemeente precies honderd jaar vacant. In 1964 ontving zij weer een predikant in Ds. H van Gilst, gekomen van Lisse.


Tenslotte willen wij nog aanhalen wat Ds. A. Verheij (in 1869 predikant van Kruisgemeente te Dordrecht en die met zijn gemeente wel meeverenigde, doch in 1883 de Chr. Geref. Kerk verliet) schrijft in een brochure getiteld "De Christelijke Gereformeerde Kerk verkocht, overgeleverd en begraven door middel van de vereeniging met de Doleantie tot eene Kerk": "...Evenwel, in weerwil van dat alles is men toch doorgegaan zonder vooraf,- "gemeenten erin te kennen en heeft men maar dadelijk de vereeniging gesloten . - "onder den naam van Christelijk Gereformeerd en door aanschrijving heeft men * "gemeenten er mede in kennis gesteld, zooals de brief daarvan nog voor mij * "Overgeleverd waren wij dus en nu bleef er voor ons niets over als te blijven is "ofte gaan, want protesteren hielp nu niet meer, want het antwoord lag gereed.- "De zaak is geschied!  En wat was nu hiervan het gevolg ? "De grote meerderheid ging mede (enkele gemeenten bleven staan op den bodem
"waarop zij stonden voor de vereeniging) , waaronder er nog waren die bleven "hangen, niet wetende wat er nu van zou werden. Onder deze was ook mijn periode "met de gemeente Dordrecht. "Het was dus geschied en de zeven magere koeien hebben de zeven vette opgege"ten en zijn even mager gebleven en wellicht sedertdien nog meer vermagerd".

Over het geheel genomen zijn de Kruisgemeenten dus in 1869 wel met de vereniging meegegaan. De gemeenten behielden hun zelfstandigheid tot bij tijd en wijle een predikant vertrok; dan werden maatregelen tot samensmelting genomen, mits die in vele gevallen eerst na jaren verwezenlijkt werd. Voor een voorbeeld van de vele moeilijkheden, welke zich opdeden bij de samensmelting van een Afgescheiden- en Kruisgemeente, verwijzen wij naar het werkje: "De geschiedenis van de Geref. Kerk te Zutphen" door Dr. J. Waterink.
Zelfs in 1S92, het jaar waarin de Chr. Geref. Kerk zich weer verenigde met de Ned. Geref. Kerken (dolerende) tot Gereformeerde Kerken, waren er Kruis- en Afgescheiden gemeenten die toen nog niet samengesmolten waren. Bij die vereniging kreeg de langst bestaande kerk de letter A achter de naam Geref. Kerk; de daarna in "leeftijd" volgende kerk de letter B resp. C. Voor het overgrote deel waren de Geref. Kerken A dan de gemeenten van de Geref. Kerk; de B-kerken de Ned. Geref. Kerken (dolerende). Maar in de plaatsen waar Afgescheiden- en Kruisgemeenten in 1892 nog niet samengesmolten waren, verwisselden deze letters naargelang de tijd van hun bestaan. Zo b.v. Dordrecht, Haarlem, Middelburg en Woerden. De Geref. Kerken B (dus de toen nog bestaande Kruisgemeenten) te Woerden en Dordrecht (met Ds. D.J. van Brummen) onttrokken zich resp. in 1892 en 1896 weer aan de Geref. Kerken en sloten zich toen aan bij de gemeenten, die waren blijven voortbestaan als Chr. Geref. Kerk. Maar ook tussen de jaren 1869 - 1892 hebben velen, voornamelijk "Kruisgezinden'' zich onttrokken aan de Chr. Geref. Kerk en daarna Vrije Geref. Gemeenten (of onder een andere naam) gesticht, of zij sloten zich aan bij andere vrije gemeenten zoals de Kruisgemeenten, welke Ds. C. van den Oever waren gevolgd.
Zie b.v. nog eens het artikel van A. Otten over de geschiedenis van de Kruisgemeente te Rijssen in ons blad No. 3/1964.
Wij hopen D.V. in de toekomst nog eens een overzicht te kunnen geven van de in die tijd ontstane vrije gemeenten en hun verdere ontwikkelingsgang na nog * nader te hebben onderzocht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Kerkhistorische Kroniek | 12 Pagina's

Een en ander over de bezwaren tegen de vereniging van 1869

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Kerkhistorische Kroniek | 12 Pagina's