Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

J.M. Vermeulen

In het jaar 1916 vond een uittreding plaats uit de Nederlandse Hervormde Kerk te Bergambacht. Dat kwam omdat de plaatselijke predikant, ds. D. Th. Keek, geschorst werd. Hij weigerde om de namen van kinderen, die uit protest tegen zijn bevindelijke prediking in 'het lichte' Ammerstol gedoopt waren, in zijn kerkeboeken te noteren. Voordat zijn schorsing in werking trad, preekte ds. Keek op zondag 28 mei afscheid in de Laurentiuskerk van Bergambacht. Hij had als tekst Hebr. 13:13: Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende'. Ds. Keek preekte een aantal malen in een schoolgebouw en nadien in een houten 'noodkerk'. In 1923 keerde hij op zijn schreden terug en werd hij weer predikant in de hervormde kerk. Hij schroomde zelfs niet om, tot verdriet van degenen die hem om der waarheid wil gevolgd waren, opnieuw in de Hervormde Kerk te Bergambacht te preken.

Ouderling Cornells van der Graaf bleef met weinige getrouwen 'buiten de legerplaats. Zijn smaadheid dragende'. Hij nodigde voorgangers uit om te preken in zijn 'noodkerk'. En als die er niet waren las hij zelf een oude schrijver. De vele brieven van sprekers uit die tijd werden zorgvuldig bewaard. Van der Graaf heeft ze kort voor zijn sterven overhandigd aan zijn schoondochter. Thans zien ze het licht in deze bundel.

Het kerkelijk standpunt van Van der Graaf was typisch en voluit ledeboeriaans. Hij kon niet voorbijgaan aan de breuk en het oordeel der kerk en een nieuwe kerk stichten met een klinkende naam erboven. Zijn samenkomst was een noodkerk. En dat door eigen schuld. Daarom was er ook geen kerkeraad. Een bestuur regelde de zaken. Het Heilig Avondmaal werd vele jaren niet bediend. De predikanten Boone, Blaak en Mieras doopten de kinderen. In 1945 werd de naam 'Vereeniging van Uitgetredenen uit de Ned. Herv. Kerk te Bergambacht'.

Deze uitgave opent met levensschetsen van ds. Keek en ouderling Van der Graaf. Dan volgen de brieven, waarin bekende en minder bekende voorgangers openhartig schreven over persoonlijke dingen, hun geestelijk leven, hun vragen en wensen, en natuurlijk over de reis van Gouda naar Bergambacht.

Dit unieke boek biedt een blik achter de schermen of een kijkje in de keuken. Toch bekroop mij niet in het minst de gedachte: ik ben hier op verboden terrein. De schrijvers zijn zorgvuldig met allerlei zaken omgegaan en hebben eventuele sensationele zaken vermeden. Wel zijn de brieven soms flink gecorrigeerd. Dit komt de leesbaarheid zondermeer ten goede maar het doet wel wat afbreuk aan het oorspronkelijke karakter. Een man als ds. Boone schreef nu eenmaal anders dan bijvoorbeeld ds. Toes. Nu is van dat grote verschil weinig meer te merken.

De brieven worden in hun verband geplaatst door middel van levensschetsen en bijzonderheden over de betreffende voorgangers. De auteurs hebben dit vakkundig gedaan, al zijn de schetsen uiteraard niet volledig.

Toch is het ruime kader waarin de brieven geplaatst worden, meer dan eens verrassend.

Dit boek bevat een scala van gevarieerde bijdragen. Zo telde ik van de voorgangers Joost van Vliet drie brieven, van Wietse Woudwijk één, Pieter Beekman drie, Gerrit Fransen één, Laurus Boone vier, Gerrit Jan Wolbers één, Derk Jan van Brammen twee, Cornells de Jonge zes. Jan Jacob Otte twee, Martinus Overduin drie, Albertus Christiaan Johannes Schepper negen, Nicolaas van de Kraats vijf. Barend Toes drie, Jozias Fraanje drie, Willem Baaij zeven, Willem Huibrecht Blaak veertien, Eibert Wijnne twee, Willem Cornells Lamain drie, Everard du Marchie van Voorthuijsen één, Hendrik Visser één en van Johannes Willem Slager twee. De uitgave sluit af met een slotbeschouwing, een lijst van preekbeurten uit de Schoonhovense Courant van 1921 tot 1941, een literatuurlijst en een fotoverantwoording. Een persoonsnamenregister ontbreekt.

De brieven die mij meest aanspraken, waren van ds. W.H. Blaak. Niet alleen vanwege het aantal of de lengte, maar vooral ook door de geestelijke inhoud. Ook zijn ootmoed valt bijzonder op. Zo schreef hij bijvoorbeeld op 23 april 1946: 'Wat ik u schrijf van mijn doorleven, daar bent u zeker gepaster en verootmoedigder in geleerd. U komt het meer met gewicht uit te leven en u bent gepaster in het spreken en in het zwijgen. Daar heb ik je altijd in toegegeven, zodra ik je heb leren kennen (164)'. Maar ook ds. De Jonge schreef ont-

roerende zaken, zoals: 'Groet van mij broeder Boone. Druk hem van mij de liand. Ik zou hem nog weleens willen zien. Zeg hem dat de langste reis gedaan is. Wij schieten al aardig op. Ik kan er weleens verlangend naar uitzien. En dan nooit zonde meer doen, maar daar eeuwig van verlost te wezen'. En ds. Du Marchie van Voorthuijsen, die in Gouda drie kwartier vergeefs op de bus had staan wachten die helaas al stamp en stampvol was, schreef: 'Als u een oudvader gelezen hebt, is het zeker winst; want in één regeltje zitten soms meer zaken en heilgeheimen dan in honderd preken van ons.'

Uiteraard is ook in dit schitterende boek niet alles volmaakt. Zo werd ds. De Jonge niet in 1922 maar in 1912 te Kampen beroepen (80). En het kiekje van ds. Blaak werd niet in Krimpen aan den IJssel geschoten, maar in Flipland en wel vijftig stappen van de kerk op de Achterweg (163). Verder heette ds. Visser Hendrik (187) en niet Hermanns (zoals ten onrechte ook in Predikanten en Oefenaars vermeld wordt). Ook had de uitgave voor mij in waarde gewonnen, wanneer fragmenten uit de brieven als illustratie (in facsimilé) waren afgedrukt. Tenslotte viel mij op dat bij de Personalia verwezen wordt naar de nummers van de hoofdstukken, terwijl de hoofdstukken niet genummerd zijn.

Maar ik haast me van deze kleinigheden af te stappen, omdat ze niets afdoen van dit boek dat zeldzaam mooi van inhoud is. Daarbij komt nog dat er veel tot nu toe onbekende foto's zijn afgedrukt. Vooral die van ds. H. Visser en ds. M. Overduin springen er uit. De kwaliteit van het fotomateriaal is perfect, zoals we trouwens van deze uitgever wel gewend zijn. De uitgever heeft het boek een fraaie en smaakvolle band gestoken. Alles overziende luidt mijn conclusie dat auteurs en uitgever op een waardige wijze een rijke en authentieke bron hebben ontsloten. Dit boek is zondermeer een belangrijke aanwinst voor de kleine kerkhistorie, zowel in stichtelijk als kerkhistorisch opzicht.

Naar aanleiding van: H. Florijn en J.P. Neven, Voorgangers in de noodkerk. De Groot Goudriaan, 1997, 216 pag. ƒ 39, 90

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

Oude Paden | 56 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

Oude Paden | 56 Pagina's