Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de kansel van: Ridderkerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de kansel van: Ridderkerk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. M. van Kooten

Deel 7 van een serie over kerkendienaars en hun spreekplaatsen

Op 22 maart 1920 brandde de Singelkerk van Ridderkerk geheel uit. De precieze oorzaak van de brand is niet bekend. Veel ouds is toen verloren gegaan. Denk aan de oude grafstenen die onherstelbaar beschadigd werden, waaronder de steen op het graf van Joan Hugo van der Groe, de neef van de bekende Theodorus van der Groe, die Ridderkerk diende van 1770 tot 1818. Maar ook de oude kansel ging in vlammen op. De kansel die beklommen was door o.a. A.H. de Klerck, die de begrafenis van Wulfert Floor leidde en Ridderkerk diende van 1886 tot 1917; door de bekende J.J.A. Ploos van Amstel die er stond in 1868 en 1869, en niet te vergeten door de zojuistgenoemde Joan Hugo van der Groe. Ging evenwel bij die brand de kansel van Van der Groe verloren, zijn wens betreffende de preekstoel ging in vervulling.

We schrijven 1773-Dat is het jaar waarin de nieuwe berijming werd ingevoerd. Vooral Theodorus van der Groe ageerde daar heftig tegen. Van Joan Hugo vernemen we daaromtrent niets. Dat is geen wonder, want hij had het druk genoeg met zijn kansel. De plaats daarvan zinde hem niet. De kansel stond naast de torendeur. Om vanaf die plaats de Singelkerk te bepreken viel hem zwaar. Alles moest zonder geluidsversterking en zijn stem was niet sterk genoeg. Vandaar dat hij in het jaar waarin de nieuwe berijming werd ingevoerd een verzoek deed aan het college van de dijkgraaf dat de kerkelijke goederen beheerde, of de kansel naar het midden van de kerk kon worden verplaatst. Het college achtte dit echter niet nodig. Van der Groe hield vol en schreef twee jaar later een zogenaamde propositie aan het college van heemraden om verplaatsing van de kansel. Elf redenen werden daarbij genoemd. Ik maak er slechts een selectie uit.

In de eerste plaats zouden in de huidige situatie de predikanten hun stem forceren.

Vervolgens konden de luisteraars achter in de kerk de stem van de voorganger nauwelijks horen.

Ten derde kon de predikant geen baldadigheid achter in de kerk signaleren.

Opnieuw weigerde het college medewerking. In 1786 kwam weer eens ter tafel dat de mensen wegbleven omdat ze de predikant niet konden verstaan. Toen drie jaar later de zaak weer bij de dijkgraaf kwam, werd eenvoudig gesteld dat de predikant dan maar harder moest spreken. Joan Hugo heeft er wat over vergaderd met de kerkenraad en heeft er wat over gecorrespondeerd met de dijkgraaf en diens college. Maar de enige verandering omtrent de kansel was dat deze in 1795 verhoogd werd. Uiteraard zette dat voor de verstaanbaarheid van de predikant weinig zoden aan de dijk.

Van de 48 jaren dat Joan Hugo Ridderkerk diende, heeft hij 45 jaar, tot enkele dagen voor zijn dood, geklaagd over de plaats van de kansel. Maar altijd tevergeefs. Wel is hij overeenkomstig zijn wens in de kerk begraven voor de kansel. Overigens is de periode die van Van der Groe in Ridderkerk diende niet ongezegend gebleven. Daar heeft de kanselkwestie niets van af kunnen doen.

Interessant is het dat David Mart)'n Lloyd-Jones in zijn boek Prediking en predikers vele jaren na de dood van Joan Hugo van der Groe het-

zelfde schreef over de plaats van de preekstoel, zonder dat deze de Ridderkerkse predikant heeft gekend.

Ik citeer: 'En hoe zit het met de preekstoel? Plaats die in het midden; schuif hem niet ergens naar de kant. De belangrijkste taak van de kerk is de prediking; zij gaat al het andere te boven. Plaats de preekstoel dus in bet midden. Hoe hoog moet zij zijn ? Het is belangrijk dat de hoogte van de preekstoel in verhouding staat tot de hoogte van de kerkbank. Tegenwoordig heeft men de neiging de preekstoel laag te plaatsen; dat komt omdat ontwerpers niet weten wat preken is! Versta me niet verkeerd, maar bouwkundig gezien moet de predikant altijd van boven de kansel tot de gemeente spreken. De preekstoel moet dus altijd op de juiste hoogte staan. Als er een galerij in de kerk is en de ogen van de predikant op de preekstoel min of meer op dezelfde hoogte zijn met de mensen die op de eerste rij van de galerij zitten, dan staat de preekstoel goed. Als zij hoger zitten, dan zal hij wanneer hij ze aankijkt, zijn hoofd achterover moeten houden en dat is slecht voor zijn keel, want die moet ontspannen zijn.'

Wat dat betreft is de preekstoel van de Singelkerk te Ridderkerk na de restauratie in 1921 op de juiste plek geplaatst, de plek die Joan Hugo van der Groe ruim een eeuw daarvoor bedoeld had. Maar al staat de preekstoel op de juiste plaats, nodig is dat prediker en luisteraar ook op de juiste plek verkeren. En dat is het plaatsje van ootmoed. Op die plaats is zegen te verwachten. Dat lezen we in Jesaja 57-15 waar staat: "Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige en bij dien, die eens verbrijzelden en nederigen geestes is, opdat Ik levend make de geest der nederigen en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.'

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2005

Oude Paden | 68 Pagina's

Bij de kansel van: Ridderkerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2005

Oude Paden | 68 Pagina's