Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De voorlezer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorlezer

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

s. W. van Gorsel

Column

De voorlezer... Vele jongeren zullen niet weten wat ze zich bij deze figuur moeten voorstellen. In de grote kerken is Kij allang afgeschaft en in de kleinere kerken heeft de kerkenraad zijn taak overgenomen.

Tocli heeft het instituut 'voorlezer' diep wortels in de historie. De voorlezing van een Schriftgedeelte is — zoals andere gebruiken — door de oud-christelijke kerk overgenomen van de synagoge.

Het voorlezersambt, eerst waargenomen door bepaalde 'geestelijken', werd een kerkelijke bediening. De Reformatie zette dat gebruik voort en de lezing van de Bijbel — die in het begin plaats had vóór de dienst — had een opvoedende en een geluiddempende functie. Opvoedend, want de grote massa kon niet lezen en was voor kennis van de inhoud van de Heilige Schrift aangewezen op de lezing in de kerk. En tegelijk geluiddempend, want het luide lezen was ook bedoeld om het geschuifel en gepraat te overstemmen. Rumoer voor de dienst is al een oude kwaal, waartegen blijkbaar geen kruid gewassen is! Reeds in de vierde eeuw klaagde de kerkvader Ambrosius in Milaan: 'Hoeveel moeite kost het, om stilte te krijgen in de kerk wanneer de voorlezing geschied.'

De voorlezer in de Gereformeerde Kerk— zo heette de vaderlandse kerk in de tijd van de Republiek — behoorde niet noodzakelijk tot de kerkenraad. Hij werd — uiteraard na een proeve van bekwaamheid — aangesteld door de burgerlijke overheid. Meestal, vooral op het platteland, was de functie van voorlezer/voorzanger gecombineerd met die van schoolmeester/koster, zodat de persoon in kwestie een soort manusje-van-alles was. Het behoeft nauwelijks betoog dat het moeilijk was, alle bekwaamheden in één persoon te vinden...

In de negentiende eeuw, toen het analfabetisme op z'n retour was, en de Schriftlezing haar opvoedende functie had verloren, kreeg de voorlezer zijn taak in de dienst. Hij gaf de eerste Psalm op, las de Wet of de geloofsbelijdenis, deed de Schriftlezing en pas daarna kreeg de predikant het woord. Het spreekt vanzelf dat de voorlezer toen niet meer de vrije keuze had, maar dat de Psalm en het hoofdstuk door de dominee werden opgegeven.

Tallos zijn de anekdotes die over voorlezers in omloop zijn. Onder hen waren lieden, die zich van hun waardigheid bewust waren. Soms werden ze ook door de predikant in het zonnetje gezet... Of die verhalen altijd op waarheid berusten, zou ik niet durven zeggen... Wèl weet ik dat de voorlezer in vele gemeenten van zijn plaats is verdrongen. In de kerken die zijn voortgekomen uit de Afscheiding heeft hij nog lang stand gehouden. Wanneer Wet en Schriftlezing niet in handen van de predikant zijn, zoals in de Oud Gereformeerde Gemeenten of in de Gereformeerde Gemeenten, dan is het meestal één van de kerkenraadsleden aan wie het begin van de dienst is toevertrouwd. In de Gereformeerde en in de Hervormde Kerk is bijna overal de voorlezer verdwenen en heeft de predikant de leiding van de hele dienst.

In onze tijd is er weer een tendens, vooral in 'moderne' gemeenten, om de Schriftlezing toe te vertrouwen aan gemeenteleden. De predikant geeft immers niet een one-mans-show... Waaruit blijkt, als je een paar modes achterloopt, dat je weer gelijk bent...

In mijn jeugd was er in mijn geboorteplaats nog een voorlezer die geen deel uitmaakte van de kerkenraad. De man had een stem als een klok en was tot in de verste uithoeken van de kerk — zonder geluidsinstallatie — verstaanbaar. Hij las niet voor, hij droeg voor. Je zag het als het ware gebeuren. Op een keer zei een vrouwelijk gemeentelid tegen hem: 'Je kunt goed lezen, maar je gaat steeds zachter praten.' Laconiek antwoordde de voorlezer: 'Zou jij misschien niet doof worden? ' Achteraf bleek hij de juiste diagnose te hebben gesteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2007

Oude Paden | 48 Pagina's

De voorlezer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2007

Oude Paden | 48 Pagina's