Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Engelse preek  in de Pieterskerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Engelse preek in de Pieterskerk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Charles Haddon Spurgeon in Leiden

H. Rorijn

CKarles Haddon Spurgeon werd vooral vermaard in Engeland, zijn vaderland. Toch is hij ook in Nederland geen onbekende gebleven bij het orthodoxe volksdeel. Veel van zijn geschriften werden vertaald en ze vinden nog steeds lezers. Minder bekend is dat hij ooit Holland bezocht en daarbij ook is voorgegaan. Een van de kerken waarin hij toen gepreekt heeft, is de Leidse Pieterskerk. Wat hij toen zei, werd in een inmiddels zeldzaam geworden Leerrede gepubliceerd.

Charles Haddon Spurgeon werd op 19 juni 1834 geboren in het plaatsje Kelvedon (Essex). Zowel zijn vader als zijn grootvader waren predikant. Toen Spurgeon ongeveer zestien jaar oud was, kwam hij tot bekering. Het middel was een preek over Jesaja 45^22, gehouden door een eenvoudige voorganger.

Spurgeon sloot zich aan bij de Baptisten en al spoedig ging hij er voor als prediker, eerst in Waterbeach en vanaf 1853 i^^ Londen. Vooral in de hoofdstad verzamelde hij een geweldig gehoor. Telkens weer moest men de plaats van bijeenkomst uitbreiden, totdat in 1861 de Metropolitan Tabernacle tot stand kwam. Daarin is hij de rest van zijn leven voorgegaan. Duizenden hebben hem daar gehoord.

Nog veel meer hebben de preken gelezen, die wekelijks van hem in druk verschenen. Ook zijn andere geschriften waren geliefd.

Veel heeft Spurgeon verder gedaan, zowel op kerkelijk als op sociaal terrein, maar het bekendst bleef hij toch als strengorthodox prediker, niet in het minst in Nederland. Mede daarom bracht Spurgeon ons land in 1863 een bezoek. Hij was er welkom.

Druk programma

Spurgeon had een druk programma. Op woensdag, 22 april, kwam hij in Rotterdam aan, de dag erna hield hij om 14.OO uur een preek in de Haagse Willemskerk. Op vrijdag 24 april had hij een lang gesprek met koningin Sophie, de vrouw van koning Willem 111, diezelfde middag preekte hij in Leiden. Daar was de Pieterskerk geheel gevuld met kerkgangers. Op zaterdag en zondag was de prediker in Amsterdam; vier maal leidde hij er een dienst, iedere keer voor veel toe-

hoorders. Na op maandagmiddag, 27 april ook nog in de Utrechtse Domkerk te hebben gepreekt, sprak hij tenslotte nog twee keer in Rotterdam voordat hij naar zijn gemeente te Londen terugkeerde. Over zijn verblijf in Nederland zei Spurgeon niet lang daarna: 'Lof zij God voor de gunstige ontvangst die Hij mij gaf onder alle standen van het volk in dat land! Ik spreek tot Zijn eer, en niet tot die van mij. Want dit is een gelofte van mij geweest, dat, als God mij een oogst wil geven, ik er zelfs geen aar van aan mijzelf wil verspillen, maar dat Hij alles ervan zal hebben. In alle plaatsen waar ik naartoe ging, vond ik grote menigten van mensen - massa's die de prediker niet konden verstaan, maar die zijn gezicht wilden zien... Ik hoopte te preken voor zo'n vijftig, honderd mensen, maar in plaats daarvan waren er zovelen, dat de grote kathedralen niet te groot waren. Dit verbaasde me en maakte me blij. Daardoor verheugde ik mij in God, en ik vraag u zich met mij te verheugen.'

Ook over zijn gesprek met koningin Sophie vertelde Spurgeon iets aan zijn hoorders te Londen. Hij zei: 'Het behaagde God het hart van de koningin van Holland te bewegen om mij te ontbieden. Een uur en een kwartier lang had ik het voorrecht om met haar te spreken aangaande de zaken die tot onze vrede dienen. Ik zocht geen persoonlijk onderhoud met haar, maar het was haar eigen wens. En daarom hief ik rnijn ziel op tot God, dat ik zou mogen spreken over niets dan Christus en ik haar niets anders zou mogen preken dan Jezus. Het behaagde de Meester mij te helpen. Ik verliet deze zeer beminnelijke vrouw, en heb niet gemeden haar de gehele raad van God verklaard te hebben.' Nog bijna dertig jaar zou Spurgeon zijn hoorders en lezers stichten met zijn preken, ook in Nederland. Hij overleed op 31 januari 1892.

Leerrede

Wat heeft Spurgeon zoal in Nederland gezegd? Het meeste is niet meer bekend, maar zijn preek te Leiden werd stenografisch opgenomen door iemand van wie de identiteit (nog? ) niet vast staat, een zekere James P... en uitgegeven onder de titel Leerrede uitgesproken in de Pieterskerk te Leyden ('s-Gravenhage 1863).

De tekst daarbij was Johannes 14:6, maar vooraf las Spurgeon de eerste twaalf verzen van

Johannes 15 en gaf hij bij elk vers een korte toelichting, zo ook bij Johannes 15:2: Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en alle, die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.' Spurgeon: Wij kunnen christenen zijn alleen in naam. Wanneer wij geen goede vruchten voortbrengen, moeten wij verwijderd, weggenomen worden, als zijnde nutteloos. Een kerk, die niets doet ter verheerlijking van God, is geen kerk. Het snoeien is nuttig, ja noodzakelijk voor de groei van de boom. De onnodige, onnutte takken moeten worden afgesneden, opdat de jeugdige twijgen te meer sappen ontvangen. Lijden en beproeving zijn de toetssteen voor de kerk in het algemeen, zowel als voor haar leden ieder in het bijzonder.'

De preek zelf ging dus over Johannes 14:6: Jezus zeide tot hem: k ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij.' Spurgeon sprak onder meer over de zekerheid van deze tekst, maar hij stond ook stil bij het 'persoonlijke' erin. Daarover merkte hij op dat er stond dat de Heere Jezus zei: Ik ben de weg.' De prediker vervolgde: Velen denken dat de kerk, het kerkgaan, de sacramenten, hun eigen goede werken of rechtvaardigheid de weg ter zaligheid zijn. De mensen verlieten zich op hun eigen deugd als de weg tot behoud. Maar Christus had zulk een bondgenoot niet nodig. Hij had aan Zichzelf genoeg. Hij sprak en het was er. Hij gebood en het stond er. Hij had de wijnpers alleen getreden. Indien Christus alleen stond, denkt gij dat Hij van u hulp zou willen hebben? Christus verlost ons volkomen. Allen? Nee, Zijn uitverkorenen. Voor hen was Zijn werk aan het kruis volbracht; en toen Hij, na al Zijn lijden, uitriep: Het is volbracht!'maakte Hij een einde aan de macht der zonde — De enige weg tot zaligheid.' De Engelsman had de gave om beeldend te spreken en van die gave maakte hij ook gebruik in de Leidse Pieterskerk, toen hij vervolgde: ij wijzen op Zijn doornenkroon, het bloedige zweet, druppelende op de grond, de doodsangst, die Hij uitstond, de wonden van de nagelen in Zijn handen en voeten. Het zijn de vensters door welke wij kunnen opzien tot God om vergeving voor onze zonden. Wij wijzen op de stroom, vloeiende uit Zijn doorboorde zijde, om ons te reinigen van ongerechtigheid. Jezus is de weg. De beker der hel was Hem

gegeven om te drinken. Hij dronk die voor ons; Hij bleef drinken, tot Hij hem ten laatste in één verschrikkelijke teug ledigde, geen enkele druppel menselijke ellende erin achterlatende.'

Er Vk^aren in de Pieterskerk veel hoorders. Onder hen vele studenten en hoogleraars in de theologie. Van hen was een groot gedeelte niet orthodox, zoals Spurgeon, maar door nieuwsgierigheid gedreven, waren ze naar de kerk gegaan. Daar hebben ook zij aandachtig geluisterd. Voor hen, voor de toekomstige predikanten, en voor allen, die langer in het ambt stonden, had Spurgeon aan het slot van zijn preek nog een nuttige les. Hij zei; 'Menigeen zal misschien zeggen: 'Ik heb dit Evangelie lang verkondigd, maar de mensen zijn niet tot inkeer gekomen, ik zie geen vrucht op rnijn arbeid!' U, die aldus klaagt, wijs ik op de kracht van het gebed, ter bevordering van de werking van het Evangelie. Vergunt mij tenslotte de mededeling van een gesprek op de weg. Iemand, die bezig was met het breken van stenen, werd aangesproken door een voorbijganger, een predikant, die 's mans vlugheid en de gemakkelijkheid waarmee hij met een slag van zijn hamer de grootste stenen in kleinere verdeelde, bewonderde. 'Zeg mij, goede man, hoe gij dat doet? Menigmaal heb ik dit werk beproefd, maar ik sloeg en ik sloeg, zonder dat het mij baatte.' 'Zie, ' zei de man, 'als ik grote harde stenen moet breken, ga ik op de knieën liggen, en in die houding ben ik beter in staat, de slag op de juiste plaats toe te brengen, en zo doe ik mijn werk. Indien gij eveneens doet, zult gij waarschijnlijk even goed Stenen breken als ik.'

Een mooi voorbeeld, en Spurgeon besloot zijn preek met de woorden: 'Zie, mijne hoorders! in dit gebed ligt het geheim der kracht van de prediking. Bidt alzo, opdat de waarheid aan uw eigen hart betuigd worde en zo bij anderen ingang vinde. De Heere verlene u en mij deze genade! Amen.'

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Oude Paden | 64 Pagina's

Een Engelse preek  in de Pieterskerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Oude Paden | 64 Pagina's