Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Willem Hero Zuidema

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Willem Hero Zuidema

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Rotterdam 13 juli 1932 - Hilversum 22 juli 2000)
Gereformeerd predikant Vreeland 27 sept. 1959; Brussel 16 sept. 1962 (in 1971 secretaris-generaal van het Institutum Iudaicum, vanaf 1972 tevens docent aan de Prot. Theologische Faculteit Brussel); pred. voor de Evangelieverkondiging onder Israël 1 juli 1975; Pred. in algemene dienst voor Kerk en Israël 1 jan. 1977-1 april 1981, docent aan de Chr. Academie voor expressie door woord en gebaar te Kampen 1 aug. 1982. (verbonden aan de kerk van Kampen, 1 april 1984). Emeritus 1 jan. 1989.

De broertjes Zuidema brachten in de oorlog soms berichten over aan de “ jodenzendeling” ds. R. Bakker, die in Rotterdam de hulp aan joodse onderduikers coördineerde. Toen de jeugdige Willem van zijn ouders te horen kreeg dat zijn pleegzusje, op wie hij zeer gesteld was, een joods meisje was, reageerde hij daarop “met een panische huilbui” . Hoe dat kwam vertelde hij in 1995 in een gesprek met Van Klinken: “ Allereerst was er een retrospectieve angst - je associeerde jood-zijn met het gevaar dat iemand liep. Daarnaast was er blijkbaar een nawerking van de nazi-propaganda, een diep ingesleten gevoel dat joden niet deugden. Met zulke gedachten werd ik als kleine j ongen ook geconfronteerd in het christelijk onderwijs.”
Toch ligt in deze ervaringen de oorsprong van Zuidema’s grote inzet voor een theologische herwaardering van het Jodendom door de kerken. Als middelbaar scholier hield hij een plakboek bij over de stichting van de staat Israël (1948) en als theologisch student (aan de Vrije Universiteit) bezocht hij de Israëlconferentie in Sens (Fr.) in 1954. Tijdens zijn studie volgde hij een opleiding aan het zendingsseminarie te Baarn. In 1959 werd hij korte tijd leraar godsdienst en daarna predikant. In 1962 werd hij ‘uitgeleend’ aan de kerk van Brussel als potentiële opvolger van de reeds genoemde Bakker, met name voor de opbouw van joods-christelijke betrekkingen in België. Voor dergelijke arbeid moest hard worden gestudeerd en moest het internationale circuit van studieconferenties worden betreden, een fenomeen dat in het naoorlogse Duitsland een hoge vlucht had genomen. De discussies werden als ‘schokkend’ maar leerzaam ervaren en als een les in aandachtig luisteren. Op deze wijze vormde Zuidema zich tot een van de eersten die de toen nog theologisch gesloten Gereformeerde Kerken nieuwe wegen wezen in de relatie met het Jodendom.
Hij studeerde verder aan het Institutum Judaïcum in Münster en legde in 1968 doctoraal examen af in Kampen bij prof. H. Bergema die hij uit Baarn kende; de scriptie handelde over de betekenis van het bekende boek van J.J. Meuzelaar (Der Leib des Messias) voor de verhouding Kerk en Israël. In 1968-1969 studeerde hij aan de Hebreeuwse Universiteit te Jeruzalem, met name over de ontwikkeling van de halacha (het geheel van joodse wetten, voorschriften en rabbinale beslissingen). In Amsterdam studeerde hij verder aan de toenmalige Katholieke Theologische Hogeschool, waar rabbijn Yehuda Aschkenasy (1924) zo velen van de jongere generaties stimuleerde tot studie van het Jodendom. Dat ook Zuidema de gave bezat om anderen te leren en te inspireren blijkt uit zijn deelname aan leerhuizen, uit zijn talrijke publicaties, uit zijn werk als predikant en dat van docent aan de Brusselse Protestantse Faculteit en bij het hbo in Kampen en Zwolle. In België was hij de medeoprichter van een Raad voor Kerk en Israël waaraan ook de rooms-katholieken deelnamen; met opperrabbijn R. Dreyfus was hij betrokken bij het Institutum Iudaïcum.
Zijn wetenschappelijke studie over de halacha zou hij in 1987 afronden met een dissertatie aan de Leidse Universiteit (Der Mischnatraktat Haggiga oder Was zum Wallfahren gehórt). De belangrijkste uitstraling heeft wel zijn boek Gods partner. Ontmoeting met het jodendom uit 19 7 7 gekregen, het resultaat van zijn jarenlange ontmoetingen en theologische studies, waarmee Zuidema tot ver over de landsgrenzen bekendheid zou verwerven (vert. in het Duits 1983, Engels en Frans in 1987; een meer uitgebreide druk in het Nederlands in 1988). Eric Ottenheijm, secretaris van de Katholieke Raad voor Kerk en Israël, schrijft hierover: “ Inmiddels is een gehele generatie van theologen mede opgeleid met deze standaardinleiding op de joodse traditie. Gods Partner was dan wel geschreven door een christelijke dominee maar verwierf niettemin respect en instemming in joodse kringen, voorwaar een opmerkelijk gegeven.” Ook de volgende publicaties kan men tot het standaard repertoire van een theoloog rekenen, zoals het indrukwekkende tweeluik over het offer van Isaac (de Akeda) en de Holocaust; een tweetal door hem geredigeerde bundels over de omgang met en de verwerking van de Sjoa (1980 en 1982). Of zijn markante uitdagende pleidooi voor een halachisch christendom in God sprak tot Noach en zijn zonen. Een joodse code voor niet-joden? (1991). Zuidema was een grensverkenner en grensverlegger. Dat gaandeweg sommige vroegere medestanders vervreemd raakten van hem, ligt dan voor de hand; maar hing ook samen met zijn niet altijd gemakkelijke karakter.
Nogmaals Ottenheijm: “Tallozen hebben Zuidema in de afgelopen twintig jaren leren kennen als leraar in het leerhuis. Het leraarschap beoefende hij conform het joodse beginsel dat niet de leraar de drager is van het leerproces, maar de lerenden zelf. In de jaren tachtig jaren had hij vanuit die visie mede vorm gegeven aan het Leerhuis Limburg, met de psychiater Max Hamburger en de medicus Jos op ‘t Root. (In dezelfde tijd stond hij met Peter van ’t Riet aan de wieg van het Vrije Zwolse Leerhuis). Het zou bij rabbijn Y. Aschkenasy zijn, dat hij ook de laatste jaren van zijn leven een geestelijk thuis vond, bij de B. Folkertsma Stichting voor Talmudica in Hilversum. Een ziekte zou zijn laatste levensjaren verzwaren, maar niet zijn lust tot het gezamenlijke leren wegnemen. Hij overleed onverwacht, net na zijn 68ste verjaardag, tijdens een feestelijk samenzijn temidden van zijn familie.” Willem Zuidema was getrouwd met Marina Hazenberg (1 dec. 1932-23 maart 2003).
J. van Gelderen, Kampen.
Gebaseerd op: Eric Ottenheijm in: “Kroniek’, informatiebulletin van de Katholieke Raad voor Israël, okt. 2000; “Hommage aan Zuidema” in: Interpretatie. Tijdschrift voor bijbelse theologie. 8-8 (dec. 2000), 12-14; H.L. van Stegeren-Keizei, Een kerk op zoek naar Israël. Geschiedenis van het deputaatschap voor ‘Kerk en Israël’ van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1875-1995 (Kampen 1995), reg.; G.J. van Klinken, Opvattingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland over het Jodendom 1896-1970 (Kampen 1996), reg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2003

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's

Willem Hero Zuidema

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2003

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's