Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jan Gerrit Adema

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jan Gerrit Adema

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Oostdongeradeel 25 aug. 1904 - Wageningen 13 juni 2001)
Gereformeerd predikant Opende (Gr.) 3 jan. 1932 ; Zuidhorn 30 juni 1935; Rotterdam-Delfshaven 23 maart 1941; emeritus 1 sept. 1969. In 1931 gehuwd met Elisabeth Faber (1904-1984).

“Zijn jeugd is niet gemakkelijk geweest. Zijn schooljaren waren nog niet ten einde toen zijn vader, die een wagenmakerij bezat, stierf. Toen heeft hij gezien hoe zijn moeder zich door de moeilijkheden een weg moest banen, zij zette een kruideniersaffaire op in Leeuwarden. Hij, als oudste zoon, heeft zijn aandeel daarin gedragen en ‘t was helemaal niet vanzelfsprekend dat hij vlotweg op het gymnasium kwam. Eerst drie jaar werken bij een bankinstelling: toen wat lessen Latijn en Grieks; toelatingsexamen voor de derde klas van ‘t Gereformeerd Gymnasium te Leeuwarden: aanvankelijk nog achterop... maar bij het eindexamen was hij een voortreffelijk candidaat. (...) De studietijd in Kampen verliep vlot. De “ studs” hebben hem wel in de gaten gehad en hem abactis van de Senaat gemaakt: de man die de zaken regelt. Daar moet je een secure kerel voor zijn. Toen ik als bevende noviet in ‘t studiestadje aan de IJssel kwam, bekleedde Adema die eerbiedwaardige functie. Met ere” .
Aan het woord is ds. J. van der Linden, die zijn collega in de Delfhavensche Kerkbode van 5 jan. 19 57 feliciteerde bij zijn 25-jarig jubileum als predikant. Over de Groningse periode merkt Van der Linden op: “Hij was daar wel op zijn plaats onder die Groningers. Die kijken eerst de kat uit de boom, houden niet van ‘kouwe drukte’ en letten op kwaliteit. Net zo bedachtzaam als zij over hun akkers liepen, liep Adema door de gemeente. Net zo degelijk als de produkten, die zij verbouwden, waren zijn doorwrochte preken, ‘t Duurde niet lang of ‘Adema van Zuidhorn’ was in heel de provincie een begrip geworden .. . ” .
De gedenkboekjes vullen het beeld aan. Dat van Opende, uit 1999, geeft zelfs een gesprek met hun oud-predikant weer. Opende, een dorp met kleine boeren, met liefde voor elkaar en veel goede wil, een fleurige boel. De kerkenraad was streng in de leer, elk buitensporig gedrag werd direct besproken, op de kerkenraad, met de betrokkenen. Opende was een dorp van vier windstreken, in Opende-Zuid werd veel aan evangelisatiewerk gedaan, in samenwerking met de jeugdverenigingen. Het vraagleren (op z’n Fries) werd door de jeugd goed bezocht, al waren ze wel eens onrustig. In het boekje over Zuidhorn, uit 2000, leest men: “Over zijn pastorale arbeid was men zeer te spreken. Zijn preken waren goed voorbereid en werden door de kerkgangers erg gewaardeerd. Hij deed veel aan huisbezoeken: in het jaarrapport over 1938 kan men aantreffen dat hij dat jaar 734 bezoeken had afgelegd (bij een gemeente van ruim 1000 leden).”
Toen kwam het werk in de grote stad, een wereldstad in oorlogstijd. Preken waarvoor hij zich diende te verantwoorden op het nsb-kantoor. Het bombardement op Delfshaven van maart 19 43, de grote razzia’s onder de mannen en jongens in november 1944; de hongerwinter met de kinderuitzendingen (ook de kinderen uit het gezin Adema, die een plekje vonden in Zuidhorn); de in Delfshaven fel verlopende kerkstrijd. Prof. dr. Klaas Schilder was emeritus van Delfshaven en dat gaf extra verantwoordelijkheden voor de kerkenraad. Op zondag 20 augustus 1944 hakten een aantal ambtsdragers de knoop door en verbraken de gemeenschap met de kerkenraad. In een korte brochure van de hand van Adema en zijn collega’s P. Veenhuizen en M. van Wijk, werd de gemeente ingelicht en werd nog enige toelichting gegeven bij de unaniem genomen leeruitspraken van de synode uit het voorjaar van 1942, met name die over het genadeverbond en het zelfonderzoek. Beslist werd gekozen voor de kerkelijke weg; bij alle verootmoediging over het eigen aandeel in de schuld voor de gebrokenheid.
In het naoorlogse Rotterdam, in de tijd van de wederopbouw, was Adema in zijn element. Hij was betrokken bij de opzet van het Kerkdijk Maatschappelijk Werk en, in bredere kring, werkzaam als deputaat bij ‘voorkomende zwarigheden’; lid van het Generale deputaatschap voor de Emigratie. Ook werkte hij intensief mee aan het Rapport over Diaconie en Overheid aan de synode van Leeuwarden van 19 55 en 1956, dat van groot belang is geweest bij de ingrijpende veranderingen op dit terrein binnen de kerken.
Zijn preken, catechisaties en de lessen Hebreeuws (die hij aan het Marnix Gymnasium in Rotterdam van 1946-1969 gaf) bereidde hij uitermate goed voor. Gedreven door een sterk plichtsbesef - waar dan bij hoort dat het domineesgezin een voorbeeldfunctie dient te hebben. Een man soms ook met ongezouten kritiek, maar “ uit een bewogen gemoed” (Van der Linden). Enkele van zijn preken werden uitgegeven, hier toont hij zich een gedegen, haast rationeel exegeet. Duidelijk en vast, zonder conservatief te worden, als een goede leerling van Honig en Hoekstra, Ridderbos en Greijdanus, Bouwman niet te vergeten.
Na zijn afscheid van Rotterdam-Delfshaven verrichtte hij nog tot 1976 hulpdiensten in Renkum en Heelsum. Uit het kerkblad dat bij zijn ‘definitieve’ afscheid verscheen blijkt wel hoezeer zijn werk als bejaardenpastor werd gewaardeerd. Nauw werkte hij samen met ds. D. van Santen. Zelf schrijft hij: “De punt is gezet. Dit slothoofdstuk van het levensboek wordt dankbaar en blij beëindigd. Gesteld eens dat er van het leven een tweede druk mogelijk zou wezen, dan zou ik bij het nakijken van de drukproef ervan heel wat doorhalingen en korrekties aanbrengen. Gelukkig maar dat het niet kan en ook niet... hoeft.” En hij citeert het bekende woord van Kierkegaard: “Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd” .
J. van Gelderen, Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2003

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's

Jan Gerrit Adema

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2003

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's