Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scharendijke, een teken!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scharendijke, een teken!

Oecumenische beweging na de Watersnood

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘De kerkhistoricus die later haarfijn de ontwikkeling der hervormd-gereformeerde relatie napluist, zal eenmaal in zijn lang verhaal van de gewone letter naar de kapitalen overspringen. Dat zal zijn, wanneer hij schildert wat er na de ramp in Scharendijke is geschied.’ 1 Aldus Thijs Booij in 1956.

Buitengewone omstandigheden bieden ruimte voor buitengewone gebeurtenissen. Zo bood de Watersnoodramp van 1953 ruimte voor samenwerking tussen hervormden en gereformeerden in Scharendijke, die in gewone omstandigheden ondenkbaar was geweest. Na de ramp waren de meeste dorpsbewoners geëvacueerd. Het hervormde kerkgebouw in Elkerzee en het gereformeerde kerkgebouw in Scharendijke konden door de waterschade niet worden gebruikt.

Vanaf Eerste Paasdag, 5 april 19 53 , werden er weer kerkdiensten gehouden in Scharendijke, eerst in het gemeentehuis ‘bij gunstig tij’ en later in de christelijke school. De gereformeerde predikant, ds. H.M. Kuitert (“ 1924), en de hervormde predikant, ds. A.P. Nauta (*1923)2 gingen bij toerbeurt voor. De Zeeuwse Kerkbode verscheen tijdelijk op groter formaat en diende als contactorgaan voor de geëvacueerde gereformeerden. In de rubriek ‘Uit de getroffen kerken’ deden de predikanten uitvoerig verslag van de ontwikkelingen in het rampgebied.

Zo schreef Kuitert in de zomer van 1953:

Dan iets over onze diensten in Scharendijke. Toen ik er de laatste keer preekte, konden de mensen al bijna niet meer in het lokaal. We zaten er al met meer dan 100 personen. En weet U, wat zo mooi is? Dat gaat tot nu toe in een voortreffelijke harmonie: Hervormd en Gereformeerd samen. U hebt wel eens gehoord van “ oecumenische beweging” . Dat wil zeggen: het streven om de belijdende kerken dichter bij elkaar te brengen. Meestal verloopt zo’n oecumenische beweging in vele en mooie woorden. Zolang je als kerken n.1. maar ver genoeg van elkaar vandaan blijft, lukt het wel met mooie woorden en complimentjes. Kom je dichter bij elkaar, dan is het met die beleefdheidsbetuigingen spoedig gedaan. Het is net als bij het gewone menselijke verkeer: “ verstenliefde” is gemakkelijk, maar “ naastenliefde” wordt pas moeilijk. Want dan zie je ook de lelijke dingen van de buurman, zijn gebreken en zijn minder mooie practijken. Iets dergelijks is het ook met het oecumenisch streven. We moeten het maar goed in ons oor knopen: er is heel wat meer geduld, en heel wat meer liefde voor nodig, dan men doorgaans denkt. Van weerskanten zullen we nu eikaars fouten gaan zien. En het makkelijkst is dan om de banden maar gauw door te breken. Laten we voor deze gemakzucht gewaarschuwd zijn. Wie voor de eenheid van Christus’ kerk bidt, moet niet te bang zijn om er ook hard voor te werken.3

Op zaterdag 22 augustus maakten de kerkeraden afspraken over de gezamenlijke diensten in de school.4

Op 30 september was er voor de gereformeerden een gemeentevergadering in het jeugdgebouw te Haamstede. Allerlei maatregelen en plannen werden besproken. Op zondag 1 1 oktober zou er zelfs een gezamenlijke avondmaalsviering zijn in Scharendijke. Op voorstel van de hervormde kerkeraad5 zouden ’s morgens de gereformeerden avondmaal vieren en daarbij de hervormden uitnodigen als gast; ’s middags zou het andersom zijn. Kuitert benadrukte, dat het besluit niet was genomen op grond van plaatsgebrek of noodsituatie:

Het laatste woord is hier het heimwee naar de eenheid van Christus’ kerk, ook al worden al deze dingen bij ons door de nood geboren. Het gaat uiteindelijk om dat gebed van de Here Jezus Zelf: “ ... dat zij allen één zijn” (Joh. 17 :2 1) .6

Een week later deed Kuitert verslag:

Ja, het is werkelijk gebeurd! Wrijf uw ogen maar uit. Of nog beter: doe uw handen er maar voor samen en dank er voor. Wij hebben het in Scharendijke ook als een feestelijk wonder beleefd. De Ned. Herv. gemeente en onze Geref. Kerk zaten broederlijk bij Christus aan tafel. “ Gelijk uit vele beziën, tezamen geperst zijnde, één wijn en drank vliet... alzo zullen ook wij allen, die door het waarachtig geloof in Christus ingehjfd zijn, door broederlijke liefde, om Christus’ onze lieve Zaligmakers wil, die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad, allen tezamen één lichaam zijn, en zulks niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen” . (H.A. formulier.)
Misschien hebt U ook wel eens een verdrietig gevoel gehad, als we deze regels samen lazen. De gescheidenheid van de christelijke kerk is telkens een donkere rand rond het witte feestlicht geweest.
U kunt zich de blijdschap denken van alle broeders en zusters in Scharendijke, nu we één keer mochten meemaken dat het ook anders kan.
Ik hoop van ganser harte, dat deze H.A.-viering het heimwee van al onze broeders en zusters wakker maakt. Heimwee naar de éne grote kudde, en de éne grote tafel en aan het hoofd er van de Herder, die Zelf Lam geweest is.
Van buiten gezien was het helemaal niet indrukwekkend. Een armoedig schoollokaal, in een armoedig plekje, omspoeld door het water. Geestelijk gezien, schitterde door al die armoe heen iets van de glorie van de Heiland, die Zijn schapen langzaam maar zeker bij een-vergadert. Ik hoop, dat heel onze gemeente dat laatste er van ziet en vasthoudt.7

In het Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland deed ds. Nauta verslag:

Alle gemeenteleden, die Zondag jl. in Scharendijke de Avondmaalsviering meemaakten zullen het met me eens zijn: ’t Was een grote feestdag! Wat hier in geen 70 jaar meer was gebeurd, had Zondag plaats: Als Gereformeerden en Hervormden mochten we samen aanzitten aan de tafel des Heren. God heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd!8

Dr. C. Stam van Goes plaatste in de Zeeuwse Kerkbode kritische kanttekeningen bij de gang van zaken in Scharendijke: ‘We weten, dat in Zeeland, in de grote nood, door de Februari-ramp ontstaan, op kerkelijk gebied enkele verrassende dingen zijn gebeurd. Waarover wij geen oordeel uitspreken, aangezien dit zó volkomen samenhangt met de noodsituatie en de samenleving, die daarin ontstond, dat dit geheel op zichzelf moet bezien worden. Maar, wanneer zonder uitzonderlijke aanleiding, kerken op zichzelf de oplossing van het kerkprobleem gaan forceren, dan is te vrezen, dat hieruit schadelijke gevolgen komen.’7
Ook elders in het land werd het gebeuren in Scharendijke met argusogen gevolgd. Het Gereformeerd Weekblad plaatste een uiterst kritisch ingezonden stuk van R. Valkema te Groningen, waarvan de conclusie luidde: ‘Wat Scharendijke deed, ondermijnt de fundamenten van ons Geref. kerkelijk leven.’10 Eindredacteur J. Ridderbos tekende daarbij aan: ‘Indien wij - wat niet het geval is - het bedoelde stukje hadden gelezen vóór het verscheen, zouden we er of een woord van critiek aan hebben toegevoegd óf het gehele bericht hebben geschrapt.’ 11
Een week later kreeg Kuitert in het Gereformeerd Weekblad evenwel alle ruimte voor een toelichting op de gebeurtenissen in Scharendijke en de besluiten van de gereformeerde kerkeraad:

Na de ontstellende datum van 1 Februari 1953 begonnen de enkele mensen die nog in de buurt van Scharendijke achtergebleven waren, de Naam des Heren aan te roepen. Dat gebeurde in een soort kamer, die met laag water altijd droog stond. Om de beurt hebben mijn Ned. Herv. collega en ik zelf deze diensten geleid. Hoe moest dat anders?
Gezamenlijk hebben Ned. Herv. mensen en Gereformeerde mensen daar als christenen naar de vertroostingen van het Evangelie geluisterd, terwijl buiten hun verliezen aan mensen, have en goed werden opgeteld.

Kuitert benadrukte het tijdelijke van het samenwerkingsverband:

Wat van meet af aan het pijnlijke in dit samengaan is geweest, is het zeker-weten dat het weer op moest houden. Straks krijgen beide kerken hun eigen gebouw weer terug, dat hopen we tenminste. En dan gaat het gebeuren: dan moeten we elkaar hier in Scharendijke weer loslaten. Dat doet ons erg zeer, bij voorbaat al, maar daar weten wij geen andere weg op.

Kuitert onderkende, dat het gebeurde in Scharendijke geen oplossing was van het oecumenische vraagstuk:

Dit probleem kan een plaatselijke kerk vandaag aan de dag niet oplossen. Wel kan een plaatselijke kerk misschien meewerken aan een oprechte bezinning over de verhouding Hervormd-Gereformeerd. Of over de vraag, hoe wij ons nu concreet een broederlijke gezindheid tussen deze beide kerken moeten indenken.
Natuurlijk heeft iemand na deze uiteenzetting ten volle het recht om te zeggen, dat hij het toch verkeerd vindt, zoals dit in Scharendijke toegaat.
Maar laat hij tegelijk voor ons bidden.
Wat ik persoonlijk erg jammer vind, is het vele geschrijf over Scharendijke zonder gebed.
Het verdriet en de ravage op Schouwen-Duiveland is erger dan de meeste mensen in Holland weten. Men moet niet redeneren van: het is al weer zo lang geleden, ze moesten daar maar weer gewoon doen. Er is nog niets gewoon bij ons, en het moeilijkste moet nog komen.
Wie daarom voor ons bidt, helpt ons het allermeest.11

Op zondag 20 december 1953 werd in Scharendijke een houten noodkerk in gebruik genomen.13 Daar werd op zondag 7 februari 1954 opnieuw gezamenlijk avondmaal gevierd. Kuitert schreef: ‘Over de samenwerking met de Ned. Herv. gemeente is op de gemeentevergaderingen telkens gepraat. De kerkeraad is van plan straks eens een vergadering in Scharendijke te houden, waar we enkel over deze vragen eens samen zullen praten. In de krant er over schrijven, lijkt me niet zo gunstig, want daar gaat heel schrijvend Nederland zich weer op storten.’ 14

Met Pinksteren (zondag 6 juni 1954) zouden de gereformeerden hun eigen kerkgebouw in Scharendijke weer in gebruik nemen.15 De hervormden zouden voorlopig gebruik blijven maken de noodkerk. Op zondag 30 mei 1954 hielden ze er dus voor het laatst gezamenlijke diensten. De noodkerk was tot in de hal en de consistorie bezet. In de samenzang klonk een bede:

God roept, en wat de mensen scheidt,
dat zij geen scheiding meer;
Zijn liefde houd’ ons allen saam
en samen met den Heer.16

De beide kerkeraden gaven een kanselboodschap uit:

1 . Nu het dwingende karakter van een rampsituatie voorbij is, en daarmee aan de samenwerking tussen de Herv. gemeente van Elkerzee en de Geref. kerk te Scharendij ke, zoals die tot voor kort bestond een einde is gekomen, spreken de kerkeraden van beide gemeenten met nog grotere aandrang dan voorheen uit, dat het gescheiden voortleven van de beide gemeenten hen bedroeft en verontrust.
2. Het blijkt dat de rampsituatie beide kerken wel dichter bij elkaar gebracht heeft, maar dat, vooral bij dieper doorspreken, de kloof tussen beide gemeenten nog te groot is om tot eenheid van organisatie te komen.
Dit constateren beide kerkeraden met droefheid, erkennende ieder voor zijn deel de schuld, met name de schuld die gelegen is in het wederzijds wantrouwen en in het niet voldoende kunnen luisteren naar wat de ander als waarheid meent te moeten erkennen.
3. Beide kerkeraden beloven elkaar voor Gods aangezicht om niet op een tweede watersnood te wachten en dan pas zich opnieuw te laten verontrusten, maar om vanaf heden zich samen te buigen onder het Woord Gods, dat Woord in hun gemeenschappelijke vergaderingen te laten spreken, en alzo gezamenlijk te leren het eens te zijn met het getuigenis der apostelen, en daarin de kerkelijke eenheid te zoeken en te vinden waarvoor de Here Jezus Christus reeds gebeden heeft in Joh. 17 , en waarvoor zijn ganse kerk vandaag nog bidt.
4. Om blijk te geven, dat men gezamenlijk begeert onder hetzelfde Woord te buigen, en ten teken dat men elkaar hierin vertrouwt, stellen de kerkeraden zich voor om in hun gemeenten de z.g. kanselruil in te voeren, indien van de zijde der meerdere vergaderingen geen bezwaren zijn ingebracht, met dien verstande dat voortaan in de loop van een afgesproken aantal weken éénmaal de Geref. predikant in de Herv. Kerk zal voorgaan, terwijl in de loop van hetzelfde aantal daarop volgende weken éénmaal de Herv. predikant in de Geref. Kerk zal voorgaan.17

De voorgenomen kanselruil kon de goedkeuring van Ridderbos in het Gereformeerd Weekblad niet wegdragen: ‘Wij moeten de kerkelijke grenzen niet laten verflauwen; doch het standpunt, dat onze Kerken in gehoorzaamheid aan Gods Woord hebben ingenomen, ten volle handhaven; ook opdat wij de daaraan verbonden zegen niet verbeuren. Dat geldt voor oud en jong beide. Maar de ouderen hebben wel bijzonder toe te zien, dat ze aan het opkomende geslacht ook in dezen de goede weg wijzen.18

Het moderamen van de hervormde synode verklaarde naar aanleiding van de kanselboodschap ‘zeer verheugd [te zijn] over de gunstige ontwikkeling, die na de watersnoodramp van 19 53 heeft plaatsgevonden in de verhouding van de Gereformeerde Kerk te Scharendijke en de Hervormde Gemeente te Elkerzee. Het hoopt van harte, dat deze ontwikkeling zich in de toekomst voort zal zetten.’ 19
Het gebeuren in Scharendijke werd met belangstelling gevolgd. ‘Om welk een grote zaak het hier gaat, daaraan worden we als we het zelf soms dreigen te vergeten gedurig herinnerd door de brieven, telegrammen en telefoontjes, die bewijzen, dat in de kerk veler ogen in biddend verwachten op “ Scharendijke” zijn gericht.’20
De gereformeerde classis Zierikzee verheugde zich ‘over de blijken van toenadering tussen de beide plaatselijke kerkgemeenschappen’. De classis pleitte voor geregeld contact tussen de kerkeraden, maar deed ook de aanbeveling de leden van de gemeenten in dit gesprek te betrekken. ‘De vorm van kanselruil acht de Classis niet doelmatig en niet gewenst. Wèl komt in aanmerking de gemeenschappelijke kerkdienst, mits gezien in het raam van gezamenlijke geloofsgehoorzaamheid en reikende naar de gezamenlijke viering van het Heilig Avondmaal. De Classis voegt aan dit advies toe de bede, dat de Koning der Kerk de pogingen van de Kerk van Scharendij ke tot verantwoorde gemeenschapsoefening moge zegenen en vruchtbaar maken.’11

Niet alleen de dijken, ook de oude verhoudingen werden gaandeweg hersteld. Op i i januari 1955 vond aan hervormde zijde de eerste kerkvisitatie na de ramp plaats. De kerkeraad besprak met de visitatoren onder meer de hervormd-gereformeerde samenwerking. ‘De heren kerkvisitatoren zijn er voor, gelegde contacten niet ontijdig te verbreken, al waarschuwen ze voor het Geref. machtsstreven. Er zijn echter onder de leden van de Geref. Kerken velen die belijden dat het ook daar een zoeken en tasten naar de Waarheid is.’11

Twee dagen later werd er een gemeentevergadering gehouden. De terugblik van ds. Nauta in het kerkblad verraadde nog niets: ‘Terugziende op de laatste gemeente-avond kunnen we zeggen: we hebben eens echt met elkaar gepraat, ’t Is goed dat dit in ons Hervormde gezin zo nu en dan eens gebeurt.’13
Op i april 1955 vergaderden de kerkeraden gezamenlijk. Daar werd het besluit genomen om ‘het aanvankelijke plan te laten varen om af en toe Zondags een gezamenlijke dienst te organiseren’. In het hervormde kerkblad lichtte ds. Nauta toe: ‘Gezien de huidige situatie en gehoord de reacties op onze laatste gemeenteavond leek ons een andere beslissing onverantwoord.’14
Precies twee jaar na de eerste gezamenlijke diensten van hervormden en gereformeerden in het gemeentehuis van Scharendij ke werd de samenwerking beëindigd. Op zondag 3 april 1955 werd in de gereformeerde kerk van Scharendij ke van de kansel afgelezen: ‘De kerkeraad deelt met droefheid mede dat de plannen tot kerkelijke samenwerking met de Ned. Herv. Gemeente te Elkerzee van de baan zijn, daar de kerkeraad van de Ned. Herv. Gemeente, gezien de oppositie tegen deze plannen in de boezem van haar eigen gemeente, verdere medewerking definitief heeft geweigerd.’25

Twee jaar later blikte Thijs Booij terug:

Ik weet het, de gezamenlijke Avondmaalsvieringen van hervormden en gereformeerden daar zijn weer voorbij. De Heer wordt weer aan twee tafels genodigd. Maar het feit, dat daar aan die vergeten Kloosternol hervormden en gereformeerden uit één beker dronken en van één brood aten, blijft en wel als een inspiratie voor gans de hervormde en gereformeerde samenlevingen. En met het jaar wordt dat feit luider en lichtender. Dat feit was een teken en een teken krast men niet weg26

Kuitert behoorde tot ‘De Achttien’ , hervormde en gereformeerde predikanten die in 19 6 1 uitspraken, dat ‘de gescheidenheid van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken niet langer geduld kan worden’. Zij stonden aan de basis van het Samen op Weg-proces. In Scharendijke vormen hervormden en gereformeerden sinds 1994 één gemeente.

Geraadpleegde archieven
Archief Gereformeerde Kerk te Scharendijke (Streekarchief Schouwen-Duiveland, toegang 446).
Archief Hervormde Gemeente te Elkerzee (Streekarchief Schouwen-Duiveland, toegang 432).


Noten

1. Thijs Booij, Een stille omwenteling: het gereformeerde leven in onze jeugd, Amsterdam 1956, blz. 277. Zie ook: Jan Zwemer, ‘ “Al waren de dijken twintig meter hoger geweest...” : geloofsbeleving in het rampgebied van 19 3 3 ’, in: Zeeland, jg. n n r . 1, maart 2003, blz. 10-16. Een eerste gezamenlijke bidstond van hervormden en gereformeerden vond overigens al in 19 16 plaats in de gereformeerde kerk te Scharendijke. Zie: A.K. Straatsma, ‘Anticipatie op de Una Sancta’, in: Uit de kamferkist, Amsterdam [1954], blz. 70-74.

2. Zie ook: Jan en Herman Nauta, Alleen maar water: Elkerzee/Scharendijke in 1953, originele beelden en persoonlijke verhalen, Middelburg 2013.

3. Zeeuwse Kerkbode, 7 augustus 1953.

4. Kort verslag gezamenlijke vergadering hervormde en gereformeerde kerkeraad, 22 augustus 1953 (in notulenboek gereformeerde kerkeraad).

5. Notulen hervormde kerkeraad, 28 september 1933.

6. Zeeuwse Kerkbode, 9 oktober 1933.

7. Zeeuwse Kerkbode, 16 oktober 1953. Overgenomen in: Gereformeerd Weekblad, 23 oktober 1953.

8. Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland, 16 oktober 1953.

9. Zeeuwse Kerkbode, 23 oktober 1953.

10. Gereformeerd Weekblad, 6 november 1953.

11. Ibid.

12. H.M. Kuitert, ‘Wat gebeurt er te Scharendijke?’, in: Gereformeerd Weekblad, 13 november 1953. Met het ingezonden stuk van Kuitert sloot eindredacteur J. Ridderbos de discussie.

13. Zierikzeesche Nieuwsbode, 19 december 1953.

14. Zeeuwse Kerkbode, 5 februari 1954.

15. Zeeuwse Kerkbode, 1 1 juni 1954. De gereformeerde kerk, ‘De Hoeksteen’, was in gebruik tot 25 maart 2001. Elementen uit het interieur van ‘De Hoeksteen’ zijn verwerkt in het interieur van de hervormde Bethlehemkerk of daar tentoongesteld.

16. Gezang 12 1:3 a (Hervormde Bundel 1938).

17. ‘Kanselruil te Scharendijke’, in: Gereformeerd Weekblad, 18 juni 1954. Ook opgenomen in: Hervormd Kerkblad voor het eiland Schouwen-Duiveland, 4 juni 1954, en Zeeuivse Kerkbode, 4 juni 1954.

18. J. Ridderbos, ‘Kanselruil?’, in: Gereformeerd Weekblad, 2 juli 1954.

19. Moderamen Generale Synode nhk, 23 juni 1954 (Archief Hervormde Gemeente te Elkerzee, inv.nr. 24, ingekomen stukken 1954-1955, nr. 1137).

20. Ds. A.P. Nauta in: Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland, 6 augustus 1954

21. Classis Zierikzee, 10 november 1954. Kort verslag in: Zeeuwse Kerkbode, 19 november 1954.

22. Notulen bijzondere kerkeraadsvergadering, 1 1 januari 1955.

23. Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland, 21 januari 1955.

24. Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland, 8 april 1955.

25. Archief Gereformeerde Kerk te Scharendijke, inv.nr. 21 (afkondigingen).

26. Thijs Booij, t.a.p.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's

Scharendijke, een teken!

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's