Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee boosheden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee boosheden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn volk heeft twee boosheden gedaan: Mij de Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden". Jeremia 2 :13

Is er groter dwaasheid te bedenken, dan die hier wordt beschreven? Daar heeft iemand vlak bij zijn huis een levende bron van het heerlijkste water. Hij heeft er maar uit te scheppen. Er is altijd genoeg. Het is altoos fris. Doch ziet, hij laat de springader van levend water ongebruikt en gaat met veel moeite zich bakken uithouwen, om daar het regenwater in op te vangen. En hoewel bij het uithouwen deze bakken gebarsten zijn, zodat het opgevangen water er uit weglekt, nochtans blijft hij bij zijn gebroken bakken en laat de fontein van levend water ongebruikt. Welk een dubbele dwaasheidl Zulke dwazen zijn wij.
Maar God noemt het niet slechts dwaasheid. Boosheid is het. „Mijn volk heeft twee boosheden gedaan: Mij, de Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit tc houwen, gebroken bakken, die geen water houden". Hier leert God u, wat „zonde" is. Gij kunt misschien op allerlei wijze omschrijven, wat zonde is. Maar de Alwetende en Heilige, Die alleen volkomen dc zonde kent en u en mij doorgrondt, zegt: zonde, de zonde bij uitnemendheid, is: „Mij verlaten om het elders te zoeken". Dat deden Adam en Eva in het Paradijs. Dat deden de Israëlieten, tot welke Jeremia predikt. Dat doen wij allen, altoos weer opnieuw. God, de Springader van alle waarachtig geluk, laten wij los om overal elders dat geluk te zoeken, waar het toch niet te vinden is:
Dat is onze dwaasheid, onze zonde. Want God heeft er recht op, als onze Schepper, als onze Soeverein, dat wij ons aan Hom houden. Is een moeder niet diep bedroefd en gekrenkt, als haar kind het overal zoekt, behalve bij haar? Méér recht dan die moeder op haar kind en op de liefde van haar kind, heeft de levende God recht op u en op mij. Hij heeft het er toch waarlijk niet naar gemaakt, dat wij Hem verlaten en verachten zouden. Want niet alleen heeft Hij ons geschapen, Hij heeft Zijn eigen lieve Zoon niet gespaard, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven in de dood des kruises, om ons van het ecuwig verderf en de dood tc verlossen. Hij roept ons toe: „Ik ben dc Heere, uw God, D. uit Egypteland, uit het diensthuis, hel» verlost. Gij /, geen andere goden, geen andere helpers er op na houden. Bij Mij kunt gij terecht". „Doe uw moncl wijd open, Ik zal hem vervullen". „Al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig!" En wat doen wij?
In stede van deze vriendelijke uitnodiging gebruik te maken, keren wij Hem, de levende God, de rug toe. Dat is onze eerste boosheid. En nu gaan wij heen en zoeken ons heil bij mensen, bij onszelf, tot bij de somnambules toe! Gebroken bakken, die geen water houden! Dat is onze tweede boosheid. O dwazen, die wij zijn, zondige dwazen! Wat zullen wij doen? Er is maar één mogelijkheid des behouds: „Wederkeren tot die Springader des levenden waters en onze gebarsten bakken in de stock laten, als van nul en gener waarde!"
„Bekeert u!" roept de Heere Zelf ons toe. Ja, maar als ik tot de Heere wederkeer, zal Hij mij d niet verstoten, omdat ik Hem zo lang veracht heb. Hij is toch heilig! Ongetwijfeld! Die zonde moet ook verzoend worden. Maar daar heeft God Zelf voor gezorgd. Hij heeft Jezus Christus, Zijn eigen lieve Zoon, de zonde cn straf laten dragen, opdat Hij u en mij alle zonde en schuld zou kunnen vergeven.
Daarom, wanneer gij u bekeert, wenclt u dan eerst met al uw zonden tot Christus, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. En keer dan, door Christus, weder tot de Vader. Dan zult gij waarlijk bekeerd zijn, wedergekeerd tot de Springader des levenden waters. „O Heere, Israëls verwachting! allen, die U verlaten, zullen besohaamd worden. . . . want zij verlaten de Heere, de Springader des levenden waters. Genees mij, Heere, zo zal ik genezen worden; behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn lof" (Jeremia 17 : 13 en 14).

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1958

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Twee boosheden

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1958

Protestants Nederland | 8 Pagina's