Waarom missie werkt op Protestants terrein

Als wij het roomse weekblad „De Linie" mogen geloven, is „de zending op Nieuw-Guinea op haar retour. De zelfstandigwording van de evangelisch christelijke kerk, die niet op kan tegen de vanuit het moederland sterk gesteunde korporaties van missie en de Amerikaanse zending zijn hiervan de oorzaak. De zending kan niet meekomen in de snelle ontwikkeling van Nieuw-Guinea, maar de missie staat in de voorste linie". Vandaar dat de zending zo geïrriteerd is over de opening van een roomse school in Hollandia. In het weekblad „Hervormd Nederland" gaan de zendingspredikantcn Ds. I. Kijne en Dr. G. P. H. Locher in op deze opmerkingen.
In het jaar 1912 bepaalde het Nederlandse Gouvernement, dat de missie alleen ten zuiden en de zending alleen ten noorden van de op 4° 30' Z.B. evenwijdig met de evenaar door Nieuw-Guinea getrokken lijn mocht werken. In 1928 wiste de regering deze scheidingslijn echter uit. Terstond stelde de zending aan de missie voor, om deze z.g. dubbele zending door een onderlinge afspraak te voorkomen. De missie weigerde (op een konferentie te Ambon in 1928). Wij denken nu eenmaal anders over Rome dan Rome over ons. In 1935 begonnen naast de missionarissen van het Heilig Hart in het zuiden, de Franciscanen in het noorden en westen met hun werk, daarmede dit gedeelte van de missie van de missionarissen van het Heilig Hart overnemende. Vooral na 1945 stuurde deze missie veel paters uit en ontplooide zij een grote aktiviteit.

STRATEGISCH...
Ilct moment was strategisch goed gekozen. Het zendingswerk was door de Japanse bezetting zwaar getroffen. Herstel van het bestaande werk met zijn verscheidene honderden gemeenten en meer dan 100.000 zielen moest prioriteit hebben. Heropening van sommige scholen en evangclisaticposten kon zelfs niet terstond plaats hebben. Bovendien werd een direkt na de bevrijding ingediend voorstel om de opleiding van guru's te heropenen door het Gouvernement afgewezen.
En president Van Eechoud, die verbetering van het volksonderwijs door opening van vervolgscholen zo lang mogelijk tegenhield, stond aan de Franciscanen naar verhouding veel meer dorpsscholen toe dan aan de zending. Dit geschiedde o.m. in de Vogelkop, waar de zending haar vóór dc oorlog begonnen werk niet kon afronden. Voorts openden, dc Fransciscanen in Sorong een school met internaat, welke door vele protestantse kinderen bezocht werd. Zo maakte de missie gebruik van de tijdens de oorlog aan de zending toegebrachte slagen.

SPOEDIG HERSTEL
Intussen had de zending zich zo snel hersteld, dat zij reeds na enkele jaren de initiatieven kon nemen voor de opbouw van het onderwijs aan Papoea's, dat boven de dorpsschool uitgaat. Zij reorganiseerde de school te Joka tot een normale vervolgschool, hervatte in 1948 de opleiding van onderwijzers, begon in dat zelfde jaar met de opleiding van bestuursambtenaren, omdat het Gouvernement daarvoor nog niet gereed was, opende in de volgende jaren de eerste technische school, de eerste — en tot 1958 helaas enige — primaire middelbare school enz.
Dat de missie deze snelle ontwikkeling van de protestantse Papoea's niet bij kon houden, vond zijn oorzaak in het lage peil van het onderwijs der roomse dorpsscholen. Met 'n beroep op de achterlijkheid der Papoea's in Zuid Nieuw-Guinea wist de missie namelijk van 1925 tot de komst der Japanners in 1942 het Gouvernement te bewegen de voorwaarden voor subsidiëring van dorpsscholen voor haar scholen in Zuid Nieuw-Guinea buiten werking te stellen.
De oprichting van boven het dorpsonderwijs uitgaande scholen werd daardoor zeer moeilijk. Terwijl in het noorden elk jaar vele geschikte jongelui geen plaats op de vervolgscholen konden en kunnen vinden, kost het de missie in het zuiden nog steeds moeite om uit haar dorpsscholen een voldoende aantal geschikte leerlingen voor haar vervolgscholen te krijgen.

VREES BIJ MISSIE
De te trekken konklusie is duidelijk. Bij een snelle ontwikkeling van Nieuw-Guinea zal het bestuur voornamelijk in handen van protestantse Papoea's komen. De missie, vooral de Franciscaanse, heeft hierover haar zorgen. Om dit te voorkomen is zij zelfs bezig de ontwikkeling van Nieuw-Guinea tegen te houden. Dit werd onlangs duidelijk toen Monseigneur Dr. Staverman met alle r.k. leden van de Raad voor Volksopvoeding stemden tegen een resolutie waarin gevraagd werd om de opneming van Papoea's in het bestuur van Nieuw- Guinea krachtig te bevorderen door de opleiding voor bestuursfunkties uit te breiden.

(Nieuwe Haagsche Courant)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen