Hoge raad handhaaft het processieverbod

Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikte ons het bericht, dat de Hoge Raad — ons hoogste rechtscollege — arrest heeft gewezen in het proces betreffende het z.g. processieverbod.

In de K. Haagsche Courant lazen wij daarover het volgende:

De Hoge Raad heeft vandaag uitgemaakt, dat de organisator van de bekende processie in Geertruidenberg heeft gehandeld in strijd met de wet en het desbetreffende arrest van het gerechtshof in Arnhem, dat ontslag van rechtsvervolging gaf, vernietigd.

In de pi'ocessic-procedure van Geertruidenberg was de vraag gerezen of het ook door Nederland ondertekende verdrag van Rome ter bescherming van de rechten en fundamentele vrijheden van de mens het betreffende artikel in de Nederlandse grondwet, dat openbare processies in het algemeen verbiedt, niet krachteloos heeft gemaakt. Krachtens dat artikel zijn slechts in die plaatsen, waar ook reeds vóór 1848 openbare processies werden gehouden, deze nu toegestaan.

De Hoge Raad overwoog dat de in de grondwet bedoelde bepaling betreffende beperking van de vrijheid tot het houden van openbare godsdienstoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen ten doel had mogelijke spanning en onrust met de daaruit voortvloeiende kans op ongeregeldheden te weren en daardoor de openbare orde te beschermen. Er bestaat geen grond zegt het college — aan te nemen, dat de handhaving van die bepaling enig ander doel dient en dat de Nederlandse wetgever, door genoemde bepaling ook na het verdrag te laten bestaan, geacht zou moeten worden te hebben gehandeld in strijd met art. 18 van het verdrag op de daarin beschermende rechten en vrijheden toegestane bepalingen slechts mogen worden toegepast met het doel waarvoor de bevoegdheid daartoe is gegeven.

De Hoge Raad heeft voorts aangenomen, dat naar de bedoeling van het bepaalde in het Verdrag van Rome de inhoud van de norm, waarin een op zichzelf geen gewettigde beperking van enige in het verdrag gewaarborgde vrijheid is neergelegd, in beginsel aan een rechtelijke beoordeling is onttrokken en voor de verantwoording moet blijven vamde nationale wetgever.

De Hoge Raad oordeelt het niet juist, dat, zoals het gerechtshof overwoog, de nu ruim honderd jaar gekozen maatstaf geen deugdelijk richtsnoer meer zou kunnen bevatten voor hetgeen de bescherming van de openbare orde thans vereist. Het door het Arnhemse hof gegeven ontslag van rechtsvervolging heeft de Hoge Raad dan ook niet gehandhaafd. Het bestreden arrest is mitsdien vernietigd met de verklaring, dat de gerequireerde in strijd heeft gehandeld met de grondwet.

Tot zover over dit blad. Reeds enkele malen is in ons blad over deze kwestie geschreven, onder verwijzing naar het Herderlijke Schrijven van de Synode der Hervormde Kerk van maart 1950.

Het doet ons daarom goed, dat de Hoge Raad tot gemelde conclusie is gekomen. Niet alleen de openbare orde is hiermee gebaat, maar ook de vrijheid van alle burgers, de rooms-katholieken niet uitgesloten!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen