Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het processieverbod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het processieverbod

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens het „Deventer Dagblad" van 22 januari 1962 is de verhouding tussen protestant en rooms-katholiek heel wat ten goede veranderd. Volgens genoemd dagblad is er echter nog een belangrijk struikelblok „op de weg naar protestants- katholieke (!!) toenadering". Dit struikelblok is „een odium van onvolledig burger 1 recht voor een deel (lees r.k. deel v. O.) van onze bevolking". Dit „struikelblok" behoort, volgens het „Deventer Dagblad" thuis „in de rariteitenwinkel". Dit struikelblok is . . . . artikel 184 van de Ned. Grondwet (1848), het grondwetsartikel inzake het processieverbod. Ook sommige protestanten willen Rome gaarne de processies geven. Zij noemen opheffing van het processieverbod „een eis des tijds", waaraan zo spoedig mogelijk moet worden voldaan. Het processieverbod geeft niet weinige roomskatholieken reden tot onbehagen en misnoegen. Prof. F. Duynstee bijv. wijdde aan deze materie een breedvoerig artikel in „De Tijd-Maasbode" van 23 maart j.1., waarin o.a. de volgende passage voorkwam: „Dat wat gestabiliseerd werd in 1848 draagt naar ons gevoelen het stigma van lange eeuwen onderdrukking". In het „Herderlijk Schrijven" van de Gen. Synode der Ned. Herv. Kerk (maart 1950) werd terecht gezegd: „Niet de tegenstand tegen or heffing van het processieverbod is intoleram, maar juist het verzoek tot opheffing".

Een processie is in feite een ommegang met de geconsacreerde hostie.

Een processie houdt dus nauw verband met de bediening van het „sacrament des altaars". Het op het altaar liggende brood veranderd — naar r.k. opvatting — tijdens het uitspreken van het instellingswoord van Christus „Dit is mijn Lichaam" door de priester, wezenlijk in Christus' Lichaam. Na verandering in het Lichaam van Christus wordt de hostie tentoongesteld. Tijdens een processie wordt de hostie rondgedragen op straat, waarbij rooms-katholieken verplicht zijn te knielen. Een processie is ergo — gezien bij het licht van Zondag 30 van de Heid. Cat. — afgoderij, hetwelk God in Zijn Wet verbiedt. In het reeds genoemd „Herderlijk z Schrijven" is dan ook terecht gesteld: „De processie op straat is symptoom en resultaat van zulk een absolutistische opvatting der Christusheerschappij, waardoor aan het eerste en aan het tweede gebod geen recht meer wordt gedaan". Handhaving van het processieverbod betekent dan ook niet onrecht, maar opheffing van dit verbod zou juist aantasting van recht en vrijheid impliceren. „De vrijheid om op de straten van Nederland processies te houden zou de vrijheid der anderen opheffen, om op straat zich zelf te zijn". (Herderlijk Schrijven).

Prof. Duynstee heeft in zijn hierboven genoemd artikel een beroep gedaan op artikel 9 van de in 1950 te Rome vastgestelde Europese Conventie van rechten van de mens en zijn fundamentele vrijheden. Art. 9 luidt: „Ieder heeft het recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst, dit recht houdt in de vrijheid van verandering van godsdienst of overtuiging, evenals de vrijheid zijn godsdienst individueel of collectief te manifesteren. Deze vrijheid kan slechts worden beperkt door noodzakelijke wettige maatregelen vanwege (o.a.) de handhaving van de orde, de openbare zeden, dc bescherming van de rechten en de vrijheden van de ander". Aangezien de overheid de handhaafster van de vrijheid in het publieke leven is, heeft zij op de bres te staan voor de rechten en de vrijheden „van de ander". Het in de Ned. Grondwet vastgelegde processieverbod behoort nu juist tot de noodzakelijke maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden van de ander, waarvan in art. 9 van het Verdrag van Rome sprake is.

Overigens verkeert Prof. Duynstee in de greep van het dualisme. Immers de r.k. kerk heeft deze rechten niet aanvaard'. Uiteraard speelt ook de opvatting, dat dc r.k. kerk het recht van vrijheid alleen voor zich- ;elf opeist, een rol. Naar de mening van prof. Duynstee en zijn medestanders betekent het processieverbod een tekort doen aan de rechten en vrijheden van de rooms-katholieken. Hoe dan te denken — in het kader van art. 9 van de Europese Conventie — over de positie van de protestanten in Spanje? José Bonifacio Garcia en Genaro Redero Prieto werden immers veroordeeld tot gevangenisstraf omdat zij weigerden tijdens een mis in militare dienst te knielen! In landen, waar de r.k. kerk een machtspositie inneemt heeft men een andere interpretatie van de begrippen recht en vrijheid. Daarom „met het processieverbod staat heel onze staats- en levensorde op het spel. De processie is immers de voorloopster van wat ons te wachten staat als het R.K^ absolutisme heel het publieke leven voor zich opeist". (Herderlijk Schrijven, 1950).

De twee „gezichten" van Rome loeren telkens weer om de hoek. Paus Johannes XXIIÏ — evenals zijn voorganger paus Pius XII — heeft zich herhaaldelijk beklaagd over de benarde positie van de rooms-katholieken in de landen achter het IJzeren Gordijn. Maar intussen laat hij het discriminerend optreden van het roomskatholicisme ten opzichte van het protestantisme in die landen, waar een r.k. meerderheid zetelt, zonder commentaar toe. In Nederland is de r.k. kerk er tot dusver nog niet in geslaagd zich een dergelijke machtpositie te verwerven. Om haar invloedssfeer te vergroten maakt Rome in ons land — waar het bijna alles oecumene heet wat de klok slaat — van een ander, nl. vriendelijk „gezicht" gebruik, totdat . . . .

Dc historie van Frankrijk en België, alsmede van ons eigen vaderland heeft bewezen wat overmacht van het rooms-katholicisme betekent. De Duitse protestanten ervaren het vandaag geleidelijk in C.D.U.-verband. Wij — protestanten van vandaag — dienen dan ook kerkelijk en politiek op de bres te staan voor de reformatorische beginselen, gelet op de profetische roep: „Versterkt de slappe handen en stelt de struikelende knieën vast".

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Het processieverbod

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962

Protestants Nederland | 8 Pagina's