Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van een overbodig Concilie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van een overbodig Concilie

een zigzaggende Paus en Roomse blijdschap

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

,,lir heerste zaterdag in de Sint Pieter een blijde stemming", lazen wij in de — over het algemeen tóch wel progressieve — roomse „Volkskrant" van maandag 23 november 1964 met betrekking tot de sluiting van de derde conciliezitting. Een eclue „roomse blijdschap" dus, die voor meerdere lezers van genoemd blad moeilijk verteerbaar was, zoals zij ook door middel van ingezonden brieven aan de redactie lieten weten.

Als wij het nog eens nagaan, wat er over deze derde concilieperiode geschreven is, komt ook ons deze blijde stemming in de Sint Pieter, op hei zachtst uitgedrukt, wel wat merkwaardig voor.

De bekende r.k. publicist Michel van der Plas, schrijver o.m. van het lezenswaardige Dagboek van het Concilie, bleek volgens zijn artikel in Elsevier van 28 nov. allerminst verheugd over de gang van zaken rond de „Verklaring over de Godsdienstvrijheid".

De bekende r.k. publicist Michel van der Plas, schrijver o.m. van het lezenswaardige Dagboek van het Concilie, bleek volgens zijn artikel in Elsevier van 28 nov. allerminst verheugd over de gang van zaken rond de „Verklaring over de Godsdienstvrijheid".

Trouwens, ook over de behandeling van het schema „Over het oecumenisme" weet Van der Plas niets goeds te berichten. Een enkel citaat: „En de wijzigingen zijn niet allemaal stijlverbeteringen. Als men de zin, die zegt dat de christenen van de Reformatie Christus „vinden" in de Schrift veranderd ziet in een die zegt dat zij Hem „trachten te vinden" is dat nauwelijks meer een nuance-verschil; het is een discriminatie". Alleen reeds bij de behandeling van dit schema heeft het concilie, daartoe door een minderheid gedwongen, zijn gezicht verloren, meent hij. Zó zelfs, dat één der aanwezige theologen uilriep: „Als de kerk vitaal genoeg was, hadden we nu een schisma".

Een andere bekende publicist, Jan Rogier, gaf een beschouwing „Na weer een overbodig concilie" in „Vrij Nederland" van 28 november onder de titel „Liever geen bloemen — gaarne gebeden". Zijn conclusies zijn even juist als scherp en wij citeren:

„Maar op he.t iaatste ogenblik werd weer „van hogerhand" eten nota explicativa toegevoegd, die de collegaliteit op losse schroeven zet door het horen van de bisschoppen te binden aan een uitnodiging van de paus en het erkennen van een bisschop te laten afhangen van een pauselijk besluit. De vergaderde vaders hebben die nota aanvaard om nog te redden wat te redden viel. liet gesprek met het Oosten is daarmee afgebroken — dat zal wel spoedig blijken — en 1870 is gecorrigeerd noch aangevuld: hei primaat is sterker geaccentueerd dan ooit. De bisschoppen zijn gedegradeerd tot raadgevers en het concilie is even overbodig geworden als hel na 1870 steeds geweest is". F.n verder: ,, want democratie is een begrip dat voor de Romeinse instanties nog altijd ketters is. Dc nota explicativa en de eigenhandige wijzigingen van de paus in reeds vastgestelde andere schema's met name over de oecumene en over de Joden, adstrueren die stelling".

Maar toch, graag of niet, de bisschoppen zullen zich /onder verder verzet bij de gang van zaken neerleggen, want, zegt Jan Rogier: „Treden uit het eigen kader is voor iedereen een moeilijke stap. Schoppen tegen de muur van dc vertrouwd geworden cel is veel gemakkelijker dan de beslissende stap zetten naar de vrijheid. De protesterende bisschoppen zouden echter wel moeten bedenken, dat velen onder hun dierbare gelovigen die stap gemakkelijker zetten dan zij zelf, ook wanneer zij met intense belangstelling het Roomse drama van de laatste jaren hebben gevolgd".

Om bij de grote weekbladen tc blijven: Ook de „Haagse Post" en „de Groene Amsterdammer" kunnen geen waardering opbrengen voor de houding van de paus en zijn curie gedurende de derde conciliezitting.

Dc H.P. schrijft over hem (28 nov.) onder de kop ..De zigzaggcr" cn wijst er o.m. op, dat de door de paus aan Maria gegeven titel van Moeder der Kerk in strijd is met hetgeen de Nederlandse kardinaal Alfrink op 18 sept. in het concilie gezegd heeft: „benamingen van dc volksmond als moeder der kerk, medeverlosseres en middelares aller genaden veroorzaken verwarring en misverstand". En in de „Groene" schrijft Hans van Amersfoort over ,.De hink-stap sprong van de R.K. kerk" met het volgende slot: „7.o is hel concilie meer en meer geworden tot een droevig geheel van pretenties, die niet kunnen worden waargemaakt. F.r is een verklaring over de Joden, zo moeizaam tot stand gekomen, dat ze een duidelijk bewijs is van het onvermogen van de concilievaders de problemen der twintigste eeuw op te lossen. Zolang progressiviteit in de R.K. kerk nog betekent dat men naar best vermogen achter het denken van de niet-katholieke wereld aanhobbelt, kunnen we weinig anders verwachten. Hoogstens zullen we de R.K. kerk zo af en toe een hink-stapsprong zien maken. Laten we hopen dat dii de achterstand beperkt houdt".

Met deze citaten is zo ongeveer wel alles gezegd wat er van het concilie te zeggen valt. We kunnen cr aan toevoegen: in vrijwel elk opzicht bevestigen deze citaten datgene wat reeds eerder de laatste jaren in „Protestants Nederland" ten aanzien van de concilieverwachtingen is gezegd. We constateren liet nuchter als iets dat voor iedere protestant van meet af aan duidelijk had moeten zijn. Zowel het dogma van 1870 over het primaatschap van de paus, als de regels van liet kerkelijke recht en de macht van „liet hof van Rome" blokkeren alles wat in de roomse kerk maar de schijn van relormatie zou kunnen hebben.

Maar niet ontmoedigd zijn „onze" protestantse waarnemers, die ondanks alle „bezorgdheid" cn/. toch nog wel dc volgende conciliezitting willen meemaken, omdat zij „moeten zorgen" — aldus de vrijzinnige Prof. van llolk — „dat de meerderheid van het concilie steun krijgt". Ook cle Nederlands-Amerikaanse Prof. Oberman is „leleiirgesteld" en/. Zijn teleurstelling is mede daarom zo grooi, omdat naar zijn mening de vernieuwingen in de R.K. kerk er toe zouden kunnen bijdragen „de anti-papistische achterban en het negativisme bij ons te bestrijden". Waar „waarnemen" al niet goed voor is.

Intussen: de tijd gaat voort cn na cle sluiting van het concilie bezocht paus Paulus VI begin december India, om daar luister bij tc zetten aan het Eucharistisch Congres te Bombay. Daar is hij dan ook wel in geslaagd, want op het gebied van pracht en praal weten zowel de machthebbers van het Vaticaan als die van India wat liet volk toekomt Bovendien vond hij nog gelegenheid in een weeshuis te ontbijten en als een sinterklaas-van-hogere-orde grote geldbedragen te schenken \ oor lieldadige doeleinden. Men zou willen, dat hij nooit iets anders deed

En voor wie nu toch nog een onprettige gedachte over de paus mocht hebben geven wij tenslotte een gedeelte weer van een rede, die Mgr. Felici, secretaris-generaal van het concilie volgens een berichi van het KNP van 2 december jl. heeft gehouden. Na een uitvoerig overzicht van het aantal interventies in het concilie, de missen, zittingen, modi enz. sprak hij over de sluitzitting van het concilie en zei:

„Wij hebben het volste vertrouwen in de concilievaders, die bijgestaan door de II. Geest, de overwinning van de Geest van Christus tot stand zullen brengen, de geest van het geloof, nederigheid, gehoorzaamheid en barmhartigheid. Wij hebben ook het volste vertrouwen in het hoofd van het concilie, aan wie Jezus de laak gegeven heeft om de anderen te sterken en te leiden. Naar hem. de plaatsbekleder van Christus, de zichtbare steen in het mystieke gebouw van de kerk en daarom cle bron van eenheid en solidariteit, gaat al onze toewijding uit. Want waar Petrus is, daar is ook de kerk en waar de kerk is daar is Christus".

Nu, voor wie dit gepraat slikken kan (resp.: slikken moet) is het ook begrijpelijk dat de „Volkskrant" over de sluiting van de derde concilie/iiling kon berichten dat er „een blijde stemming" heerste. Roomse blijdschap dan. Ondanks alles.

De paus kan gerust zijn: zijn stoel staat vast op het in 1870 aanvaarde dogma, dat thans als behorende tot de „geloofsschat der kerk" volgens canon 1322 van het kerkelijk wetboek „heilig" moet worden bewaard en getrouw aan de gelovigen voorgehouden.

Maar, zeggen de „waarnemers" we moeien de R.K. kerk niet in dc steeklaten. En ook daarover kan de paus dus gerust zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Van een overbodig Concilie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

Protestants Nederland | 8 Pagina's