Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie perst het Nederlandse Rooms-Katholicisme in het „canonieke keurslijf"?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie perst het Nederlandse Rooms-Katholicisme in het „canonieke keurslijf"?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van het artikel „De grote oecumenische vergissing" in „Protestants Nederland" van januari 1967 ontvingen wij een brief, waarin gesteld wordt:
1. het artikel bevat geen juiste weergave van het standpunt van prof. dr. W. H. van de Pol in zijn boek „Het einde van het conventionele christendom" wat betreft hereniging Rome-Reformatie;
2. Nederlandse protestanten zijn vaak bezig het Nederlandse Rooms-Katholicisme in het „canonieke keurslijf" te persen, waar men juist uit wil.

Hierop antwoordde de schrijfster van het artikel, mr. dr. J. C. DE MEYERE, het volgende: In antwoord op Uw brief wil ik eerst in het kort de indrukken weergeven, die het boek van prof. dr. Van de Pol bij mij vestigde:

1. Volgens de thans geldende r.k. leer kan hereniging van christenen nooit iets anders betekenen dan terugkeer tot de volle gemeenschap met de kerk van Rome.
2. Ook prof. v. d. Pol is van oordeel dat dit de officiële leer is.
3. Prof. v. d. Pol hoopt dat het in de toekomst zal gaan om wederzijdse verzoening, niet om onderwerping.
4. Volgens prof. v. d. Pol ligt de kwestie van al of niet herenigen in het menselijk vlak (pag. 347).
Hiertegenover is mijn standpunt: ad. 1. Accoord. ad. 3. Wensdromen hebben in de R.K. kerk geen waarde. Beslissend is uitsluitend wat het pauselijk leergezag decreteert. ad. 4. De kwestie ligt juist niet in het menselijk vlak. Naar r.k. leer zijn de autoriteit van de paus en van de kerk van goddelijke oorsprong. Christus heeft de kerk als juridische gemeenschap gesticht en jurisdictiemacht gegeven aan Petrus en zijn opvolgers. Paus Paulus hamert voortdurend hierop. Geen enkele andere kerk heeft die pretentie. Daarom gaat de R.K. kerk nooit op voet van gelijkheid met andere kerken om en daarom ook ziet zij geen andere mogelijkheid van hereniging van christenen dan via onderwerping aan het pauselijk gezag. Er kan immers niet getornd worden aan de dogmatische uitspraken van Vaticanum I inzake primaat en onfeilbaarheid van de paus.

Ook mgr. Bekkers, met wie ik het voorrecht gehad heb persoonlijk en schriftelijk in contact te komen, zag in het geloofsgoed van het pauselijk primaat een kloof tussen de kerken, die wij mensen niet kunnen overbruggen. Op een bijeenkomst te Leiden op 1 febr. 1966 verdoezelde mgr. Bekkers ook niet, dat een zogenaamd oecumenisch huwelijk een r.k. canoniek huwelijk is, waarbij de aanwezigheid van een predikant niets te betekenen heeft. Hij had deze zaak met predikanten besproken en hij gaf die predikanten gelijk, die bij zo'n canoniek huwelijk niet tegenwoordig wensten te zijn, omdat zij dat een weinig waardige houding vonden.

De bedoeling van mijn betoog was niet om het Nederlandse rooms-katholicismc almaar in het canonieke keurslijf te persen, maar om er op te wijzen, dat de R.K. kerk óók in Nederland onderworpen is aan het canonieke recht. Wanneer Nederlandse r.k. geestelijken proberen bij niet-r.k. Nederlanders de indruk te wekken, dat zij met het canonieke recht de hand mogen lichten, leze men de Motu Proprio „De episcoporum muneribus" van Paulus VI van 15 juni 1966 (Kath. Archief 9.12- 1966). Hierin verklaart en beslist de paus wat van kracht zal zijn tot aan de promulgatie van het nieuwe wetboek voor kerkelijk recht: de bestaande wetten verklaart de paus onaantastbaar, tenzij het Concilie ze uidrukkelijk heeft afgeschaft of gewijzigd. Deze Motu Proprio bevat ook de dispensaties, die de paus aan zich reserveert, o.a.: dispensatie van de canoniekrechtelijke vorm voor een geldige huwelijkssluiting en dispensatie van alle huwelijksbeletselen, wanneer het gaat over gemengde huwelijken, zo dikwijls de voorwaardertj'met kunnen worden onderhouden, welke in nó. I van de Instructie „Matrimonii Sacramentum", gepubliceerd op 18 maart 1966 door de H. Congregatie voor de geloofsleer, worden geeist. (Zie Kath. Archief 22.4.66). Dat no. I betreft de verplichting van de r.k. partij om eigen geloof te handhaven en de event. kinderen r.k. te laten dopen en r.k. op te voeden, waarbij de niet-r.k. partij dan moet beloven dat hij aan dat alles niets in de weg zal leggen. Wanneer gemengd huwenden in de mening verkeren, dat de r.k. partij ontslagen is van haar verplichtingen doordat de bisschop heeft toegestaan: belofte van christelijke opvoeding of opvoeding in de geest van het Evangelie, dan is er m.i. misverstand. Want de r.k. interpretatie van deze omschrijvingen is: rooms-katholiek! De bisschop geeft dan eigenlijk geen dispensatie, wat inzake r.k. opvoeding ook niet tot zijn competentie behoort.

Volgens canon 2319 wordt de r.k., die zijn kinderen door een niet-r.k. bedienaar „opzettelijk" laat dopen of ze in een niet-r.k. godsdienst laat opvoeden of onderrichten, geëxcommuniceerd. Bovendien is hij verdacht van ketterij. Indien de andere partij de kinderen niet-r.k. opvoedt, kan de r.k. partij voor de Kerk scheiding van tafel en bed vragen canon (1131). Voorts kunnen kinderen buiten de voorkennis van de ouders of tegen hun wil r.k. gedoopt worden, indien men meent te voorzien, dat ze geen 7 jaar zullen worden (canon 750 § 1). Naar verluidt zijn er r.k. kraaminrichtingen, waar voor alle zekerheid iedere pasgeborene wordt gedoopt. Buiten stervensgevaar kan de r.k. doop bediend worden indien één der ouders daarin toestemt en de r.k. opvoeding verzekerd is (canon 750 § 2).

Of al die „oecumenisch" huwenden met dit alles op de hoogte zijn betwijfel ik. Er kwam mij een geval ter ore, dat een kind uit een gemengd huwelijk r.k. gedoopt werd buiten weten van de protestantse vader. Deze was daarover zo verbolgen, dat het op een echtscheiding is uitgedraaid. Het gevaar bestaat, dat gemengd huwenden misleid worden door de complaisance van predikanten jegens hun r.k. „collega's", wier verzekering dat het canonieke recht verouderd is, zij al te ruim interpreteren. Wat voor faciliteiten de R.K. kerk ook toestaat bij huwelijkssluiting, het gaat om het „katholiseren" van het nageslacht. Op dit punt zijn de pauselijke wetten ondubbelzinnig.

Als Nederlandse r.k. geestelijken niet meer willen gehoorzamen aan de paus en zijn wetten, dan moeten zij hun kerk verlaten. Predikanten mogen gemengd huwenden niet het slachtoffer laten worden van hun behulpzaamheid jegens r.k. geestelijken, die van het canonieke recht afwillen, zonder de R.K. kerk te verlaten. Hoe dezen over het canonieke recht denken doet niets ter zake: de paus beslist.

Men vergeet tegenwoordig soms het juridische element in de Reformatie. Het beslissende ogenblik was 10 december 1520, toen Luther de brand stak in de pauselijke wetboeken, hoofdzakelijk wegens de fundamentele regel:
„Prima Sedes a nemine iudicatur" (De paus wordt door niemand geoordeeld", d.w.z. geen rechtbank is bevoegd ten aanzien van de paus, thans canon 1556 van de Codex). Dit is nog de grondslag van het hele r.k. stelsel; volgens Küng (Structuren van de Kerk, 2e druk, blz. 233) is het evenwel een vervalsing uit de zesde eeuw. In elk geval is er reden om voorzichtig te zijn t.a.v. het r.k. stelsel en dankbaar te zijn voor de symbolische daad van Luther.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1967

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Wie perst het Nederlandse Rooms-Katholicisme in het „canonieke keurslijf

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1967

Protestants Nederland | 8 Pagina's