Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oecumenische memoires

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oecumenische memoires

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder verwijzing naar hetgeen wij op bladzijde 7 van dit PN-nummer overnemen uit „NRC-HANDELSBLAD", geven wij hier enkele citaten uit een brief die wij ontvingen van mevrouw mr. ]. C. de Meyere, aan de lezers van ons blad wèlbekend.

„. . . . Wat men in oecumenisch verband door r.k. theologen kan horen beweren, is soms verbijsterend. Op een forumavond, georganiseerd door de Leidse Volksuniversiteit K. & O., kort voor het tweede Vaticaans Concilie, poogde ik het gesprek op het canonieke recht te brengen. Prof. dr. J. C. Groot, lid van het forum, reageerde met: „o, het canonieke recht is zo oud, dat is iets uit de Middeleeuwen". Ik beaamde dit, maar merkte op, dat het in 1918 in nieuwe vorm was ingevoerd. Antwoord van prof. Groot: „o, maar het canonieke recht kan zo gemakkelijk veranderd worden". (Maar ingrijpende wijziging is onmogelijk, omdat de dogma's van 1870 de basis van het Kerkelijk Wetboek vormen),

. . . . In het Evang. Luthers Weekblad van 29 okt. 1966 gaf de Dominicaan J. van Eupen aan de Lutheranen voorlichting over de aflaat. Wat er nog van aflaatpraktijk over was, beschouwde hij als sporen van het feodale tijdperk, die hun langste tijd hadden gehad. Hij vermeldde niet, dat Paulus VI op 7 dec. 1965, ter ere van het welslagen van het Concilie, een Jubileumaflaat had afgekondigd voor de periode 1 januari — 29 juni 1966, later geprolongeerd tot en met 8 december 1966.

. . . .De Dominicaan dr. Cornelissen, professor in de moraaltheologie in Nijmegen, zei mij na de herdenking van 31 oktober 1517 te Amsterdam in 1967, dat hij niets meer te maken had met de juridische structuur van de R.K. kerk, want de Kerk was het volk Gods onderweg. Op mijn vraag of de paus dan zijn eigen onfeilbaarheid kon afschaffen, lachte hij alleen maar.

. . . . Op een door de Evangelische Maatschappij georganiseerde bijeenkomst in mei 1968 te Haarlem over Rome-Reformatie, heb ik aan het forumlid prof. Fiolet de vraag gesteld, of de dogma's van 1870, waardoor alles muurvast ligt, konden veranderen. Aarzelend gaf hij toe niet te zien hoe die dogma's nog konden evolueren. Niettemin betoogt hij sinds jaren, dat Luther's grieven tegen de R.K. kerk al lang door Rome uit de weg zijn geruimd en dat Luther protesterend in de R.K. kerk had moeten blijven. Dat de kloof sinds 1870 onherstelbaar vergroot is, wil hij dus niet erkennen. Over brandstapels wordt blijkbaar niet gesproken op R.K. onderwijsinrichtingen.

. . . .Op 27 oktober 1971 verkondigde prof. Fiolet voor de t.v. deze zelfde theorieën in een samen spraak met de Lutherse hoogleraar dr. Boendermaker na het toneelspel „Luther" van Osborne. Het optreden van Luther was z.i. op een mislukking uitgelopen, omdat hij, in plaats van in de Kerk van Rome te blijven, was opgeborgen in een club. Zijn Lutherse collega deed zelfs geen poging hem tegen te spreken. Als dus beide heren het hierover kennelijk eens zijn, kan men zich afvragen hoe prof. Fiolet bij een dergelijke opvatting secretaris kan zijn en blijven van een Raad van Kerken en wat voor zin het heeft dat door prof. Boendermaker studenten worden opgeleid om predikant te worden bij een „club"(!)

. . . . Toen de paus in zijn encycliek Humanae Vitae sprak als wetgever van de hele mensheid krachtens zijn ambt als plaatsbekleder van Christus, was de reactie van prof. Bronkhorst in een t.v.-uitzending van 2 aug. 1968: wij worden met de neus gedrukt op wat wij eigenlijk wel weten, maar waarover wij maar liever niet praten. (Of althans worden van gelijke strekking). Er wordt dus in de „oecumene" struisvogelpolitiek bedreven.

. . . .Reeds in „Réforme" van 25 jan. 1964 waarschuwde een zich praktiserend katholiek noemende briefschrijver (kennelijk een pastoor), dat de protestanten naief waren en zich op meesterlijke wijze lieten nemen. Op een goede dag zouden zij in zoveel verzachtende verklaringen verstikt zijn, dat ze zelf niet zouden merken hoever ze al gegaan waren en een strategische terugtocht zou hun onmogelijk zijn. Niemand beter dan een Romeins theoloog kon zulk een manoeuvre doen slagen, aldus deze r.k. briefschrijver. Waarvan acte!

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Oecumenische memoires

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Protestants Nederland | 8 Pagina's