Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grootmoeder Bijbeltje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grootmoeder Bijbeltje

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie tegenwoordig gebrek heeft aan geld en veel geerfde artikelen uit de vorige eeuw of zelfs uit het begin van deze eeuw bezit, behoeft maar een boetiek te beginnen waarin hij alles wat hij kwijt wil, uitstalt, en hij zal zijn saldo gestadig de goede richting uit zien groeien. Tussen al wat men bij antiquairs in dit soort goed ziet, zijn vaak fraaie sloten aan te treffen van bijbeltjes, die aan een vorige generatie hebben toebehoord of nog aan een daarvoor. De sloten, beurtelings in zilver en goud zijn losgemaakt van datgene dat zij dienden en sierden, en worden nu als sieraden verkocht, ten dienste van broches en dergelijke. Ik kan een gevoel van onbehagen telkens weer moeilijk onderdrukken, wanneer ik iemand ontmoet die zichtbaar met moeders bijbelslot getooid is, en even zichtbaar zonder de bijbehorende bijbel. Het is altijd nog de vraag of de nagedachtenis van moeder of grootmoeder zo eerder onteerd dan geëerd wordt.

De hoofdzaak is bij dit alles natuurlijk, dat het sieraad, of laat ik liever zeggen: datgene dat moest sieren, losgemaakt is van wat het moest sieren, namelijk dat bijbeltje. Het heeft geen functie meer, het verwisselt van functie, maar dan met dit opvallend verschil dat waar het vroeger dat Woord^van- God-in-gebruik sierde, het nu uw japon of wat dan ook siert. Het slot van goud of zilver is overgegaan in de sekularisatie, in het verwereldlijkt gebruik, en heeft een verwereldlijkte functie gekregen.

Nu moeten wij niet al te volmaakte gedachten koesteren over het eertijdse gebruik van dat bijbeltje met het gouden of zilveren slot. Ik weet het. Er was een bepaalde combinatie van: zondagse kleren, dito tasje met pepermuntdoosje, liefst ook van zilver, met flacon vol eau de cologne, liefst ook met zilveren dop, en dan het bijbeltje met het slot. Beter ingewijden zullen de rij kunnen aanvullen. Ik weet ook van nóg ouder tijden, waarin een Engelse methodist en een Engelse baptist, die nog een appeltje met elkaar te schillen hadden en in tegenovergestelde richting, getooid met bijbel aan een zilveren ket-^ ting, kerkwaarts gingen, niet aarzelden om bij de minder minzame ontmoeting elkaar te lijf te gaan met dit Woord-van-God-aan-zilver. En t o c h . . ..

alle verhalen maken dit ene onomstotelijke feit niet ongedaan: toen het slot nog aan de bijbel zat en in handen rustte van een onzer vroegere familieleden, was die bijbel nog in gebruik. En dat is voorbij: het bijbeltje kan het zilver missen, want het wordt niet meer gebruikt. En het zilver kan het bijbeltje missen, want het dient nu tot meerdere glorie van der nazaten garderobe of wat ook. "Want het is niet langer in dienst tot sier van het bijbeltje.

En nu kunt u met mij gaan twisten en zeggen: allemaal romantisering. Dat is in onze tijd overigens niet zo'n verwijt: hypermoderne mensen betalen honderden guldens om met hun vrienden of ver-« wanten te dineren in grootmoeders sfeer, vlak bij haar kombuistafel, op stoelen waar u niet te lang op moet zitten, maar waar zij op zat enz. Ik begrijp echter wel wat u bedoelt. Is het gewoon papier of niet, dat bijbeltje van toen? Is het een gewone, goed leren kaft of niet, rond dat bijbeltje van toen? Is het gewoon oud zilver of niet, aan dat bijbeltje van toen? U hebt schoon gelijk. Verder kunt u nog zeggen: 't is maar een kwestie van uitgave, Wij hebben nu vaak wat groter formaat bijbeltje, met overzichtelijker lettertypen en met een overzichtelijker notenbeeld enz, U hebt opnieuw schoon gelijk. Maar daar wilde ik nu juist met u naar toe.

Wat is de reden waarom grootmoeders bijbeltje niet meer in gebruik is? Gebrek aan gevoel voor traditie in Nederland? Mij dunkt van niet. De boetieken, de modellen kleren, de vraag naar antieke interieurs: gaat u maar door. Het wijst alles op een tamelijk groot gevoel voor traditie, en wat meer is: wat vroeger curiositeit was, wordt nu gewoon gebruikt tot in de huishouding en al. Men bedekt er zich mee, men kleedt er zich mee, men gevoelt er zich behagelijk in, men verlangt er tot op zekere hoogte - naar terug. Maar vanwaar dan het afschaffen van grootmoeders bijbeltje en het gebruik van grootmoeders bijbelslot voor iets anders? Aan het begin van dit artikel liet ik het voorkomen, dat men er het bijbeltje mee ontluisterd heeft. Daarna heb ik over de verandering van functie van dat slot geschreven. Nu wil ik met dat laatste beginnen. Het bijbeltje is niet alleen in onbruik geraakt doordat de Gothische letter in geval van een oud exemplaar vervangen is door ons lettertype, of doordat het hele typografische beeld van de bladspiegel door andere methoden van grafisch werk en lay-out is veranderd. Het bijbeltje is in onbruik geraakt, omdat een deel van ons de „nieuwe vertaling" leest uit de vijftiger (!) jaren of een nog jongere vertaling. Het bijbeltje is voorts in onbruik geraakt, doordat wij de Evangelische Gezangen der vorige eeuw vervangen zagen worden door de bundel van 1938. En de bundel van 1938 door de proeve van 102 gezangen. En de proeve van 102 gezangen nu met andere liederen „definitief" zagen vastgelegd in het nieuwe liedboek. Het bijbeltje is voorts in onbruik geraakt, doordat wij in veel gevallen de psalmberijming van 1773 vervangen zagen worden door de proeve van een nieuwe berijming der psalmen, en nu de nieuwe berijming zagen vastgelegd worden eveneens in het nieuwe liedboek. Of doordat wij. . , , van een stencil zingen, omdat domineelief nu net dat lied dat hij gezongen wil hebben daar en daar in de liturgie, zelfs niet in het nieuwe liedboek kan vinden. Goed, ik ga op die hele materie nu niet direct in. Ik blijf nog even kijken naar dat bijbeltje van grootmoeder met gouden of zilveren slot, alnaargelang grootmoeders weelde of - dat kan ook - grootmoeders taxatie van wat sierlijk was voor het bijbeltje in haar handen.

En nu leg ik naast grootmoeders bijbeltje een moderne trouwbijbel, niet te groot, vooral niet te duur, want de kerk is arm. Die bijbel is ongesierd. Geen koperdiepdruk, maar dundrukpapier. Daar ga je heen. Wanneer iemand van zijn of haar trouwdag af een familieregister invult en bijhoudt, dan zal hij of zij dat in de meeste gevallen los moeten kopen of zelf vervaardigen, en voor in de trouwbijbel leggen, want meestal zoekt u zo'n register in onze moderne trouwbijbels tevergeefs. Wordt de bijbel druk gebruikt, dan merken we na tien of twaalf jaar, dat we nodig aan een nieuwe toe zijn. De kwaliteit houdt de afname op gang.

Ik leg naast grootmoeders bijbeltje en die moderne trouwbijbel een exemplaar van de nieuwe berijming, het groene boekje, en ook een exemplaar van de proeve van 102 gezangen, het rode boekje. Ik leg er ook een geel exemplaar naast van het nieuwe liedboek. Laat de betekenis van die kleuren maar voor wat ze zijn: eerst groen, dan rood, dan geel. Er valt u iets anders op. Strak uitgevoerd zijn ze: geen versiering dan een enkele op de kaft, en die zal wel spoedig vervagen. . . . bij gebruik! En daar ging het toch om? Geen gouden slot, geen zilveren slot, geen fluwelen omslag, geen bladwijzer zelfs. Nog geen ruimte van een halve bladzijde wit tussen de ene psalm en de volgende. Niets van dat alles. O zeker, het is functioneel. U kunt het in uw zak steken, of in een niet al te kleine handtas. En wij zijn immers zo functioneel. En wij leven immers zo functioneel. Wij hebben geen fluwelen band nodig, waar je je hand over laat strijken. Zo'n boek is om tevoorschijn te halen, in het kort te gebruiken en weer weg te stoppen. Dat lag met grootmoeders bijbeltje wat anders. Ik wil niet ontkennen dat het in een handtas of karbies paste. Maar het was niet een boek om functioneel te gebruiken, gauw open te slaan en weer even gauw weg te stoppen. Zo'n bijbel ging open. Het slot getuigt ervan. Zo'n bijbel werd gesloten. Het slot is er het bewijs van. Onze kerkboeken, onze nieuwe liedboeken, onze bijbels - waarmee geadverteerd wordt mede op grond van het voordeel dat ze „in zakformaat" geleverd worden gaan niet meer open en worden niet meer gesloten. Ze worden tevoorschijn gehaald en weggestopt. Dat is wezenlijk iets anders. Je zou het op gevaar van generalisering af zó kunnen samenvatten, Onze bijbels en liedboeken zijn functioneel, omdat ze passen in ons levenstempo, ons leefklimaat, onze levenshouding en de instelling van wat ons omgeeft. Ze zijn aangepast. Grootmoeders bijbeltje was niet aangepast. Het gouden of zilveren slot is er teken en bewijs van, dat omgekeerd het leven zich richtte tot in het sieraad toe naar de inhoud van die oude leren kaft! Daar werd bij ge-« leefd, daar was tijd voor, daar moesten alle dingen voor wijken of zich aan onderwerpen: een van beide. Kom me niet aan boord met het verhaal dat goud en zilver in grootmoeders tijd relatief goedkoper waren dan in onze tijd. De inkomens waren relatief ook aanzienlijk minder dan in onze tijd. Maar naar mijn gevoel kunnen we dit nog altijd van grootmoeders bijbeltje leren. En we moeten ons maar naarstig de vraag stellen: hebben wij tot in stijl en gewoonten toe onze godsdienst aangepast aan wat ons omgeeft, of hebben wij wat ons ter beschikking staat, onderworpen aan en dienstbaar gemaakt aan de dienst van God?

In 1773 werd de „oude" berijming der psalmen uitgegeven. Wie lezen wil over de strijd, die toen in Nederland ontbrandde en die hier en daar punten van overeenkomst vertoont met vetes rond de invoering van de nieuwe berijming nu, kan terecht in Documenta Reformatoria, uitgever Nijhoff, Den Haag. Maar ook daarover wil ik u niet onderhouden en nog veel minder met u twisten. Er is iets anders, dat ook geheel past bij bovenstaande beschouwingen over gevoel voor traditie. 1773-1973: dat is welgeteld tweehonderd jaar. Waar zijn de artikelen gebleven ter eer van hen, die ons een psalmberijming hebben geschonken, die het tweehonderd jaar uithield? En wilt u nu alle problemen van remonstrantisme en deugdzaamheid en benamingen als Opperwezen (Robespierre!) te berde gaan brengen, die psalmen als psalm 1, 15, 81 en 99 e.a. in deze berijming met zich meebrachten, dan zou ik zeggen: laat dat alles nu eens even. Heeft deze berijming zo weinig in het volle leven, en op ziek- en sterfbedden, en in andere omstandigheden teweeg gebracht, dat Nederland er niet dankbaar voor kan zijn?

Ds. J. J. Poort heeft een zondagavondboek geschreven; mede als dankbetuiging aan en posthuum eerbewijs voor en eerherstel van de „oude" berijming. Het heet: „Prijst Hem in uw psalmen", en het is bij „De Banier" uitgegeven. Tweeënvijftig psalmregels geven hem aanleiding om te mediteren en zinvol te mediteren, vaak over zaken waar u en ik over heenlezen of heenzingen. Voor het overige heb ik niet gehoord van enig eresaluut in wat voor vorm ook. 'k Hoop dat ik me vergis. Inmiddels bevatte grootmoeders bijbeltje nog iets meer dan de psalmberijming van 1773 en de evangelische gezangen, waar we misschien iets minder gelukkig mee zijn. Het bevatte in de meeste gevallen tevens een Nieuw Testament, in sommige gevallen ook het Oude Testament. Dan kon er meegelezen worden, dan kon er meegestudeerd worden. En daar heb je weer zo'n knelpunt. Afgezien van de zakbijbels waar wel een volledige bijbel in staat, is dit een van de manco's van het nieuwe liedboek: er ontbreekt een bijbeluitgave aan. En behoort die niet tot een kompleet kerkboek? Er ontbreekt ook een uitgave van de drie formulieren aan en een uitgave van de liturgische geschriften en gebeden, van de drie vroege geloofsbelijdenissen en van de ziekentroost. Wat is dit voor een kerkboek? Of. . . . beschikt elke kerkganger daar waar dit liedboek wordt gebruikt, over een aparte bijbel met al wat daarachter behoort te staan, in zijn of haar bank; op zijn of haar plaats in de kerk? Of. . . . liggen die gereed bij de boekenstallen, die ons thans moeten onderrichten in de kerk over wat er in haar en daarbuiten te koop is? Ik hoop het. Voorlopig kan grootmoeders bijbeltje mij nog veel leren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1973

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Grootmoeder Bijbeltje

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1973

Protestants Nederland | 8 Pagina's