Wederkeer

Maleachi is een lastdrager van Jahweh, de God van Israël.

Zijn last is: het leven van het onder Ezra en Nehemia tot de dienst des HEEREN teruggeleide volk dóór te lichten.

De offers, de priesterdienst, het huwelijksleven worden getoetst aan de toets der wederliefde voor de liefde die Jahweh aan Zijn volk heeft getoond: „Jakob heb ik liefgehad, maar Ezau heb ik gehaat" - kijk maar: Ik heb Edoms bergen tot een woestenij gemaakt en als Edom zegt: wij zullen weer opbouwen, dan zegt de HEERE: laten dezen bouwen, Ik zal afbreken!

Maar Gods verbondsgenade is gebleken in de wederopbouw van de tempel en de restauratie van de muren van Jeruzalem, waarom hier in vers 6 gezegd kan worden: Ik, Jahweh, uw trouwe Bondsgod, ben niet veranderd, daarom zijt gij, kinderen van Jakob, niet verteerd!

Dat de HEERE niet veranderd is betekent nu ook weer niet, dat Hij als een blok beton ongevoelig is voor het gedrag van Israël. Dat volk gedraagt zich de eeuwen door als een hardnekkig volk. 't Wijkt telkens weer af van de inzettingen des HEEREN en onderhoudt ze niet. Dit boekje van Maleachi en de laatste hoofdstukken van Ezra en Nehemia liegen er niet om. Ondanks de prediking van Haggaï en Zacharia, nog voor het einde van de eeuw der ballingschap, en het reformatorische werk van Ezra en Nehemia, in de daarop volgende eeuw, blijft de wederliefde en gehoorzaamheid van het volk Israël (zie voor deze naam: Neh. 13 : 3!) beneden de maat. De HEERE is echter niet veranderd.

Dat blijkt nu daaruit, dat Hij Zijn volk nóg en wéér tot bekering roept: keer terug tot Mij! Israël stelt echter de wedervraag: in welk opzicht? Maleachi's tijdgenoten zijn ervan overtuigd dat ze het wel aardig doen: de gemengde huwelijken zijn afgeschaft en de vreemde vrouwen weggezonden (er werd wat van ze gevraagd!) en de feestkalender van het oudtestamentische kerkelijke jaar is weer in ere hersteld. Wat wil de HEERE nu nog meer?`

Zo vraagt een volk, dat in lastdragers van de HEERE lastposten ziet. Zo spreken mensen, met zo'n ongeestelijke instelling, dat ze er geen notie van hebben wat de eigenlijke inhoud van het Woord van God is en daardoor ook een verkeerde kijk op zichzelf hebben. Dat gaat altijd samen: gebrekkige kennis van Gods Woord en gebrekkige zelfkennis; denkt u maar aan de schriftgeleerden in de dagen van de Heer Jezus: omdat ze de Schriften niet verstonden puilden ze uit van eigengerechtigheid. Het geen nóg voorkomt.

Zulke mensen vragen: In welk opzicht moeten wij ons bekeren?

De profeet zet daar een vraag tegenover: mag een mens God beroven?

Nu gaat men tegenwoordig zo'n vraag afweren met: kan een mens God beroven? Voelt u het verschil? Men maakt er een theoretische kwestie van. Maar dat is het voor Maleachi niet. Het gebeurt en vandaar zijn vraag! Waarin dan?

Daarin, dat de hand gelicht wordt met de tienden en de heffing! Dat is kort gezegd, de verplichte bijdrage voor de instandhouding van de eredienst. Dat deed men niet zomaar. Neen - er was blijkbaar een tijd van droogte en een sprinkhanenplaag. Nu - als de inkomsten verminderen dan toch zeker ook de tienden! Jawel - maar het kan ook zo, dat je juist op die tienden en die heffing gaat beknibbelen om er zelf niet al te beroerd af te komen. Dan staat eigen welstand boven die van het huis en de dienst des HEEREN.

Nu zegt men nogal eens, dat de profeten meer de vinger leggen bij sociale misstanden dan bij de tekorten wat de godsdienst betreft. „Gehoorzamen is beter dan slachtoffers " 1 Sam. 15. En Jeremia heeft namens de HEERE eens moeten vragen waar en wanneer Hij bevolen had al die offers te brengen. En nog in Mal. 3 : 5 wordt de sociale ongerechtigheid bedreigd met het oordeel op de komende dag van Jahweh. Maar ziedaar: bij de laatste profeet in het Oude Verbond vraagt de HEERE uitdrukkelijk ten opzichte van de tienden en de heffing: Keert terug tot Mij en Ik zal tot u terugkeren! De mensen van het 'sociale evangelie' moeten nu maar niet te vlug Maleachi tot voorloper verklaren van de mensen tot wie Jezus spreekt in Mattheus 23 : 23, want niet Maleachi spreekt, maar de HEERE! En hij spreekt ook tot ons op deze bladzijde van de Heilige Schrift. Ook wij krijgen hier te horen, dat wij maar niet van alles moeten doen om zelf niet tot bezuiniging te worden gedwongen en dan de werkelijke dienst van God te laten verkommeren.

Ik zeg: werkelijke dienst van God, want niet alles wat de mensen uitvinden en waarvoor ze de huizen der weduwen zelfs opeten, is dienst van God. De kapitalen verslindende zogenaamde kerkelijke organisaties, de miljoenen kostende wereldcongressen en de dure reizen van de 'leiders' die geen herders zijndat zijn allemaal puur wereldse zaken en zijn tempels van eigenwillige godsdienst.

Maleachi's profetie is uiterst actueel. Ook dat wat er volgt: Beproeft Mij nu daarin ....!

Zou de economische ellende van onze dagen geen oordeel Gods zijn? Is er vandaag ook een kwaad in de stad, dat de HEERE niet doet?

Zou het niet zo zijn, dat de HEERE, Die immers Zichzelf een jaloers God noemt (uitgerekend als het over eigenwillige godsdienst gaat), blaast in allerlei menselijke bouwsels, omdat men zich niet meer bekommert om de Gemeente, zoals die behoort te zijn naar de regel van het Nieuwe Verbond - dat is: naar de normen van de Heilige Geest?

Men wil wel een „wereldkerk" maken, maar de tienden en de heffing die de HEERE heeft voorgeschreven laat men na. En om deze woorden van de profeet te verstaan voor onze tijd behoeft u ze heus niet te vergeestelijken.

Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot de HEERE! Dat vraagt Hij. Anders niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen