Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatie en pausdom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie en pausdom

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de jongste biografie van Johannes Paulus 11, geschreven door dr. David Seeber, de hoofdredacteur van de Herder-Korrespondenz, wordt van de huidige paus een opvallend loffelijk getuigenis gegeven. Met de persoon en het werk van deze paus zou volgens dr. Seeber een nieuw tijdperk in de geschiedenis van het pausdom zijn aangebroken.1) Weliswaar is de schrijver niet geheel bUnd voor bepaalde zwakke kanten die er zijn aan de persoon van Johannes Paulus II, hij zou namelijk teveel zélf willen regelen, doordat hij de hele wereld ziet door de bril van zijn eigen bisdom, met als gevolg dat er hier en daar - te denken valt vooral aan de Nederlandse situatie - spanningen ontstaan; maar dat neemt voor Seeber niet weg dat deze paus toch een geheel eigen leidersstijl zou hebben ontwikkeld, dat hij aan het pauselijk gezag nieuwe dimensies zou hebben toegevoegd, en dat hij door de manier van zijn optreden zijn ambt tot een universele geldigheid zou hebben gebracht.

Tevoren, aldus Seeber, lag het pausdom verscholen onder een bijna cultische ontoegankelijkheid, de paus was een priester vèr afstaande van de mensen, maar de vroegere aartsbisschop van Krakau, Karei Wojtyla, thans paus te Rome, zou het pausdom daar onder vandaan gehaald hebben. Deze markante figuur, zo noemt Seeber hem, moet gezien worden als een der opvallendste uit heel de nieuwere geschiedenis der pausen.

Erzoudanook, als wij de auteur van deze biografie mogen geloven, een nieuwe tijd voor het pausdom voor de deur staan. Het pausdom krijgt een nieuw gezag. Scheuringen binnen zijn kerk zou hij reeds bezworen hebben, ook in Nederland; wij gaan een tijd tegemoet waarin onder de krachtige leiding van deze paus de eenheid van de kerk van Rome meer dan tevoren zich zal doen gelden. Het ligt niet op mijn weg, in dit artikel, de juistheid van dit alles te beoordelen. Hoewel dr. Seeber een kundig en wereldwijd geïnformeerd man is, lijkt het mij toch, dat zijn verwachtingen wel eens te hoog gestemd konden zijn. Wij hebben op het ogenbHk in Nederland nog maar net een nieuwe bisschopsbenoeming achter de rug en zijn daarbij opnieuw getuige geweest van een vrij sterk verzet in de Nederlandse kerkprovincie tegen het beleid van de huidige paus. Ik weet heel goed dat wij dit verzet niet al te zeer mogen overdrijven, als zou nu door deze klachten over de Rome-politiek ineens de roomskatholieke kerk in ons land bijkans in de ban geraakt zijn van een los-van-Rome-beweging. Zo ver is het nog lang niet. Het gezag van de paus óók in de Nederlandse kerkprovincie kon wel eens steviger overeind staan dan de meeste critici lief is. Wellicht dat dat tijdens het bezoek van de paus over een paar maanden helder aan het licht komt.

Hoe dit alles ook moge zijn, het is een onloochenbaar feit, dat de huidige paus een zeer krachtige figuur is, die allerwege door zijn manier van optreden van zich doet spreken. Hij legt persoonlijke moed aan de dag, onder andere door reizen te maken naar zeer problematische gebieden, en ook door benoemingen te doen, die, zoals gebleken is, bij lang niet iedereen in goede aarde vallen, wat de paus natuurlijk van tevoren ook wel geweten heeft.

Naar mijn vermoeden spreekt de afkomst van deze paus in dit alles een woordje mee. Hij komt, zoals bekend is, uit Polen. Allang vóór hij paus te Rome werd had hij in eigen land onder zeer moeilijke omstandigheden gewerkt, heel wat spanningen doorstaan en toch stand gehouden. Hij mag gezien worden als een geoefend man, gestaald in de kerkelijke strijd. Hij is ook een man met een ideaal. Hij wil. ildus Seeber, de mensen in onze tijd weer moed geve- Hij wil in eigen persoon laten zien dat er nog hoop is. Stellig ligt daarin een belangrijk deel van de betekenis van deze paus. Dit alles in aanmerking genomen lijkt het ons van groot belang, dat de reformatorische christenen in ons land weten waar zij staan, hoe zij het pausdom te zien en te beoordelen hebben. Door het bezoek dat de paus aan ons land zal brengen, heeft dit extra urgentie gekregen.

Wij zullen daartoe de vraag moeten stellen, hoe en waarom in de oorsprong Rome en de Reformatie uiteen zijn gegaan. Wat waren de beweegredenen waarom de reformatoren van de 16e eeuw met het pausdom hebben gebroken.

Ik weet natuurlijk heel goed dat er sinds de 16e eeuw heel wat veranderd is. Niet alleen in de protestantse wereld, maar ook in de rooms-katholieke. En ook in de onderlinge relatie tussen beide. Van een directe onderdrukking en vervolging van protestanten door de roomskatholieke kerk is, naar mijn weten, nergens ter wereld meer sprake. Zelfs de begeerte daarnaar is nergens meer te bespeuren. In het Spanje van generaal Franco hadden de reformatorische christenen nog lange tijd achteruitzetting te verduren, maar ook dat is voorbij.

Het pausdom zelf heeft bovendien in de tijd na de Reformatie aanzienlijke veranderingen ondergaan. Na Trente (1545-1563) heeft het zich 'hervormd', dat wil zeggen: zich ontdaan van de ergerlijke misstanden waaraan het zich eeuwenlang had schuldig gemaakt. In ethisch opzicht wist het pausdom zich sindsdien geloofwaardig te maken. Niemand zal de pausen uit onze eigen tijd nog de schanddaden uit het verre verleden durven aanwrijven. Evenwel: hiermee is nog lang niet alles gezegd en zelfs niet het meest wezenlij ke. Al heeft de Reformatie zeer zeker het zedeloos leven van tal van pausen scherp aan de kaak gesteld, de critiek op het pausdom ging voor haar daarin niet op. Die critiek ging veel dieper. En daarmee zitten wij eigenlijk al midden in ons onderwerp.

Al in de vroege middeleeuwen is er critiek op het pausdom geweest. Tal van bisschoppen, vooral die van de grote steden in de christenheid, voelden zich menigmaal bedreigd door de machtsaanspraken van de bisschop van Rome, die na enkele eeuwen zich de titel 'paus' aanmatigde. Over het algemeen gesproken stonden de bisschoppen in het Oosterse deel van de christelijke kerk critisch, zo al niet afwijzend tegenover het pausdom in het verre Westerse Rome.

In het jaar 1054 kwam het zelfs tot een openlijke breuk tussen het pausdom en de kerken in het Oosten. Op 16 j uli van dat jaar legde kardinaal Humbert, de gezant van de paus te Rome, en volgens zijn biograaf, dr. K. H. Kandler, een zeer toegewijd dienaar van het pausdom2), op het hoogaltaar van de Hagia Sophia te Constantinopel een banbul, waarin de Byzantijnse patriarch Michael Cerullarios geëxcommuniceerd werd. Het antwoord daarop bleef niet uit. Vier dagen later deed de patriarch op een Synode hetzelfde met de kardinaal. Sindsdien is het pausdom in de Oosterse (Orthodoxe) kerken steeds krachtig van de hand gewezen. In later tijd heeft slechts een zeer klein gedeelte van deze kerken zich met Rome 'geünieerd'; het overgrote deel is dus ten aanzien van Rome zelfstandig gebleven.

Maar naast deze afwijzing van het pausdom was er in de middeleeuwen nog een andere. Wij denken aan groepen als die der Waldenzen, bloedig vervolgd door de Inquisitie, in het leven geroepen door de Roomse curie. In deze kringen werd toen al uitgesproken dat de paus de Antichrist is. Nog krasser: een bepaalde tak van de orde der franciscanen, dus de volgelingen van Franciscus van Assisi, zag eveneens in de paus de Antichrist.

Alleen: het waren dan steeds bepaalde pausen die men voor de Antichrist hield, een bepaalde paus als individu; niet het pausdom als zodanig. En wat men in deze pauscritiek voor ogen had, was niet zozeer de leer van de paus, als wel zijn leven: zijn rijkdom, zijn weelde, zijn pretenties, zijn zedeloos gedrag. Aan het einde der middeleeuwen gingen onder het kerkvolk afbeeldingen rond waarop men de paus kon zien zitten op een troon, terwijl monniken geknield liggen en hem de voeten kussen. Onder een Duitse uitgave van zo'n middeleeuws boek staat geschreven: 'De Antichrist laat zich de voeten kussen'. In hetzelfde boek komt ook een andere afbeelding voor, met het contra-beeld: Christus, op zijn knieën gezeten, met een schort om de lendenen en een schaal met water voor zich, is bezig de voeten der discipelen te wassen. Onder deze laatste afbeelding staat: 'Christus wast de voeten van zijn Jongeren'.3)

De critiek op het pausdom is dus niet pas met Luther, Zwingli en Calvijn begonnen, zij was er al veel eerder. Zelfs de idee dat de paus de Antichrist zou zijn, is bij hen niet nieuw geweest; zij had al een lange historie. En toch was er verschil; dat komt nu aan de orde.

Luther heeft het enorm veel strijd gekost om zich van het pausdom los te maken. In een opstel van Hubert Kirchner over Luther en het pausdom4), is daar onlangs opnieuw op gewezen. Al is Luther nooit in zijn leven een fervente paus-vereerder geweest, hij was toch wel zeer trouw ten aanzien van de kerk van Rome, en aan het hoofd van die kerk stond nu eenmaal de paus.

Een eerste critisch geluid met betrekking tot de paus vindt men in zijn beroemde 95 stellingen van 1517. Daarin ontzegt Luther de paus de macht over de zielen in het vagevuur. Dit was toen een geheel nieuw geluid! Zó ver was de critiek op het pausdom in de middeleeuwen nooit gekomen.

Van secundaire betekenis is, dat Luther in deze zelfde stellingen het kerkelijk en wereldlijk gezag van de paus overeind laat staan. Hij ontnam de paus allereerst zijn gééstelijke macht, zijn macht over de zielen der doden. Hij is van binnenuit het pausdom aangevallen. Christus alleen kan door het Evangelie heersen over de zielen der mensen. Luther is ermee begonnen aan Christus terug te geven wat de paus zichzelf had toegeëigend. Impliciet lag hierin al - hoewel Luther daar op dat moment nog niet aan dacht - de idee van de paus als de Antichrist.

Maar weldra kwam Luther verder. Moge hij enige tijd, in een zekere naiviteit nog gedacht hebben dat de paus, indien hij maar beter op de hoogte zou zijn van wat er in Duitsland aan de hand was en door hem, Luther, geleerd werd, zich anders zou opstellen, zodat Luther ertoe kwam zich te beroepen op 'de beter te onderrichten paus', deze illusie moest hij al spoedig opgeven. In oktober 1518, een jaar na het aanslaan van de 95 stellingen, moest hij zich te Augsburg voor kardinaal Cajetanus verantwoorden. Het bleek dat de kardinaal, in opdracht van de paus, slechts één woord van Luther wenste te horen, te weten het woord 'revoco' (Ik herroep). Toen rees in Luther, zoals hij zelf zegt, het vermoeden dat in de kerk van Rome weieens de Antichrist zou kunnen heersen. Toen dit vermoeden bij hem opkwam, schrok hij er zelf van. Op 13 maart 1519, een half jaar later, is hij er nog niet geheel zeker van, want op die dag schrijft hij aan zijn vriend Spalatinus, dat hij nog niet goed weet of de paus zélf de Antichrist is, of dat hij slechts diens apostel, diens wegbereider is. Enige tijd later is het hem echter volkomen duidelijk, dan aarzelt hij niet langer, maar noemt hij zonder enige schroom de paus de Antichrist.

Men zal hierbij wel moeten bedenken dat deze naam 'Antichrist' voor Luther heel wat inhield. Ten eerste, hij heeft daarmee niet bedoeld een bepaalde paus, bijvoorbeeld paus Leo X. Luther had in zijn critiek niet een zeker individu, maar een macht voor ogen. Het ging hem meer om het pausdom, dan om een paus! Ten tweede, als Luther spreekt over de paus als de Antichrist, dan mag men daarin niet beluisteren een platvloers schelden. In die zin was Luther niet een anti-papist. Ook in zijn 'schelden' sprak Luther als dienaar van het Evangelie. Om juist op déze wijze het pausdom aan te duiden, dat had voor hem een diepe zin. Ten derde, hij zag niet zozeer op het léven van de pausen als wel op hun léér. Viel hij hun levenswijze aan, dan was dat vooral om aan te tonen, hoe verdorven hun leer was, en hoe ongeloofwaardig zij was, zodat daaruit niet anders dan een zondig leven kon voortvloeien. In de vierde plaats, het woord Antichrist bracht Luther in een eschatologische, om niet te zeggen een apocalyptische stemming. Waar in de Schrift vindt men zoveel over de Antichrist dan in de Apocalypa, dat wil zeggen de Openbaring van Johannes? De Antichrist is een figuur uit de Eindtijd. Luther sprak dan ook wel over de Ewcfchrist! Wat Luther in het pausdom laakte was, dat het zich de plaats, de functie, het ambt van Christus had aangemeten. De paus was gaan zitten op de stoel van Jezus Christus. De paus heeft het ware christelijke geloof verloochend, hij leert niet het geloof maar de werken. Geen rijk is er op deze wereld, zegt Luther, waarin meer zielen zijn omgebracht dan in het rijk van de paus. Het pausdom noemt hij een 'satanische perversie' van het christelijke geloof. Vervolgens, het pausdom heeft de geboden Gods vervangen door inzettingen van mensen. Het pausdom is onwettig. Het behoort niet bij de kerk, het heeft zich wederrechtelijk in de kerk binnengedrongen. Luther maakt dan ook nadrukkelijk onderscheid tussen pausdom en kerk. Tegen de kerk zei hij ja, tegen het pausdom neen. Luther wilde staan in de continuïteit van de kerk van alle eeuwen, maar juist daarom schudde hij het juk van het pausdom van zich af. De kerk, zei hij, is thans een kerk 'sub papatu', dat wil zeggen: onder het pausdom; de kerk moet van het pausdom worden verlost. Zo gezien is de Reformatie der kerk in de 16e eeuw een bevrijding van de kerk geweest! Luther heeft niet met de kerk gebroken; hij heeft haar gezuiverd, niet voor het minst van het pausdom. Het was voor Luther een en hetzelfde, dat het Evangelie in de kerk weer tot geldigheid zou komen èn dat het pausdom zou vallen. Het Evangehe laat geen pausdom toe. Omgekeerd, dat is gebleken, het pausdom liet het Evangelie niet toe. Luthers strijd tegen het pausdom was een strijd voor het Evangelie!

Naar Luthers inzicht was de kerk, door haar strijd tegen het pausdom, de Antichrist, in een beslissende fase gekomen. In het pausdom zag hij een symptoom van de Eindtijd. De val van het pausdom zou het Einde snel nabij brengen. Daarom kon Luther bidden om de val van het pausdom èn om het aanbreken van de 'lieve Jongste Dag'. Met name de strijd tegen het pausdom deed Luther leven in een eschatologische gezindheid. De eschata, de laatste dingen zijn ophanden! Hoe in Lutherse kring aan dit alles soms gestalte is gegeven, onder andere in het in 1521 verschenen Passional, met een hele reeks afbeeldingen van de paus èn van Christus (geheel in middeleeuwse trant) en door Luther zelf in zijn beroemde Bijbelvertaling, met name in de prenten bij de tekst van de laatste hoofdstukken van het boek Openbaring, moeten wij nu laten rusten.

Onze conclusie is: Luther heeft anders dan al zijn voorgangers in de middeleeuwen, het pausdom aangetast in haar fundament. Sinds Luther kan al wie het Evangelie onderschrijft nimmer meer een pausdom accepteren, ook al heeft het zich aangepast aan de veranderde tijdsomstandigheden en ook al heeft het zich ontdaan van alle smetten van een onrein leven. Het reformatorisch geloof belijden en het accepteren van het pausdom, in welke vorm ook, is een innerlijke tegenstrijdigheid. Het pausdom als zodanig, als een zitten op de stoel van Christus, is onaanvaardbaar.

Ook Zwingli, de hervormer van Zürich, heeft zich, zelfs al vrij vroeg, tegen het pausdom gekeerd. Nog niet in de eerste jaren van zijn priesterlijke ambtsbediening te Glarus. Meer dan eens diende hij in die tijd als aalmoezenier in het leger der Zwitsers dat in dienst van de paus ten strijde trok tegen de Fransen. Maar toen in 1516 dit leger der Zwitsers een zware nederlaag leed en ook heel wat van zijn eigen parochianen sneuvelden, gingen zijn ogen open voor het pauselijke 'militarisme'. Hij zag nu hoezeer in het pausdom het kerkelijke leven door politieke aspiraties was bedorven. Vanaf dat moment had Zwingli voor het pausdom niet veel goede woorden meer over. De Antichrist te Rome, zegt hij, heeft vele volken aan zich onderworpen. Rome spekt zich met de wol der schapen. Rome is de grote hoer. Rome heeft de religie bedorven. Achter de troonsbestijging en machtsontplooiing van de paus, die de Antichrist is, staat niemand minder dan de duivel zelf.

Zwingli heeft zich dus vooral geërgerd aan de politiek van het pausdom, aan haar militarisme, aan haar vermenging van politiek en religie, aan haar machtsaanspraken.

Later kwam daar bij, dat hij het pausdom ervan beschuldigde allerlei nieuwe wetten in de kerk te hebben ingevoerd, inzettingen van mensen. Hij noemt in dat verband ook de leer der transsubstantiatie, die noemt hij een uitvinding van de paus, zij was hem een gruwel. Alle Zwingli-kenners zijn het er over eens, dat voor Zwingli dé zonde van Rome de schepsel-verafgoding is geweest.5) Hij zette haar met name op rekening van de paus. In zijn boek Der Mirt van 1525 zegt Zwingh: Christus is de ware herder, de paus is een valse herder; hij heeft Christus van zijn plaats verdrongen. De schepsel-verafgoding zag Zwingli als het ware belichaamd in de paus. Daarom was hem de paus de Antichrist.

Zwingli's bestrijding van het pausdom heeft met die van Luther het een en ander gemeen gehad, maar viel daarmee toch niet samen. Luther ging in zijn polemiek met het pausdom de weg van binnen naar buiten, Zwingli juist omgekeerd, de weg van buiten naar binnen. Zwingli begon bij de politiek van de paus, en verder zijn inzettingen, als het vasten, de beelden, de mis en allerlei andere zaken, om van daaruit dan in de paus te zien de valse herder, die de ware religie bedorven heeft, die de ware Antichrist is.

Calvijn heeft in zijn Institutie aan het pausdom de meeste aandacht geschonken in dat deel waarin hij de kerk behandelt. Wij vinden in zijn paus-critiek de elementen die wij bij Luther aantroffen terug, maar hij doet ook denken aan Zwingli. In zijn verweer tegen de Roomsen zegt hij: 'Ik zeg, dat hun paus niet is de overste der bisschoppen, daar hij geen bisschop is'. Dus: Calvijn wil de paus zelfs niet als bisschop erkennen! De paus, zegt hij, heeft niets van wat tot een ware bisschop behoort; integendeel zelfs. En wat heeft Calvijn daarbij dan op het oog? Hij zegt: Ik weet niet, waarmee ik moet beginnen, met de leer of met de zeden. Hij bespeurt in het pausdom dwalingen èn afgodendienst. Dus hetzelfde wat Luther èn Zwingli hebben geconstateerd (Inst. IV.VII,24). Vervolgens bespreekt Calvijn de kwestie of de paus de Antichrist mag worden genoemd. Hoewel sommigen deze aanduiding te kras hadden gevonden, wil Calvijn haar toch handhaven. Hij beroept zich allereerst op 2 Thessalonicenzen 2 : 4, waar Paulus zegt dat de Antichrist zal zitten in de tempel Gods. Nadrukkelijk stelt Calvijn, dat het pausdom moet gezien worden als een tyrannie, als een macht die zich keert tegen het geestelijke Rijk van Jezus Christus. De pretentie van de paus is het hoofd der kerk te zijn, maar hij breekt de kerk juist af, hij scheurt haar af en houdt haar af van Christus, die haar enig waar Hoofd is. Het staat vast, zegt Calvijn, dat de Roomse paus onbeschaamd op zich overgebracht heeft, wat alleen eigen was aan God en vooral aan Christus, en daarom behoeft men er niet aan te twijfelen, dat hij de aanvoerder en hoofdman is van het goddeloze en verfoeilijke rijk van de Antichrist (Inst. IV. VII.25).

Wij vatten samen. Alle drie de genoemde hervormers hebben in het pausdom een antichristelijke macht gezien. Zij pasten erop toe teksten als 2 Thessalonicensen 2 : 4; Daniël 7 : 25, maar vooral diverse gedeelten uit het boek Openbaring. Luther is het die hier het sterkst eschatologisch over gesproken heeft. Hij is het ook wiens polemiek het diepst religieus was. Dan komt Calvijn, die vooral de kerk op het oog heeft gehad, en dan Zwingli, die vooral aan de pauselijke politiek dacht. Dit alles is een globaal oordeel, want zo goed als alle motieven in de strijd tegen het pausdom treft men, zij het in het onderscheiden graad, bij alle drie de hervormers aan.

De strijd tegen het pausdom is bij alle hervormers een zeer wezenlijk deel van hun levenswerk geweest. Zij was waarlijk niet van bijkomstige aard. Zij was met de Reformatie der kerk en de leer van de kerk der Reformatie als zodanig gegeven. Staan in de traditie der Reformatie sluit dan ook een aanvaarden van het pausdom uit. De figuur van de paus zelf, ongeacht de persoon, is een onwettige in de kerk van Jezus Christus. De rooms-katholieke kerk kan niet de ware kerk van Jezus Christus zijn, zolang zij het pausdom handhaaft. Reformatorische kerken die er over denken om op enigerlei wijze het pausdom te accepteren, zetten hun eigen bestaan op het spel.

De naam 'Antichrist' voor het pausdom zullen wij als reformatorische christenen moeten handhaven. Mits men daaronder verstaat, dat de paus, zoals hijzelf trouwens zegt, zich verstaat als 'stedehouder' van Christus, en daarmee Christus' plaats inneemt. En dat met een leer die aan het Evangelie van Gods genade tegenovergesteld is, en met een traditie die zich aan controle van het Woord Gods onttrekt, en met allerlei inzettingen die niet van God maar van hemzelf, dus van mensen is.

Een andere vraag is of men terecht in het pausdom moet zien dé Antichrist, als de eschatologische figuur waarover in het boek Openbaring wordt gesproken. Veel wijst er op, dat in het boek Openbaring niet gedacht wordt aan een bepaalde macht, maar aan een bepaalde machthébber. Zoals Christus zijn voorlopers heeft gehad, zo heeft ook dé Antichrist zijn voorlopers. De Schrift spreekt ook wel van 'antichristen'. Luther had daar besef van, hij noemde de paus de witte en de Turk de zwarte antichrist. Daarmee relativeerde hij een exclusieve antichrist-polemiek.

Wij zullen ons moeten hoeden voor een persoonlijke animositeit jegens Karei Wojtyla, tegenwoordig paus te Rome. Wat wij hem betwisten in zijn zetel. Waar wij ons tegen keren is de antichristelijke leer waarvan hij persoonlijk de behchaming is. Wat wij verwerpen is zijn ambt.

Als straks onze regering de paus zal ontvangen, dan geeft zij, ook al is het maar een formaliteit, daarmee prijs het inzicht dat de politieke pretenties van de paus hem niet passen. Als straks de synoden van Nederlandse kerken de paus ontvangen, dan is dat nog veel erger. Naar zijn wezen kan het niet slechts een 'beleefdheidsbezoek' zijn. Het is een ontmoeting met de man die nog altijd meent te zitten op de stoel van Christus, die nimmer de ware religie heeft geaccepteerd, en die zelfs niet eens het recht heeft, zoals Calvijn zei, om zich bisschop van Rome te noemen, laat staan paus, hoofd der kerk. Een ontmoeting van de reformatorische kerken met Karei Wojtyla, die met deze pretenties naar ons land komt, betekent een zwarte dag in de geschiedenis van de Reformatie in ons land. Niet omdat wij iets op de persoon van deze paus zouden aan te merken hebben, niet omdat wij hem niet als elk ander mens gastvrijheid zouden willen bewijzen, maar vanwege de macht die hij vertegenwoordigt, die een antichristelijke macht is. Wanneer worden de kerken weer waarlijk reformatorisch? Wanneer worden de synoden weer waarlijk synoden van een re-formatorische kerk?

Wat ons het meeste verontrust in het bezoek dat de paus aan ons land brengen zal, is niet dat bezoek als zodanig, maar de onvoorstelbare zwakheid van het gereformeerd Protestantisme in ons land. Leefde nog de religie van de reformatoren, dan zou het ons niet deren, al kwam de paus niet één keer maar tien keer naar ons land.

1. Gestalten der Kirche, Bd 12, Stuttgart 1985.

2. Klassiker der Theologie, Bd 1, München 1981.

3. Hans Preuss, Die Vorstellungen vom Antichrist, Leipzig 1906.

4. Hubert Kirchner, Luther und das Papsttum, Leben und Werk Martin Luthers, Bd 1, Göttingen 1983.

5. G. W. Locher, Hutdrych Zwingli in neuer Sicht, Zürich 1969.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Protestants Nederland | 9 Pagina's

Reformatie en pausdom

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Protestants Nederland | 9 Pagina's