Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oecumene als 'nuttig' instrument

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oecumene als 'nuttig' instrument

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan protestantse zijde wordt nog steeds veel te weinig beseft, dat het bedrijven van oecumene voor Rome per definitie als doel heeft om de oecumene-partners terug te voeren binnen de cirkel van het rooms-katholieke dogma. Waar hereniging met de kerk van Rome vooralsnog niet haalbaar is, stelt men zich tevreden met oecumenische activiteiten, die leiden tot een klimaat, waarin 'gescheiden broeders' kunnen erkennen dat hun opvattingen in ieder geval ook passen binnen de rijk geschakeerde roomse leer. Bekend zijn de pogingen om bijvoorbeeld inzake de rechtvaardigingsleer, de mariologie en het Petrus-ambt de scherpe klassieke tegenstellingen weg te slijpen, zodat oecumenisch-gezinde protestanten ?ich kunnen herkennen in Rome. Progressieve r.k. stromingen vervullen, in dit proces van gladstrijken van de verschillen, niet zelden een brugfunctie. Men d^nke bijvoorbeeld aan basisgemeenten, de Mariënberg groepering, het verschijnsel van de '8 mei toogda^'- Alle openheid naar het protestantisme ten spijt, blijven deze groeperingen een plaats behouden in de rooms-katholieke praktijk. Als zodanig zijn ze voor de r.k. hiërarchie bruikbaar om voorwaarden te scheppen, die uiteindelijk gunstig zijn voor een op Rome gerichte oecumene.

Afwijzing

De van huis uit protestantse oecunienische organisaties vervullen voor Rome een overeenkomstige rol. Men neemt deel of men neemt niet deel, al naar gelang het belang van de r.k. kerk voorschrijft. De verhouding tussen Rome en de Wereldraad van Kerken is wat dit betreft een kenmerkend voorbeeld.
De rooms-katholieke kerk heeft zi^h tot in de jaren zestig vrijwel geheel afzijdig gehouden van de oecumenische beweging, zoals voorgestaan door de Wereldraad van Kerken. De Wereldraad ontstond in 1948 vanuit drie organisaties, die r^eds vanaf het begin van deze eeuw het oecumenische veld bestreken: de 'Internationale Zendingsraad', de beweging voor 'Leven en Werk' en de beweging voor 'Geloof en Kerkorde'.
Op de eerste wereldconferentie van de Int. Zendingsraad in 1910 te Edinburgh, was er van enige deelname door Rome geen sprake. Het le Vjatikaanse Concilie had een stoot gegeven tot 'milit£int katholicisme'. Nieuw ontwaakte missie-aktiviteit was er een aspect van. Protestantse eenheidsbewegiiigen werden met argwaan bekeken. Voor wat betreft 'Leven en Werk', aan de wieg van deze 'beweging voor praktisch christendom', staat de zweedse bisschop Nathan Söderblom. Tijdens de eerste wereldt)orlog ontketende hij een actie voor vrede en leniging van de sociale nood. Brieven aan kerkelijke leiders in de oorlogvoerende landen, brachten hem o.a. de verbale steun van paus Benedictus XV, maar toen hij }n zijn 'Manifesto' van 1917 aandrong op een conferentie weigerde Rome. En toen 'Leven en Werk' uiteindelijk in 1925 haar eerste internationale bijeenkomst hield, was er van romeinse zijde slechts felle kritiek. De conferentie zou in het teken staan van de 'algemene mislukking van het protestantisme, van theologische onverschilligheid en van wazige vrijzinnigheid'. Uitgaande van Schrift en reformatorische belijdenis, heeft Rome inderdaad gelijk gehad met deze kritiek in de beginfase van de oecumenische beweging. De 20e eeuwse oecumene ontstond in kringen, waar schriftkritiek en vrijzinnige beschouwingen een gretig onthaal vonden. Dat was ook het geval bij de theologisch-dogmatisch georienteerde beweging voor 'Geloof en Kerkorde'. Toen deze beweging in 1920 in Genève haar eerste conferentie hield, had haar stichter, de Amerikaanse Episcopaalse bisschop C. H. Brent reeds bij Rome nul op het request gekregen. Het is dan ook begrijpelijk dat de verhouding met Rome lange tijd in de oecumenische organisaties nauwelijks aandacht kreeg. Zelfs bij de oprichting van de Wereldraad in 1948 zond Rome geen deelnemers naar Amsterdam. Ook waarnemers kregen van de paus geen toestemming.

Toenadering

Daarna komt er echter verandering in de houding van het Vaticaan. Allerlei factoren spelen daarbij een rol. Allereerst, ook bij Rome raken zaken als historische schriftkritiek en evolutietheorieën ingeburgerd. Daarnaast is van invloed de duidelijke toenadering van de oosters Orthodoxe kerken tot de Wereldraad. De Wereldraad wordt steeds minder protestants en ontwikkelt zich tot een, ook voor Rome, mogelijk nuttig instrument in de concurrentieslag met andere kerken, godsdiensten en ideologieën.
De tweede assemblee van de Wereldraad in 1954 te Evanston is voor rooms-katholieken nog officieel verboden. De encycliek 'De Motione Eucumenica' (1950) belet deelname. Maar toch blijkt, dat er ruimte komt voor 'een algemene beweging van rooms-katholieken, die diepe belangstelling hebben voor alle oecumene'. Bij de voorbereidingen op Evanston, spreken roomse waarnemers mee over het gezag dat moet worden toegekend aan uitspraken van de Wereldraad.
Het is paus Johannes XXXIII, die een stap tot verdere toenadering zet. Hij nodigt de Wereldraad uit om waarnemers te zenden naar het 2e Vatikaanse Concilie. En omgekeerd zendt hij officiële waarnemers naar de 3e assemblee van de Wereldraad te New Delhi in 1961. Ook zijn opvolger Paulus VI lijkt in dezelfde richting te werken. In 1965 geeft hij toestemming tot de oprichting van een gezamenlijke werkgroep, met verscheidene sub-commissies. Een ervan gaat zelfs de toetreding van de rooms-katholieke kerk tot de Wereldraad bestuderen.
Van belang is ook het gezamenlijke 'Committee on Society, Development and Peace' (Sodepax), dat in 1970 in Montreux een conferentie houdt. Op de 4e Wereldraad-assemblee te Uppsala in 1968 worden de banden met Rome nog meer aangehaald.
Maar dan lijkt de toenadering te stagneren. Keerpunt is wellicht het bezoek van Paulus VI aan het Geneefse hoofdkwartier van de Wereldraad in 1969. De paus kondigt zich bij zijn oecume-partners aan met de woorden 'Ik ben Petrus'. Daarmee ontnuchtert hij vele Wereldraad-officials, die hadden gedacht dat Rome uiteindelijk wel bereid zou zijn om ter wille van de oecumene de absoluutheid en onfeilbaarheid van het paus-ambt ter discussie te stellen. Van een dergelijke toegeeflijkheid blijkt geen sprake te zijn. De Wereldraad kan hoogstens fungeren als een instrument, dat moet helpen een door Rome en de paus geleide oecumenische gemeenschap tot stand te brengen. Sindsdien beweegt de samenwerking zich op een minder innig niveau. In 1978 zijn de rooms-katholieken nog volledig geïntegreerd in de gesprekken, die de afdeling 'Geloof en Kerkorde' te Bangalore houdt over de sacramenten en het ambt. Maar in 1980 verloopt het mandaat van de gezamenlijke werkgroep; het niet vernieuwen ervan beknot de contactmogelijkheden. Aan de Wereldzendingsconferentie te Melbourne in 1980, nemen minder rooms-katholieken deel.
Rome houdt de boot echter niet geheel af. In 1984 volgt paus Johannes Paulus II het voorbeeld van zijn voorganger en brengt een bezoek aan Genève. Er is geen enkele aanwijzing, dat Rome overweegt om alsnog tot de Wereldraad toe te treden. Maar kennelijk heeft Genève zijn aantrekkingskracht als 'tooi' in de pauselijke machtspolitiek nog niet verloren.
Interessant voor het Vatikaan is bijvoorbeeld het enthousiasme van de Wereldraad-assemblee te Vancouver in 1983 over het zogenaamde 'Lima-rapport'. Dit in 1982 samengestelde rapport handelt over de kerkelijke betekenis van doop, avondmaal en ambt en bevat voor Rome hoopvolle elementen. Het is duidelijk dat Rome, zonder betekenisvolle concessies te doen en zonder het lidmaatschap van de Wereldraad te aanvaarden, in staat is om optimaal van de 'protestantse' oecumene te profiteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Protestants Nederland | 12 Pagina's

Oecumene als 'nuttig' instrument

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Protestants Nederland | 12 Pagina's