Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET ROOMS KATHOLIEKE RECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ROOMS KATHOLIEKE RECHT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vorige artikel over het Rooms-Katholieke Recht (PN van maart j .1.) sloot ik af met de conclusie, dat de grote verschuiving op de hiërarchische ladder plaatshad in de jaren die volgden op de tiende eeuw. Twee concilies, het Derde (1179) en het Vierde (1215) Lateraans Concilie zouden, wat de hiërarchische structuur van de kerk betreft, de bakens verzetten. Het priesterschap werd hiërarchisch (volgens ambtelijke rangorde) onderworpen aan bisschoppen en paus en het recht om de eigen voorgangers te benoemen werd de kerkelijke gemeenten ontnomen. Canon 6 van het Concilie van Chalcedon sprak nog uit, dat niemand tot priester gewijd mocht worden, tenzij een plaatselijke kerk hem riep om als voorganger die kerk te dienen. Het Concilie van Lateranen stelde echter, dat bisschoppen priesters mochten wijden, als er maar iemand wilde instaan voor het onderhoud van die priester. In het feodale (door de adel beheerste) systeem waarin men toen leefde waren er ook graven, hertogen e.d. die het wel gemakkelijk vonden om zo'n priester aan de kapel van hun kasteel te verbinden en hem te onderhouden.

Ook werd de visie op de voorgangers uit de eerste tien eeuwen van de christelijke kerk versmald door het Vierde Concilie van Lateranen, dat vaststelde dat de Eucharistie (het H.Avondmaal) alleen voltrokken kon worden door een geldig en geoorloofd gewijd priester. Daar kwam nog bij, dat in die tijd de theorie ontstond van het merkteken dat door de verschillende sacramenten in de ziel van de mens zou worden aangebracht. Zelfs het 'sacrament' van het kosterschap zou - aldus leerde men toen - aan iedere koster zo'n merkteken (een pluspunt!) in de ziel opleveren. Men vond dit verhaal later toch al te gek, maar nog steeds leert de roomse kerk, dat er drie sacramenten zijn die zulk een merkteken in de ziel griffen, namelijk doop, vormsel en priesterschap. Déze sacramenten mogen dan ook maar eenmaal in het leven worden ontvangen. De kerk wilde ook het alleenzeggenschap hebben over kerkelijke zaken, ook buiten de tot dan toe door haar verworven bezittingen.

Vanaf de zesde eeuw waren de pausen een speelbal geworden van de keizer en hun caesaropapisme (*). Vooral de Ierse zendeHngen - vrij van romeinse invloeden door de ligging van hun eiland - deden echter in Europa een andere geest opkomen. Met vele historici kan men dan ook zeggen: bij de bekering van de 'barbaren' werd de kerk tot de 'barbaren' bekeerd. De voorheen onafhankelijke bisschoppen waren verworden tot dienaren van de landsheren, die privékerken bouwden en hiertoe willekeurige clerici (geestelijken) aanwierven. Onder Ierse invloed wilde de kerk nu een andere koers gaan volgen. En in de bisschoppelijke priesterwijding meende de kerk een wapen te bezitten om daarmee de zelfstandigheid van de kerk te herstellen. Vanaf deze tijd dateert ook de scheiding tussen priestermacht en jurisdictiemacht. Dat betekent, dat men wel tot priester gewijd werd, maar de priestermacht eerst kon uitoefenen na toelating door de bisschop. Er werd dus scheiding gemaakt tussen de wijding tot priester en het mogen uitoefenen van de macht die men reeds ontvangen had. Ook kwam in die tijd de vraag op, wie nu eigenlijk priesters kon wijden?

Een tijd lang speelde men met de gedachte, dat priesters ook anderen tot priester zouden kunnen wijden. Maar die gedachte liet men weer spoedig varen. Bepaald werd, dat alleen bisschoppen de macht hadden om de priesterwijding te voltrekken, terwijl een bisschop gewijd moest worden door twee andere bisschoppen. Zo keerde de macht over de kerk langzamerhand terug tot de kerk. De feodale tijd werd gevolgd door de tijd waarin steden zich ontwikkelen tot machtsblokken en de kerk maakte hiervan dankbaar gebruik. Aanvankelijk was de paus zelf zo verstrikt geraakt in het feodale systeem, dat hij zich bijna alleenheerser over Italië kon noemen en meer als wereldlijk vorst dan als bisschop regeerde. Door het verlies van zijn verschillende staatjes verdween op de duur vrijwel geheel zijn wereldse macht, totdat op II februari 1929 het grondgebied van het Vaticaan 'gereconstrueerd' werd tot wat het nu is. In een derde artikel hoop ik te schrijven over het r.k. recht in onze tijd.

(*) Caearopapisme of cesaropapisme: hieronder wordt verstaan de samenvoeging van de wereldlijke en de geestelijke macht in één persoon, namelijk in die van de wereldlijke vorst. Het is het ingrijpen van de wereldlijke macht in de geestelijke rechten van de kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1988

Protestants Nederland | 8 Pagina's

HET ROOMS KATHOLIEKE RECHT

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1988

Protestants Nederland | 8 Pagina's