Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Franciscus Spira (ca. 1502 - 1548)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Franciscus Spira (ca. 1502 - 1548)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In geschriften en preken van reformatoren, maar ook van Engelse, Schotse en Nederlandse oudvaders, wordt soms de naam van Franciscus Spira of Spiera genoemd op een wijze waaruit blijkt dat zo'n drie eeuwen geleden de geschiedenis die er aan verbonden is, algemeen bekend was. Een geschrift uit 1669 over deze geschiedenis, 'uijt het Latijn vertaeld' en voorzien van een voorrede van Voetius, beleefde zo'n honderd jaar geleden zelfs nog de 8e druk"". Ook in zijn Geestelijke verlatingen haalt Voetius Spira's lotgevallen aan als 'een seer nutte ende stichtelijcke history, te lesen voor lichtveerdige, ruim-levende ende de waarheit licht-achtende menschen'. Probeert men echter heden ten dage met behulp van de gangbare hulpmiddelen meer over hem aan de weet te komen, dan loopt dat op niets uit. Er is maar een enkel naslagwerk dat een paar regels aan hem wijdt. Toch is het de moeite waard om deze geschiedenis te blijven vertellen. Wij willen dat doen aan de hand van de reeds genoemde uitgave en van een artikel uit 1887 waarin op grond van historisch onderzoek het aangrijpende levensverhaal van Franciscus Spira wordt geschetst^.

Overgang naar de Reformatie
Franciscus Spira werd ongeveer 1502 te Citadella in Noord-Itahë geboren. Over zijn ouders en zijn jeugd is verder niets bekend. Wel is duidelijk dat hij een wetenschappelijke opleiding heeft gehad, waarschijnlijk aan de universiteit te Padua. Hij stond alom bekend als een zeer bekwaam en kundig advocaat. In zijn levensbeschrijving zegt hij later zelf dat hij steeds met list en bedrog probeerde zoveel mogelijk rijkdom te verwerven: met de rechtvaardigheid nam hij het niet zo nauw. In 1542 verandert er plotseling iets in zijn leven. In Padua, waar hij regelmatig komt, komt hij in aanraking met de leer der Reformatie die in die tijd overal in Europa doordringt. Hij krijgt diep berouw over zijn vroegere levenswijze en begint de geschriften van de reformatoren te bestuderen, maar boven alles Gods Woord. Dag en nacht is hij ermee bezig en, zo deelt hij later mee: 'mij dacht dat mij niets ontbrak om gelukzalig te zijn'. Met steeds meer mensen spreekt hij over de ganade die in Christus is door het geloof. Niet alleen in zijn huisgezin (zijn vrouw en elf kinderen), maar ook bij zijn vrienden dringt hij er vurig op aan om alleen in de gerechtigheid van Christus het heil te zoeken. Zijn boodschap dat de mens alleen gerechtvaardigd wordt door het geloof in Christus, zonder enige verdienste van zichzelf, trekt steeds meer mensen. Niets wil Spira meer weten van de Roomse mis, van de paus, van heiligenverering of van aanbidding van Maria. Jezus Christus is onze levende Voorspraak bij de Vader, zo houdt hij zijn hoorders voor. Verwerpelijk vindt hij de leer van het vagevuur en van de aflaat. Hij verfoeit de rozenkransgebeden, en vertaalt het Onze Vader, het gebed dat Christus Zijn discipelen leerde, in het Italiaans.

Aanklachten
Natuurlijk blijft zijn optreden niet onopgemerkt. Enkele priesters klagen hem aan bij de kerkelijke autoriteiten. Samen met zijn vriend Piero heeft Spira dan een lang gesprek met de vertegenwoordiger van de bisschop, Roberto de Montibus. Voor Franciscus blijft het deze maal bij een ernsige waarschuwing om zich niet meer tegen de leer van de Rooms-katholieke kerk te keren, maar z'n vriend Piero wordt opgesloten in een gevangenis van Venetië. Diep onder de indruk belooft hij te zullen stoppen met de verkondiging van de leer van de Reformatie. Kort daarop komt hij echter al weer openlijk voor zijn overtuiging uit. De bom barst als hij en enige anderen op de heilige sacramentsdag (donderdag na de Ie zondag na Pinksteren) 1547 tijdens een processie in Citadella zich spottend gedragen en weigeren te knielen. Begin november van dat jaar dienen enkele priesters en inwoners uit zijn woonplaats een aanklacht tegen Franciscus Spira in bij de Inquisitie (= kerkelijke rechtbank, die ten doel had om het protestantisme uit te roeien) in Venetië. Het blijft niet bij deze ene aanklacht en na een half jaar wordt hij gedagvaard door de Inquisitie. Spira, die aanvankelijk verwachtte dat het allemaal wel zou los lopen, schrikt hevig. In z'n binnenste begint een ontzaggelijke strijd, een ontzettende worsteling met vrees en angst. En in die toestand reist hij naar Venetië. Zijn besluit om openlijk voor de waarheid uit te komen, ongeacht de gevolgen die dat zou kunnen hebben, lijkt tenslotte toch vast te staan. Maar tijdens het verhoor is hij zelfs niet in staat zichzelf en zijn zaak te verdedigen.

Afzwering
Acht dagen geeft men hem om zijn verdediging voor te bereiden. In plaats daarvan gebruik te maken, verklaart hij zich in het vervolg niet meer tegen de Rooms- katholieke kerk te zullen verzetten en z'n openlijk verkondigde meningen te herroepen. De Inquisitierechtbank eist dat Spira zijn afzwering in het openbaar zal herhalen en hij stemt daarin toe. De eerste keer vindt dit plaats op 26 juni 1548 in de St. Theodoruskapel te Venetië. Daarna mag hij terug naar Citadella, waar hij volgens het vonnis de afzwering nog eens moet herhalen. Op de terugreis waarschuwt hem zijn geweten om toch niet ten tweeden male Christus te verloochenen. Op zijn sterfbed, zes maanden later, vertelt hij dit zelf aan bezoekers. Het was, zegt hij, of ik hoorde zeggen: 'Franciscus, wat begint gij? Ongelukkige, waartoe vervalt gij? Laat af! Overdenkt eens ernstig in uw gemoed wat gij beloofd hebt en wat betamelijk is om te doen ( . . . ) Stelt gij, boven het eeuwig leven het tegenwoordige, dat gij evenwel straks toch zult moeten afleggen? Acht gij uw huisvrouw en kinderen meer dan Christus? Geldt bij u meer een ijdele achting des volks dan de ere Gods? Is de bezitting van uw goederen u liever dan de behoudenis van uw ziel? ( . . . ) Denkt u eens in wat Christus al voor u geleden heeft! Is het niet billijk dat wij daartegenover om Zijnentwil de dood van ons lichaam verdragen?' Hij luistert echter niet naar de stem van zijn geweten, en zodra hij in zijn woonplaats arriveert, wordt alles in gereedheid gebracht voor het herhalen van zijn herroeping de volgende ochtend. Slapeloos brengt hij de nacht door. De volgende dag zijn meer dan tweeduizend mensen in de hoofdkerk aanwezig, en onder diepe stilte van de menigte zweert nu Franciscus Spira voor de tweede keer de Bijbelse leer van de rechtvaardigmaking van de zondaar door het geloof in Christus Jezus af en onderwerpt hij zich aan de leer van de Rooms-katholieke kerk. 'Dwalingen' noemt hij de leer die hij voorheen verkondigd heeft.

Wanhoop
Nauwelijks is hij echter thuis of hij voelt hoe hij de toorn van de almachtige God op zich heeft geladen. Hij vertelt zelf aan zijn vrienden: 'Maar ziet! zo haast ik thuis kwam, hoor ik deze verschrikkelijke stem: Goddeloos mens! Mij hebt gij verloochend, het verbond der gehoorzaamheid hebt gij Mij opgezegd; de eed van uw dienst hebt gij heden verbroken! Gaat van Mij, afvallige, maakt u verre van Mij weg! Draagt de straf van uw misdaad, het oordeel der eeuwige verdoemenis!' Het is Franciscus of hij 'door een geweldige bliksemslag' getroffen wordt. 'Ik voelde dat ik daadwerkelijk beroofd was van het geloof en van de andere gaven van de Heilige Geest; ik merkte dat ik ontbloot was van de liefde Gods'. Vanaf dat moment kent hij geen rust meer. Voortdurend wordt hij gekweld door helse verschrikkingen. Vertwijfehng en wanhoop grijpen hem aan. Alle zonden die hij ooit heeft begaan, doemen in zijn geest op. Allemaal voor eigen rekening! Vervloekt, verdoemd is hij! Zijn hart wordt vervuld van haat, vervloeking en lasteringen. Met ontzetting zien familie en vrienden de gevolgen van Spira's afzwering. Het gezin besluit naar Padua te verhuizen, waar Franciscus zich onder behandeling van bekwame artsen kan stellen. Hun pogingen om hem te genezen zijn echter vergeefs, want er is geen medicijn om zijn ziekte weg te nemen. Hij weigert voedsel te gebruiken, en hoewel zijn zonen hem soms met geweld trachten te voeden, verzwakt zijn lichaam zienderogen. Alleen zijn geest blijft helder. De artsen zijn van mening dat alleen 'geestelijke verzorging' Spira's zielenood misschien zou kunnen genezen. Vele achtenswaardige mensen bezoeken hem en trachten hem te troosten. Eén van hen is Petrus Paulus Vergerius, bisschop van Capo d'Istria, die naderhand - mede onder invloed van wat hij zag bij Franciscus Spira - radicaal gebroken heeft met de Rooms-kathoHeke kerk. Dagelijks bereidt Vergerius zich door gebed en Schriftonderzoek voor om Spira te vertroosten. Hij wijst op Gods barmhartigheid, op het lijden en sterven van Christus, maar niets mag baten. 'Ik ben een verworpeling', zegt hij, 'en kan op geen enkele manier behouden worden. Dit weet ik, omdat ik willens en wetens Jezus Christus verloochend heb.' En Petrus dan? brengt men daar tegen in. Ja, voor hem was vergeving mogelijk, omdat Christus hem aanzag. Maar God wil mij niet meer aanzien! roept Spira uit. Men bidt met Spira het Onze Vader. En hij bidt mee en weent. Zie je nu wel, reageren de omstanders, het gaat goed, want u hebt berouw. 'Ik ween', antwoordt hij, 'over mijn ellende, omdat ik mij van God verlaten voel en zie dat ik mijn hart niet bij mijn woorden voegen kan, gelijk ik wel voor dezen placht te doen!' Geen Bijbelwoord, geen troost kan de wanhoop verdrijven. God is de Wreker, Zijn oordeel is onafwendbaar, redding is onmogelijk, verzoening uitgesloten, want 'ik heb', zegt hij, 'God de Vader gekend, niet alleen door de schepping, maar ook door de wedergeboorte. Ik heb Hem gekend door Zijn beminde Zoon, de Oorsprong van onze zaligheid. Ik kon Hem aanroepen en van Hem vergeving van mijn zonde hopen. Ik heb Zijn zoetigheid, vrede en vertroosting in mijn gemoed gevoeld. Maar nu bevind ik in alles het tegendeel in mij. Ik kan God kennen, niet als een Vader, maar als een Vijand'. Wat men hem ook voorhoudt, hij heeft nog maar één ontzagwekkende, gruwelijke zekerheid: voor eeuwig verloren te zullen gaan! 'Kon ik maar op een of andere wijze één enkele druppel van de Goddelijke barmhartigheid gevoelen, en vernemen dat God mij in 't allerminste genadig was, ik zou geenszins weigeren om duizend jaren aan elkander, of nog langer, de pijn der hel te lijden.' Had hij dan niet het ware, zaligmakende geloof beleden? Had hij dan geen deel aan Christus? Nee, zegt Spira, 'want ook nadat ik kennis had aan het Evangelie, heb ik willens en wetens vele en verschrikkelijke zonden gedaan. Denk niet dat men Christus alleen maar verloochent als men, gesleept zijnde voor prinsen en pausen, de ware leer veroordeelt en de gemeenschap met Christus opzegt, zoals ik gedaan heb. Nee, maar ook als u in de omgang met uw vrienden geveinsd hebt alsof u Christus niet kende, en u met hun goddeloze gemeenschap hebt ingelaten, ook dan hebt u Christus verloochend!'

Slot
Ten einde raad besluit de familie in december 1548 hem terug te brengen naar Citadella, waar hij op 27 december van dat jaar overlijdt. De vraag of Franciscus Spira werkelijk zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan, waardoor er dus geen hoop op behoudenis meer is, heeft allen die over hem geschreven hebben bezig gehouden. Zelf was Spira daar zeker van. Wij weten het niet, en het oordeel van de diverse schrijvers loopt dan ook sterk uiteen. Maar van harte onderschrijven wij Voetius' opvatting dat 'wij niet en derven licht qualick van deesen Spira oordelen'.


Noten:
1. De verschrickelijke historie van Franciscus Spira, verschenen bij Gebr. Huge te Rotterdam.

2. Door de Amsterdamse Lutherse prediicant J. P. G. Westhoff, 'Francesco Spiera. Een levensbeeld uit den tijd der hervorming in Italië, in Stemmen voor Waarheid en Vrede 24 (1887) p. 453-502).

(Dit artikel werd met toestemming overgenomen uit de kerkbode van de Oud Geref. Gemeenten in Nederland, juli/aug. 1989).

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1990

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Franciscus Spira (ca. 1502 - 1548)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1990

Protestants Nederland | 8 Pagina's