Bladeren
Hebben wij een catechismus nodig?
Uit een brief van Johannes Calvijn aan Eduard Seymour, hertog van Somerset van 22 oktober 1548.
'Gelooft u mij, monseigneur, de kerk van God kan zonder catechismus nooit standhouden; want die catechismus is als het ware het zaad dat verhindert dat het goede graan vergaat, zodat het zich van geslacht tot geslacht vermeerderen kan. Daarom, wanneer u een bouwwerk wilt oprichten dat lang stand moet houden en niet snel in verval mag raken, dan zorgt u ervoor, dat de kinderen onderwezen worden aan de hand van een goede catechismus... Deze catechismus zal dan zowel voor het volk als voor hun voorgangers nuttig zijn, namelijk om heel het volk te onderwijzen, zodat het door de prediking gesticht wordt èn dat het onderscheiden kan, wanneer een bepaald eigenzinnig persoon een vreemde leer zou verkondigen. Ik houd het echter ook voor goed en zelfs voor noodzakelijk de predikanten ertoe te verplichten om een bepaalde schriftelijke leervorm te gebruiken, zowel vanwege de onkunde en de onnozelheid van alle kerken beter tot uitdrukking te brengen, en ten derde om van alle nieuwsgierigheid en van de spitsvondigheden van mensen, die ook maar iets bijzonders hebben, de scherpe kanten af te halen. Zoals al opgemerkt moeten zulke mensen door de catechismus in toom gehouden worden.'
Deze wens van Calvijn ging in vervulling: in onze reformatorische kerken werd de 'Heidelberger Catechismus' - samengesteld door Caspar Olevianus en Zacharias Ursinus en voor het eerst verschenen in 1563 - tot een goed 'zaad'. Hij werd het leerboek op de scholen en voor het christelijk onderwijs. Hij werd tot een hulp voor de predikanten en het tekstboek voor de Verdiensten op de zondagmiddagen. Hij werd het belangrijkste onderdeel van vele kerkordes en de dogmatische leidraad voor de universiteiten. Predikanten moesten bij hun ambtsaanvaarding niet zelden trouw aan de Heidelberger beloven. Vooral was het boek echter tot troost en stichting van de gemeente. Protestantse Christenen doen er goed aan, wanneer zij zich hun catechismus - de lutheranen Luthers Kleine Catechismus en de calvinisten de Heidelberger Catechismus - goed inprenten, opdat zij zoals Calvijn ons al voorgehouden heeft, de ware en de valse leer kunnen onderscheiden.
Een voorbeeld daarvan, vraag en antwoord 60 uit de Heidelberger Catechismus:
Hoe kan het dat gij rechtvaardig zijt voor God? Alleen door een echt geloof in Jezus Christus. AI klaagt mij mijn geweten aan, dat ik tegen alle geboden Gods zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, God schenkt mij, zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade de volkomen genoegdoening en heiligheid van Christus. Hij rekent mij die toe alsof ik nooit zonde gehad of bedreven had, ja of ik zelf al de gehoorzaamheid had volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft. En alleen door deze weldaad met een gelovig hart aan te nemen ben ik rechtvaardig voor God.
Rudolf Bäumer
Overgenomen uit 'Informationsbrief' van de Bekenntnisbewegung 'Kein anderes Evangelium', aug. 1992. Vertaling van drs J. G. Hilgers
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Printen
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1993
Protestants Nederland | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1993
Protestants Nederland | 8 Pagina's
