Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Expositie en boek over enkele eeuwen 'Domineesland'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Expositie en boek over enkele eeuwen 'Domineesland'

Oefenaar Zwarte Jannetje en een analfabeet als voorganger

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkhistorici, theologen en andere geïnteresseerden kunnen dit jaar hun hart ophalen als het gaat over de grote en kleine vaderlandse kerkgeschiedenis. Het lijkt wel of de Kerk weer midden in dorp en stad staat, op z'n minst als we heden op vele wijzen terugkijken naar het verleden. Of die interesse in het geloof der vaderen blijvend is kun je je afvragen. Intussen kunnen we dankbaar gebruik maken van wat er nu te bieden is over 'toen'.

We noemen een paar van zulke zaken, die wellicht naderhand in dit blad nog uitgebreider aan bod kunnen komen. Uitgeverij Den Hertog in Houten geeft een Bibliotheek van de kleine kerkgeschiedenis uit. Vorig jaar verscheen onder auspiciën daarvan het derde deel van 'Predikanten en Oefenaars', het boeiende biografisch woordenboek van de 'Kleine Kerkgeschiedenis', zich vooral richtend op de voorgangers in de kleinere reformatorische gemeenschappen, zoals de Gereformeerde en de Oud-Gereformeerde Gemeenten, al dan niet met de toevoeging 'in Nederland'

Lexicon en Jaarboek
Eveneens vorig jaar ging het kerkhistorisch tijdschrift 'Oude Paden' van start, een uitgave van De Groot Goudriaan in Kampen en zich richtend op dezelfde kringen: de bevindelijken in de 19e en 20e eeuw. Verder wordt er stug doorgewerkt aan het Biografisch Lexicon voor de Gescheidenis van het Nederlands Protestantisme, dat te zijner tijd bij Kok te Kampen in vijf kloeke delen moet verschijnen. Enkele ervan zijn in middels gereed, geredigeerd door de bekende Utrechtse (nu emeritus-) kerkhistoricus dr. Aart de Groot. Zijn arbeid als secretaris van dat Lexicon wordt in Utrecht nu voortgezet door dr. Jacob van Sluis uit Bergum (Fr). Medewerkers aan dat Lexicon, onder wie de Utrechtse universitair docent kerkgeschiedenis dr. F.G.M. Broeijer, komen we ook elders weer tegen.

Bijvoorbeeld in 'Het Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protesantisme na 1800'. Dat jaarboek verscheen zojuist voor de vijfde maal. Het is een (uitermate boeiend!) produkt van het Historisch Documentatiecentrum van het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit, geleid door prof. dr. J. de Bruijn. Dat centrum is de protestantse evenknie van het Katholiek Documentatiecentrum van prof. dr. Jan Roes aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen.

Om deze onvolledige opsomming af te ronden verwijs ik nog even naar de ook elders door ons genoemde Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis met het tijdschrift 'Kerktijd'. Ook schijnt nog altijd het kerkhistorisch tijdschrift 'De Hoeksteen' te bestaan, vooral van en voor amateurs. Het is (was?) een uitgave van Nederlandse Historiën te
Berkel & Rodenrijs. Ondanks herhaalde verzoeken van mijn kant heb ik daarvan geen proefnummers ter aankondiging ontvangen. Het is wellicht meer gericht op de lokale kerkgeschiedenis, ook van gebouwen en gemeenten.

'Domineesland'
Vanwaar hier deze lange opgave? Omdat het een verheugende zaak is dat er op allerlei wijzen aandacht is voor 'domineesland'. Vorig jaar kwam bij het Documentatiecentrum aan de VU een boek uit over de 19e-eeuwse dominee Leendert Schouten. De Koninklijke Bibliotheek hield toen een tentoonstelling over 'Geen heersende kerk, geen heersende staat', de relatie tussen kerk(en) en staat vanaf 1796 (de Bataafse tijd) tot 1996. Tevens werd in die KB het halve-eeuwfeest gevierd van het Kerkhistorisch Gezelschap, anno 1946, over hetzelfde thema. In dit blad van oktober/november 1996 hebben wij daar al ruim aandacht voor gevraagd.

Maar de koek van 'domineesland' is nog lang niet op. Want in het museum voor kerk- en cultuurhistorie van het christendom in ons land, Museum het Catharijneconvent in Utrecht, kan men tot 17 augustus terecht voor de omvangrijke tentoonstelling 'Vier eeuwen Domineesland', vergezeld door een bij Meinema (Boekencentrum) te Zoetermeer verschenen catalogus met bijdragen van o.a. dr. F.A. van Lieburg (die zo ongeveer alle predikanten van deze vier eeuwen met naam en toenaam kent...) en de vroegere Trouw-redacteur en -columnist A.J. (Bert) Klei.

Predikant in 1800
Tegelijk met deze expositie werd in april in de VU het genoemde vijfde 'Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme' gepresenteerd op een studiemiddag met een keur aan sprekers over het centrale thema van dit Jaarboek: 'Predikanten in Nederland, 1800 tot heden', voor het Documentatiecentrum uitgebracht door Uitg. Kok te Kampen. Na al deze veelzijdige activiteiten kan niemand in Nederland meer ongestraft zeggen dat hij (of zij) niet op de hoogte is van 'domineesland', van klein en 'Afgescheiden' tot breed 19e-eeuws en Samen- op-Weg.

De lezingen bij de presentatie van het Jaarboek zullen ook wel gebundeld verschijnen. Na een introductie door prof. J. de Bruijn zal men dan kunnen genieten van dr. Aart de Groot en zijn bijdrage over 'pastorieleven in de 19e euw'. Of van de (van huis uit rooms-kathoheke) Leidse hoogleraar dr. J.Th.M. Bank, voormalig Volkskrant- redacteur, over 'De Nederlandse predikant in het historisch onderzoek'. Of ook van 'dominee in koopmansland. Predikantschap na 1945' door dr. Albert H. Van den heuvel, ooit Wereldraadman, later secretarisgenaraal van de Nederlandse Hervormde Kerk en nog later VARA- en NOS-bestuurder.

Was het pastorieleven in de vorige eeuw een idylle? Dr. De Groot ging te rade bij de bekende ds. J.P. Hasebroek in Heiloo, vriend van collega Nicolaas Beets (Hildebrand) en van J. Kneppelhout (Klikspaan). Hasebroek had het over 'mijn lieve pastorij op mijn zalig dorpjen', maar die idylle strookte lang niet altijd met de werkelijkheid. Wel was de pastorie in die eeuw een sociaal en cultureel centrum en de 'domineesche' was daarbij welhaast onmisbaar. En daarmee was meteen het verschil aangegeven met de rooms-katholieke pastorie. Want daar was wellicht de huishoudster van meneer pastoor, maar een echtgenote ontbrak. En juist die gade maakte de (protestantse) pastorie tot een centrum van culturele en literaire betekenis dat ver uitging boven het huis van de domineezonder- meer. Ook de domineeskinderen speelden daarbij hun rol, allemaal zaken die de rooms-katholieke pastorie moest ontberen.

In zijn lezing leverde De Groot wel enige kritiek op de tentoonstelling 'Domineesland' in Utrecht. De dominee is daar wel, maar de gemeente en het kerklid ontbreken er. Hoe reageerde de kerkganger? Wat haalden al die duizenden preken uit? Hoe was, kortom, de interactie van predikant en gemeente? Dat leer je niet uit een geschiedenis van het vak homiletiek of predikkunde. En ook niet uit de domineesroman der 19e eeuw, waaronder het praktisch vergeten 'Ab-Hurck' van de Hervormde ds. George Frans Haspels in Colmschate anno 1893.

Preektijgers
Dat de dominee in de 19e eeuw een grote rol speelde, ook in de cultuur-historie, maakte prof. Jan Bank duidelijk aan de hand van het afscheid van Nicolaas Beets als Utrechts hoogereaar in de Godgeleerdheid. Beets was in 1884 zeventig geworden en ging met emeritaat. Dat werd een welhaast nationaal gebeuren met diverse onderscheidingen (waaronder de Belgische Leopoldsorde), een feestcantate en een losbladig vriendenalbum met liefst 338 bijdragen in manuscript in een met fluweel beklede kist.

Een der bijdragers was de later bekende rooms-katholieke priester en politicus H.J.A.M. Schaepman. Beets werd vooral geëerd als cultuurmens, niet zozeer als professor in de theologie. De dominees in die eeuw behoorden tot de culturele elite. [Heel wat ex-predikanten bekleedden ook een culturele rol van betekenis: Van Vloten, Busken Huet, Allard Pierson, ook Domela Nieuwenhuis en anderen (Van As)] Hoe zag het dominees-landschap er na 1945 uit? Dr. Van den Heuvel behoort tot de in de jaren vijftig opgeleide predikanten-generatie. Het was nog de tijd van de 'preektijgers': ds. H.A. Visser, ds. J.J. Buskes, de professoren Van Niftrik en Van Ruler, dr. Okke Jager. De tijd ook van de invloed van Karl Barth [de Zwitser die in Duitsland en later in Bazel doceerde en van wie Van Ruler dan ook ooit zei: 'Barth bazelt' (Van As)] en de tijd van de grote veranderingen: de oecumenische beweging, de vrouwelijke predikanten, de apostolaats-theologie van Hoekendijk, de bevrijdingstheologen, de dominee als vormingswerker en therapeut.

Machtshuwelijk
Van den Heuvel: 'De dominee in koopmansland hoeft niet langer te pretenderen de herder en leraar van de gedoopte natie te zijn, hij heeft aan zijn eigen bescheiden gemeente meer dan genoeg werk. Mij lijkt dat pure winst'. Hij laakte, met Bonhoeffer, het eeuwenlange machtshuwelijk van de kerken met de overheden, waardoor de kerken hun geloofwaardigheid verloren en prees de kerk die haar experiment met de burgerlijke macht heeft opgegeven'.

Aldus enkele grepen uit de lezingen bij de presentatie van 'Predikant in Nederland, 1800 tot heden'. Die waren interessant genoeg, maar het boek zelf is minstens net zo boeiend. Het zijn tien bijdragen, die wij hier niet kunnen navertellen, maar die elk leerzame facetten van deze laatste twee eeuwen 'domineesland' weergeven. Zo gaat drs. D.J. Bos in op de sociale positie van (Hervormde) predikanten in de 19e eeuw in ons land: 'Een kring van achtbare mannen'. Hun (huidige) rechtspositie wordt getypeerd door drs. L.C. van Drimmelen. Hoe werden in de vorig eeuw de predikanten opgeleid? De Utrechtse kerkhisticus dr. F.G.M. Broeijer vertelt het ons met veel details. Zo komen we de Amsterdamse Doopsgezinde hoogleraar dr. J.G. de Hoop Scheffer (!) tegen. Zijn directe naamgenoot en wellicht nazaat is een rooms-katholieke CDA-voorman. Broeijer verhaalt ook hoe de 'Afgescheiden' voorman ds. A. Brummelkamp rond 1850 een orthodoxe theologie-opleiding wilde opzetten, ook bedoeld voor rechtzinnig Hervormden. Da Costa was ook bij die plannen betrokken. In 1851 leed dat plan schipbreuk. We hebben in Amsterdam ook een tijdlang een rechtzinnig Schots seminarie gehad, maar ook dat sloeg niet echt aan.

'Kraaien' en steek
Heel aardig vond ik ook het artikel 'De kraaienplaag' van dr. J. Vree, over predikanten verenigingen in ons land van 1844 tot 1892. De rake typering van deze 'zwartjassen' was afkomstig van de Utrechtse bevolking als de Nederlandse Hervormde Predikanten-Vereeniging voor de jaarvergadering in de Domstad neerstreek. Dat kuitbroek en driekantige steek als ambtsgewaad der 19e eeuwse predikanten soms tot in onze eeuw dienst deden als kenmerk van rechtzinnigheid is bekend. In Afgescheiden kring was het een voornaam discussiethema, terwijl die oude uitmonstering in wezen niets méér was dan de gewone kledij van de 18e eeuwse voorname burgerij. Een eeuw later liep geen burger meer in die dracht, maar sommige kleine gereformeerde denominaties kenden die archaische dracht nog tot in onze eeuw. Toga, geklede jas: ze hebben alle hun symboolwaarde gehad. Dat heel wat vroegere predikanten tevens kinderboekenschrijvers waren zet dr. M. Rietveld-van Wingerden uiteen. Zij zetten een oudere traditie voort van predikanten als Jac. Koelman, W. ä Brakel en W. van Eenhoorn. In de 19e eeuw hadden we zo o.a. ds. J. de Liefde, ds. P. Los, evangelist en voorganger Eduard Gerdes, darbist H.C. Voorhoeve, ds. J.J.L. ten Kate, ds. N.A. van Charante en ds. T. van Spall. Er verschenen ook veel verhalen voor kinderen in diverse tijdchriften.

Oefenaars
Een van die bladen was het 'Christelijk tijdschrift voor de jeugd'. Het bijzondere daarvan was wel dat het een uit het Duits vertaald maandblad was dat in Duitsland werd uitgegeven door de rooms-katholieke geestelijke Christoph von Schmid. Het ging er in die bladen om om het kind te vormen 'tot een nuttig en regtschapen lid der maatschappij, tot eenen burger des hemels'.

Dr. H. Florijn, ook actief in 'Oude Paden', levert hier een bijdrage over oefenaars in de 19e en 20e eeuw. Daar zaten, met respect, soms ook rare snuiters onder, met veel rechtzinnigheid, maar ook veel eigenzinnige godsdienst. 'Als een handvol geitenhaar tot wezenlijke opbouw van den geestelijken Tabernakel des Heeren' heet Florijns artikel. Daarin komen we uiteraard Wulfert Floor en, in onze eeuw, de later predikant geworden J. Fraanje en M. Hofman tegen. En zelfs een vrouwelijke oefenaar: Jannetje Hootsen, alias Zwarte Jannetje, uit Veenendaal, die daar in Polsbroek nogal wat opschudding verwekte en door aanhangers 'de vrouwe Christi' werd genoemd. Kortom, ook die uitersten van gereformeerd domineesland hadden hun heiligen en vereerde figuren. Uitwendig leken ze daarmee wel op 'Rome' en haar mens-vergoding. (Dat zegt Florijn overigens niet. Van As). Zwarte Jannetje had zich echter mijlenver van de 'gewone' kleine Gereformeerde kerkverbanden verwijderd. In de Gereformeerde Kerk onder 't kruis had men in Gouda een oefenaar die geen dominee wilde worden omdat hij analfabeet was..., ene Frederik Urbanus. Zo zijn er meer kostelijke zaken te vinden in deze kleine kerkhistorie.

Tot slot bevat het Jaarboek een stuk van dr. H. Reenders over de Gereformeerde zendingspredikanten in de vroege 20e eeuw en de geschiedenis van de vrouw in het ambt door dr. Lieke A. Werkman, terwijl drs. Nynke Gerritsma de bundel afsluit met 'Vriendelijk jegens allen', over predikantsvrouwen rond 1917 en 1972. Een aantal zwart-wit illustraties, een ruim notenapparaat, personalia en een personenregister maken dit waardevolle jaarboek heel compleet.

Mede n.a.v. 'Predikanten in Nederland, 1800 tot heden' onder redactie van prof. dr. D.Th. Kuiper, drs. H.C. Endedijk e.a. Genaaid gebrocheerd, 299 blz. Prijs tot 1 juli fl. 39,90, daarna fl. 44,90. Uitgave: Uitg. Kok te Kampen i.s.m. het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit.

Expositie in Museum Catharijneconvent 'Vier eeuwen domineesland', van 5 april t/m 17 augustus 1997.
Op maandag gesloten. Toegang fl. 7,-

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Protestants Nederland | 12 Pagina's

Expositie en boek over enkele eeuwen 'Domineesland'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Protestants Nederland | 12 Pagina's