Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hindenburg en Niemöller in Luthers kosthuis...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hindenburg en Niemöller in Luthers kosthuis...

Wandeling in het spoor van Luther en Bach in Eisenach

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hadden het kunnen weten: je kunt niet door het land van Johann Sebastian Bach reizen zonder met enige regelmaat Maarten Luther tegen te komen. Thüringen en Saksen zijn Bach-land, maar met Saksen-Anhalt óók, en al eerder, Luther-land. Zelfs in de in menig opzicht duistere DDR-tijd werden beide grote Duitsers, de hervormer van de 16e eeuw en de grote kerkmusicus van de 18e eeuw, hoog gewaardeerd. Tenslotte kon je van Luther ook nog een soort voorloper van Karl Marx maken, een progressieve bestrijder van de middeleeuwse kerk. En zelfs Bach was wellicht in te passen in een meer communistisch keurslijf.

Op reis langs tal van Bach-steden in het Oosten van Duitsland ontmoet je natuurlijk Luther. Scherp gesteld: zonder Luther was er geen Bach geweest, althans geen zeer groot kerkmusicus van die naam. Luther zelf was een liefhebber van zang en muziek. We kennen zijn vele liederen - ‘Ein Feste Burg’ voorop - en we zien zijn afbeeldingen, bijvoorbeeld als luitspeler. En noemde Hans Sachs de reformator niet ‘een Wittenbergse nachtegaal, die men nu hoort overal’?

Twee steden die alles met Bach te maken hebben tonen ons ook op diverse manieren Luther: de geboortestad van J.S. Bach, Eisenach in Thüringen, en de stad waar Bach van 1723 tot 1750 (zijn sterfjaar) werkzaam was, vooral als cantor en componist voor de Thomaskerk, Leipzig in Saksen.

Bach en Luther samen
In Eisenach, de stad in het fraaie bergachtige land van de Wartburg even buiten dit oude stadje, werd Bach op 21 maart 1685 geboren. Twee dagen later werd hij er gedoopt in de nu van binnen schitterend gerestaureerde Sankt Georgenkirche (St. Joriskerk), die in eerste bouw teruggaat op het jaar 1182. In deze kerk heeft de jonge knaap Luther gezongen toen hij - daarmee deels de kost en zijn scholing verdienend - in Eisenach woonde in wat nu het Lutherhuis en Luther-museum van die stad is. Bach werd wellicht geboren in wat nu de Lutherstrat is, maar zijn huis is gesloopt. Nu woont er op nummer 35 een familie Böckel.
De straat verbindt het Luther-huis met het huidige Bach-huis en Bachmuseum aan het Frauenplein. Daarin is Bach in elk geval niet geboren, maar als gedenkplek voldoet dat okergele oude pand heel goed.
In een plantsoen voor het Bach-huis staat zijn grote standbeeld, bepruikt en voornaam. Luther komen we, behalve in ‘zijn’ Lutherhaus ook meer dan levensgroot tegen op een immense sokkel in een park tegenover de Nicolaikerk en de fraaie oude Nicolaistadspoort. Dat beeld is blijkens het goudkleurige opschrift op de sokkel ‘opgericht op de herinneringsdag van Luthers aankomst op de Wartburg. Het werd op 4 mei 1985 onthuld.
Een der taferelen op het grote voetstuk toont ons een bekend historisch feit: Luther, vermomd als Jonker Jörg (is Georg, de beschermheilige van Eisenach), werkt aan vertaling van de Bijbel uit de grondtalen in de volkstaal. Dat is een monument dat de eeuwen heeft verduurd, meer dan de vele Lutherstandbeelden in deze streken.

Zingende scholier Martin
In de Wartburg, hoog boven de stad, zien we Luthers werkkamertje, niet veel meer dan een cel. Zijn portret als de vermomde jonker hangt er. Zijn vertaalde Duitse Bijbel ligt er onder een glasplaat. Aan de wand is, voor wie het wil geloven, nog de legendarische inktvlek te zien, ontstaan toen hij met z’n inktpot de duivel op de vlucht joeg... Maar we dalen weer af naar de stad en bezoeken het mooi in oude staat herstelde Lutherhaus. Hier woonde in het grote vakwerkpand de familie Cota en de jonge scholier Luther was hier een tijdlang in de kost. Van 1498 tot 1501 zat hij hier op de Georgischool, waar twee eeuwen na hem Bach ook scholier was. Als ‘Currendescholier’ zong Luther voor de Cotta’s, maar ook in de St. Joriskerk waar hij later meermalen zou preken, toen als hervormer.
Toen hij op 4 mei 1521 op de Wartburg aan het Bijbelvertaalwerk begon kon hij niet vermoeden dat hij in 1529, op weg naar het Godsdienstgesprek in Marburg, opnieuw Eisenach zou aandoen. Ook in 1540 verbleef hij er enkele weken, als gast van superintendent Justus Menius. Op het beeld in het parkje (Karelsplein) draagt hij de voltooide Bijbel. Op nog een ander groot monument in steen kan men Luther in Eisenach aantreffen. Een eindje buiten de stad, met fraai uitzicht op de Wartburg, staat het kolossale ‘Burschenschaftendenkmal’, het gedenkteken van de 19e-eeuwse studentengezelschappen die de revolutie preekten in het Duitsland van 1830 en 1848. Kennelijk zagen die studenten in Luther ook een voorvechter van de liberale vrijheden. In elk geval kreeg hij ook een plek op hun monument.

Preken in zang en muziek
Maar naast de Wartburg is het Lutherhuis vlakbij de markt de meest opvallende gedenkplaats van de hervormer, al was hij, toen hij hier woonde, nog lang niet de Wittenbergse Augustijner monnik van de 95 stellingen tegen het pausdom. Hij was op 10 november 1483 in Eisleben geboren en was in Eisenach dus een knaap van 15, 16 jaar oud. Er zijn natuurlijk meer Luther-huizen annex-musea, Wittenberg voorop, en Eisleben en andere plaatsen waar hij verbleef. Maar ook in Eisenach vinden we hem - met de hulp van de moderne cd-rom en in veel documenten en foto’s - terug in zijn veelzijdigheid.
Zo zie ik thema’s als Luther als volksopvoeder, als Augustijner monnik, als bijbelvertaler ook. (De gids vertelt: Luther was in dit opzicht een echte humanist: terug naar de bronnen, de oertalen van de H. Schrift, zoals ook Erasmus dat wilde). Een afdeling is gewijd aan Luther en de Muziek, met diens bekende uitspraak ‘Hij die zingt, bidt dubbel’ Zonder Luther geen Bach, zegt de gids terecht. Hij wijst erop dat Luther en Zwingli in dit opzicht tegenover elkaar stonden. Zwingli wilde de orgels de kerk uit. Ze storen en leiden af van de aandacht die men aan God en Zijn Woord moet schenken. Maar Luther preekt ook door zang en muziek en na hem zou Bach hier en elders ‘preken in noten’.

Luthers kerkliedboek
Naast de vaste collectie trof ik in het Lutherhuis ook een paar interessante tijdelijke exposities aan. Een daarvan was gewijd aan ‘475 jaar Evangelisch Gezangboek’ en ook daarin heeft de dichter en zanger Maarten zijn plaats. Zo zijn er panelen met ‘Het evangelische (is: protestantse, lutherse) kerklied in de loop der tijden’, te beginnen met de Reformatie (hoewel Luther hier nog echt als monnik staat afgebeeld) en de r-k Contra-Reformatie. Daarnaast zien we het kerklied ten tijde van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), afgelopen met de Vrede van Westfalen (waarvan ‘onze’ Vrede van Münster een onderdeel was)
Een volgende sectie belicht het kerklied in de eeuw van het Piëtisme en de Verlichting en zo worden bijna vijf eeuwen protestantse kerkliederen in beeld gebracht. Aan het eind van de kleine tentoonstelling ligt een schitterend uitgevoerde recente uitgave van het ‘Evangelisches Gesangbuch’, verschenen bij Vandenhoeck & Ruprecht in Göttingen, een ook bij Nederlandse theologen bekende uitgeverij.

Heel aardig vond ik ook de andere tijdelijke expositie: over de protestantse pastorie in de loop der tijden, vanaf de Kerkhervorming. Die laat, onder meer via foto’s en documenten en videofilm, zien welke bekende Duitsers - theologen, maar ook heel wat kerkverlaters! - zelf uit een pastorie afkomstig waren of in de pastorie verbleven. De beroemde theoloog Martin Niemöller - ooit duikbootkapitein in de oorlog - is er één van. Prof. Karl Barth wordt ook genoemd, maar die was eigenlijk geen Duitser, al doceerde deze Zwitser wel een tijdlang in Duitsland voor Hilter hem dat onmogelijk maakte.

Hitlers Duitse Christenen
De zwarte bladzijde van de Hitler-aanhankelijke ‘Duitse Christenen’ wordt duidelijk vermeld. In de sectie over ’De evangelische pastorie tussen ‘Troon en Altaar’4 lees ik onder meer hoe in de keizertijd in de kerken openlijk voor de keizer gebeden werd: ‘God, bouw om zijn troon een ring van burchten’. Zijn verjaardag werd in de pastorie plechtig gevierd. Wilhelm II - de man die zichzelf opvolger zag van Constantijn de Grote en de Byzantijnse keizers en die daarom ook kerken bouwde in Byzantijnse stijl, zoals de Keizer Wilhelm Gedachtniskirche in Berlijn en de kerk van Maria’s Inslapen in Jeruzalem - was sinds 1888 tevens opperste bisschop van de Duitse kerk.
In Lutherse landen was de band tussen troon en altaar tamelijk vanzelfsprekend. Als later de oude Hindenburg Rijkspresident is wordt in de kerken zijn verjaardag gevierd met een speciale dienst. Het ‘wiens rijk diens godsdienst’ van de lutherse landsheren in de 17e eeuw doet ook in de 20e eeuw zijn invloed gelden. Veel predikanten zagen de komst van Hitler als Rijkskanselier in 1933 als een geschenk van God. En in het partijprogramma van zijn NSDAP las men: ‘De partij als zodanig vertegenwoordigt het standpunt van een positief christendom, zonder zich overigens te binden aan één bepaalde belijdenis’. De predikanten, zo lees ik hier, hoopten dat Hitler het ‘Volkstum’ en ‘Christentum’ weer nauw met elkaar zou verbinden: Duitser zijn is christen zijn. Vandaar ook, dat in menige protestantse pastorie naast een afbeelding van Christus en van de keizer nu ook een portret van Hitler kwam te hangen! In deze meimaand mogen wij goed bedenken, waartoe zulk een vermenging van staatsideologie en christelijk geloof in de praktijk kan leiden. Vochten de SS’ers niet in de naam van tot Ariër verklaarde Christus tegen de Joden en de communisten, en geloofden zij niet ‘God laat geen Duitser in de steek’?

Niemöllers ‘Noodverband’
Ook de latere verzetsman ds. Martin Niemöller was er aanvankelijk van overtuigd, dat het nationaal-socialisme kerk en christendom zou bevorderen. Hitler zou, zo meende de domineeszoon Niemöller, een nieuwe Duitse staat bouwen op christelijke grondslag. Als jongeman was Martin Niemöller toegetreden tot de keizerlijke marine. Hij werd in de Eerste Wereldoorlog zelfs duikbootcommandant. Maar al gauw bij het aantreden van Hitler ontdekte hij in 1933, dat de zogeheten ‘Deutsche Christen’ een geheel ‘zuivere’ arische kerk wilden, die trouw zou zijn aan de Führer. Niemöller ontwaakte en ging de ‘Pfarrernotbund’ organiseren: predikanten die - tegen de oude lutherse traditie in - begrepen dat verzet tegen de machthebbers geboden was.
Uit dat noodverband van predikanten kwam de ‘Bekennende Kirche’ (Belijdende kerk) voort, die in de B armer Thesen zich scherp keerden tegen de bloed- en bodem-leer van de officiële Duitse christenen achter Hitler. Dat verzet tegen Hitler en de Rijksbisschop kon vervolging en marteling betekenen. In 1937 werd Niemöller opgepakt en in een concentratiekamp opgesloten. In het Lutherhuis in Eisenach lees ik dan, dat die Belijdende kerk weinig succes had. Niemöller kreeg te horen: vergis u niet. Als het straks hard tegen hard gaat, staat u alleen.
Dat klopte niet helemaal, want er waren meer verzetshelden in de Duitse kerk. Zoals Dietrich Bonhoeffer, die kort voor de bevrijding de dood vond in een nazi-kamp. Of Helmut Gollwitzer, die de oorlog en kampen overleefde en erover schreef in zijn ‘En brengen waar gij niet wilt’. Maar de eeuwenlange hechte band tussen troon en altaar was in de nazi-tijd nog zeer sterk.

Hitler en Luther
Is dat ook geen les voor ons, calvinistische en lutherse christenen? Ook in gereformeerde kring drong lang niet overal het besef door, dat er een recht van verzet en opstand kan zijn tegen een Godloze overheid. Philippe du Plessis-Mornay hield dat de Hugenoten al voor, maar tot in onze tijd waren er ook orthodox gereformeerde christenen die meenden dat de Duitse bezetter, ‘Gods slaande Hand’, op dat moment de ons van Godswege beschikte overheid was, die wij hadden te gehoorzamen. Daarom was ik niet verbaasd bij het, juist in Luthers museum, zien van die slaafse volgzaamheid der ‘Duitse Christenen’, ook achter Hitler aan.
Die kon, helaas, ook teruggrijpen op bepaalde denkbeelden van Maarten Luther. De hervormer koos in de zogeheten Boerenoorlog - mede een opstand van de roerige Wederdopers en leider der boeren zoals Thomas Müntzer - van 1525 de kant van de vorsten en landheren, tegen de rebellen. In felle preken onder meer in Mühlhausen, nu ook een Bach-stad niet ver van Eisenach, keerde Luther zich tegen Müntzer, die nu 475 jaar geleden in die stad op gruwelijke wijze werd ter dood gebracht. En in een geschrift van Luther ‘Tegen de Joden en hun leugens’ konden Hitler en zijn kerkelijke trawanten voedsel vinden voor hun arisch antisemitisme. De grote kerkreformator en bijbelvertaler en dichter en kerkmuzikale ‘vader’ van J.S. Bach, van Schütz en zoveel anderen, had ook schaduwzijden.

Familie Bach in Eisenach
Nog even terug naar het Bachmuseum aan het Freuenplein. In de tuin van het huis, dat eigenlijk uit drie oude panden bestaan, geniet je bij een grote put van zijn klanken. Want bij rondleidingen in het musuem bespeelt een conservator oude instrumenten uit Bachs tijd, waaronder natuurlijk een harpsichord (klavecimbel) en een kabinetorgeltje waarbij de windvoorziening niet door pedalen geschiedde, maar door met leren riemen te trekken aan met de hand bediende blaasbalgen. Heel de rondgang in dit leuke en leerzame Bachmuseum toont de verwevenheid van de Bachs met Eisenach. Zijn vader was hier stadsmuzikant

Tal van oude instrumenten hangen hier, waaronder een zink, bazuinen, strijkinstrumenten. Johann Sebastian moet in de Sankt Georgenkirche de eerste orgellessen hebben gehad, vermoedelijk van zijn oom Johann Christoph Bach. Minstens vier Bachs zijn gedurende een halve eeuw organisten van deze kerk aan de Markt geweest. Een andere beroemde tijdgenoot, Georg Philipp Telemann, was in Eisenach hofkapelmeester. Natuurlijk vinden we Bach ook meer dan levensgroot in de kerk: direct bij de ingang een groot beeld uit de nazitijd, in 1939 vervaardigd door ene Paul Birrer.

St. Elisabeth
Kortom, een stadswandeling door Eisenach - waar in de DDR-tijd de Wartburg-auto’s werden geproduceerd - brengt ons op veel sporen. Je vindt er Luther en de Boerenoorlog anno 1525, je ziet er bijbel-verduitser ‘Jonker Jörg’, je komt er in beeld en muziek Bach tegen. In de St. Joriskerk vind je de graftombe van een der bekendste middeleeuwse heiligen: St. Elisabeth van Thüringen, met haar jonggestorven man, naar wie in ons land nog een 15e-eeuwse watervloed en diverse r-k ziekenhuizen zijn genoemd. En je wordt in het Lutherhuis geconfronteerd met Hitlers bewind, collaborerende dominees en met Luther als vader van de protestantse kerkmuziek gedurende vele eeuwen. Haast te veel om in één dag tot je te nemen!

Een bezoek aan de Bach- en Luther-steden in deze regio van Thüringen en Saksen, vooral in dit Bachjaar, 250 jaar na zijn dood, is dan ook beslist een aanrader. Er is voldoende fraai voorlichtingsmateriaal beschikbaar om u op weg te helpen. Ik noem een paar gegevens. Voor het Duitse Bach-jaar is ‘Bach luisteren en beleven’ een prima gids, te verkrijgen bij het Duits Verkeersburo in Amsterdam, Hoogoorddreef 76,1101 BG, tel.: 020-697 80 66, fax 6912972. Wellicht is daar ook de serie brochures ‘Wege zu Luther’ te krijgen, anders wel bij het Fremdenverkehrsbüro Wittenberg, Schlossplatz 2, D-06886 Lutherstad Wittenberg, fax 0049-3491 498611. Eisenach-Information weet alles over het Bach-huis en het Luther-huis, tel.: 0049-3691-79230 helpt u verder.

H.H.J. van As te Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2000

Protestants Nederland | 20 Pagina's

Hindenburg en Niemöller in Luthers kosthuis...

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2000

Protestants Nederland | 20 Pagina's