Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Samuel Vila

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Samuel Vila

Zijn bezoek aan Prinses Wilhelmina in 1949.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slechts weinigen in ons land weten iets over de belangstelling die wijlen Prinses Wilhelmina in haar laatste levensfase aan de dag legde voor het geestelijke leven, zoals dat zich ook buiten de gevestigde kerken openbaarde. Uit haar autobiografie 'Eenzaam maar niet alleen' krijgt men de indruk dat ze bij het ouder worden enigermate teleurgesteld was in het gebruikelijke kerkelijke leven. Binnen en buiten de geijkte paden zocht ze kennelijk naar uitingen van meer levend geloof, dat zetelend in het hart, ook naar buiten uitkomt in het leven van elke dag. Wellicht was ze daarin wat ondogmatisch.

Ons is zelfs verteld dat ze ook meer en meer belangstelling toonde voor wat in rechts-kerkelijke kringen leefde, voor wat daar aan wezenlijk geloofsgoed voorhanden was. Ons werd ook verteld dat men dit alles van de zijde van het hof kennelijk wat wilde afschermen voor de buitenwereld. Hoe dit alles ook geweest moge zijn. Prinses Wilhelmina heeft ook daadwerkelijke belangstelling getoond voor het Spaanse Protestantisme, dat vanaf de overwinning in de bloedige burgeroorlog van generalissimo Franco op 1 april 1939 tot ca.1960 zijn moeilijkste jaren heeft doorgemaakt. Spaanse vrienden noemden dat in gesprekken met mij 'de zwarte jaren'. Heel Spanje was door de vreselijke burgeroorlog sterk verarmd, het hele leven was ontwricht, en de jaren na dat bloedige conflict waren voor heel Spanje de 'hongerjaren', los anos de hambre. Maar voor de Spaanse Protestanten waren die jaren dubbel moeilijk. Tijdens de burgeroorlog, die ruwweg aangeduid werd gevoerd tussen de Roomsen enerzijds en communisten en linkse socialisten anderzijds, hadden ze van beide zijden te lijden. Ze hoorden bij geen van de twee strijdende partijen. Maar toegegeven moet worden dat men van 'links' minder te lijden heeft gehad dan van 'rechts', dat wil in dit geval zeggen, de Rooms-Katholieke Kerk en de Palange van Franco. Door mijn functie bij de Spaanse Evangelische Zending (SEZ), waarvan ik sinds 1967 lid was van de Raad van Bestuur, heb ik veel kennis kunnen opdoen van de situatie van de Protestantse minderheid in Spanje. En dat uit de eerste hand, door indringende gesprekken met Spaanse vrienden. De SEZ is destijds opgericht door dr. Roelof Herman Borkent, en de met hem bevriende prof. G. Wisse. Dr. Borkent was al lang voor de oprichting van de SEZ werkzaam ten behoeve van de Spaanse Protestanten. Toen hij vernam dat de bekende Spaanse predikant ds. Samuel Vila een bezoek van een maand bracht aan Engeland, nam hij contact met hem op. Ds. Vila was bereid ook naar Nederland te komen. Zijn aanwezigheid in ons land trok sterk de aandacht van de pers. Verscheidene journalisten bezochten ds. Vila op zijn logeeradres, en ze publiceerden in hun kranten over wat ds. Vila hen vertelde: voor velen was dat voor het eerst dat men zich de toestand realiseerde waarin de Spaanse Protestanten leefden. Op 27 november 1949 sprak ds. Vila in de Waalse Kerk te Den Haag, die vlak bij Paleis Noordeinde ligt. Verder sprak hij op verschillende plaatsen in ons land in zalen. Hij sprak dan meestal in het Engels, waarna zijn woorden in onze taal werden vertolkt. Voor die avonden was er grote belangstelling, en ook dat haalde de dagbladpers. De ambassadeur van Spanje las de berichten ook, en hij liet ds. Vila weten dat hij aanwezig zou zijn tijdens een samenkomst in een grote zaal in Amsterdam. Dat betekende dat ds. Vila extra voorzichtig zou moeten zijn in zijn uitlatingen over de Spaanse regering. Nu was het ook zo dat die regering als zodanig weinig deed tegen de Protestanten, maar dat het veeleer de constante druk van de r.k-clerus op de regering was die voor de vele onaangenaamheden zorgde. Vooral op het platteland, in de kleinere plaatsen, was de invloed van de clerus (de geestelijkheid) dikwijls zeer groot. Op die omstandigheid legde ds. Vila in zijn toespraken dan ook de nadruk. Ook Prinses Wilhelmina las de persberichten over de spreekbeurten van ds. Vila. Door middel van een lid van de Tweede Kamer werd ds. Vila uitgenodigd voor een bezoek aan Prinses Wilhelmina op Het Loo te Apeldoorn (1).

Voor ds. Vila was dat een hele belevenis: ontvangen te worden door een telg uit het Huis van Oranje- Nassau, een verre nazate van Willem van Oranje! Een hofdame ontving hem, waarna hij geleid werd naar de zaal waar Prinses Wilhelmina hem ontving. In overeenstemming met het geldende protocol boog ds. Vila voor Prinses Wilhelmina, en kuste hij naar Spaanse gewoonte haar de hand, die ze hem vriendelijk toestak. Maar aan de buiging maakte ze resoluut een einde door in het Frans te zeggen: pas de compliments, mus sommes des freres! (geen beleefdheden, wij zijn broeder en zuster). Deze vriendelijke en zusterlijke geste deed ds. Vila denken aan Hem, die Zich niet schaamt de Zijnen Zijn broeders te noemen. Prinses Wilhelmina toonde veel belangstelling voor de foto's en de documenten die ds. Vila haar toonde, en ze gaf enkele van haar eigen geschriften aan hem cadeau. Toen ds. Vila na zijn bezoek de zaal verliet was dat niet eenvoudig voor hem: men dient aan een vorstelijk persoon nooit de rug toe te keren, maar hij wist niet precies waar de uitgang was. Ietwat onzeker liep hij achteruit, terwijl Prinses Wilhelmina hem met een glimlach op haar gelaat nawuifde. Ze had intussen nog geregeld dat ds. Vila met haar eigen hofauto naar Den Haag werd teruggebracht, en dat hij uit de paleiskeuken een koude maaltijd meekreeg (2). Toen ds. Vila in zijn hotel in Den Haag terugkwam, trof hij daar een schrijven aan van de ambassadeur van Spanje, die hem de dag daarop bij zich ontbood. De eerste vraag van de ambassadeur was: wat heeft U tegen de koningin gezegd? Waarschijnlijk vreesde hij dat ds. Vila op ongunstige wijze gesproken had over de Spaanse regering. Ds.Vila kon hem op dat punt geruststellen: er was niets verzwegen van de moeilijkheden. Maar hij kon aan de ambassadeur de correspondentie tonen die hij gevoerd had met de secretaris van generalissimo Franco. Daaruit bleek zonneklaar dat het niet in de eerste plaats het regime-Franco was dat het de Spaanse Protestanten moeilijk maakte, maar de r.k. geestelijkheid. Via een hofdame, mevrouw De Beaufort-van Hardenbroek verzocht Prinses Wilhelmina aan ds. Forget namens haar aan ds.Vila 250,-- gulden ter hand te stellen voor zijn gemeente in Spanje. Dit weinig bekende voorval toont overduidelijk aan hoe wijlen Prinses Wilhelmina belang stelde in het lot van de toen verdrukte Spaanse protestanten. En dat geheel in de lijn van het Huis van Oranje-Nassau met zijn roemruchte historie. Dat dit ook internationaal bekend is bleek aan ons - de Heer H. Verdonk en mij - toen we op 30 april 1969 aanwezig waren in Casa 'La Paz' (de vrede) in het dorp El Escorial. In dat ruime gebouw spraken we met het hoofd van de daar gevestigde Christelijke School. Daar, in die kamer, heeft koning Philips II de hertog van Alva ontvangen voordat deze naar ons land vertrok. De koning gaf aan Alva de opdracht mee desnoods met de hardste middelen een einde te maken aan de godsdienstige beroerten in Nederland. Aan de muur hingen o.a. een plakkaat en het bekende portret van de Vader des Vaderlands, Willem van Oranje. Toen we aan het hoofd van de school en aan mevrouw Elfriede Fliedner vertelden dat juist op die dag, 30 april, de verjaardag van onze Oranjevorstin werd gevierd bleken zij beiden op de hoogte te zijn van de grote betekenis van ons Oranjehuis voor de vrijheid van godsdienst, niet alleen in Nederland, maar ook buiten onze grenzen.

Het leek ons goed dit voorval dat ons destijds zeer aansprak via ons blad in bredere kring bekend te maken. Dat past o.i. zeer goed bij een van de doelstellingen van Protestants Nederland: het versterken van het historisch besef.

1) . Het is niet met zekerheid bekend wie dat was. Wellicht was het Mr. Schmall, lid van de Tweede Kamer voor de Christelijk-Historische Unie. Mr. Schmall stelde groot belang in het lot van de Spaanse Protestanten. Jaarlijks stelde hij die zaak aan de orde bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. En dat in een tijd toen velen daaraan volledig voorbijgingen. Een eresaluut aan mr. Schmall ! In de beschrijving van ds. Vila zelf (zie noot

2) wordt de heer Forget genoemd als het bewuste lid van de Tweede Kamer. Flier is wel een vergissing in het spel. Ds. Forget was de Waalse hofprediker, die ook gesproken heeft tijdens de begrafenis van Prinses Wilhelmina. 2) De persoonlijke bijzonderheden zijn ontleend aan het boek van David Muniesa 'Una fe contra un Imperio' (een geloof tegen een wereldrijk), in 1979 gedrukt

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2003

Protestants Nederland | 20 Pagina's

Ds. Samuel Vila

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2003

Protestants Nederland | 20 Pagina's