Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afgedwongen Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afgedwongen Reformatie

Reformatorische schoolboeken geven een beperkt beeld van de Hervorming

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvinisten vinden de Reformatie prachtig om te beschrijven. Dit gebeurt echter niet altijd even eerlijk en evenwichtig. Roomsen zijn vaak de bad guys, terwijl de protestanten als helden afgeschilderd worden. Een klein historiografisch exposé.

Groen van Prinsterer is onze held. Dit Kamerlid was niet alleen een gezaghebbend jurist, hij was ook een verdienstelijk historicus. Zijn bronnenuitgave van de Oranjebescheiden is nog steeds bruikbaar. Toch leest een modern historicus zijn andere standaardwerk, Handboek van de geschiedenis van het vaderland, met een zekere ambivalentie. Deftig taalgebruik en een imponerende kennis van de geschiedenis, dat wel. Maar wat te denken van deze beladen taal als het gaat om het doorvoeren van de Reformatie rond 1568? 'Op veertigjarig martelaarschap volgt Tachtigjarige krijg. Het hoofd wordt niet meer lijdelijk op de slagtbank gelegd. De Heer geeft uitkomst aan zijn Volk. Nederland, door het Evangelie hervormd, wordt door de hand des Allerhoogsten en het zwaard der Prinsen van Oranje beschermd. Vervolging om der Godsdienst wille en het veldwinnen der Reformatie geven weldra aan den strijd een Protestantsch karakter.'1 Is hij de enige die sterk vanuit protestantse visie schrijft over de Reformatie? In dit artikel een beperkt onderzoek naar het beschrijven van de overgang van het katholicisme naar de Reformatie door enkele reformatorische, historische (hand)boeken die op (basis)scholen gebruikt worden. Deze informatie wordt vergeleken met enkele voorbeelden van recent historisch onderzoek. De uitkomst hiervan zal u wellicht verrassen.

Schoolboeken

Het geschiedenisboek uit dit onderzoek dat de meest expliciete visie aan de dag legt, is van B.J. van Wijk. In zijn historisch handboek Zoals Gods vinger schrijft, dat tot op de dag van vandaag wordt gegeven aan basisschoolkinderen, noemt hij Philips II zonder blikken of blozen 'het gekroonde werktuig van satan'.2 Bombastisch is de passage waarin hij de eerste ketterverbrandingen beschrijft. '1 juli 1523! 1 september 1526! Het zijn datums die Neêrlands kerk nimmer mag vergeten! God de Heere vergeet ze ook niet. En de heiligen die voor de troon zijn, roepen om wraak over het bloed der zielen die gedood zijn, tot de rechtvaardige Rechter. Bééf Rome! Het eerste bloed der martelaren roept om Gods wraak. Die wraak komt!'3 In deze felle taal wordt de Opstand vervolgens beschreven. Hier volgen een paar willekeurig gekozen voorbeelden. Zo waren de beeldenstormers niet opgejut, maar 'zuiverden' ze de kerken vanwege hun overtuiging dat 'buigen voor stomme afgodsbeelden zonde tegen Gods geboden was'. Uiteraard waren de losbollige watergeuzen in zijn optiek 'koene helden' en de Spanjaarden 'hels gebroed'. De moralistische vinger (die Van Wijk blijkbaar de vinger van God noemt) komt elke bladzijde aan bod. Wat te denken van deze gespierde zin: 'Dat we het niet vergeten, dat Spanje en Rome één zijn geweest in het doel: het Woord van God teniet te doen... Daarin ere het nageslacht de Vader des Vaderlands, dat het nimmer de hand reike aan Rome, de moordenares van Oranje. De vijandin der ware kerk'. Elke overwinning ziet deze schrijver derhalve als een 'wonder Gods'. Zijn er nog meer voorbeelden nodig? Deze schrijver wil de lezer doen geloven dat heel Nederland smachtte naar verlossing van het Spaanse juk en dat de meeste protestanten heldhaftige gelovigen waren. Dankbaarheid om in de lijn van psalm 78 Gods weldaden te gedenken is onze dure opdracht. Maar moet dit nu zo? Meer ingetogen is Jan van Reenen. Hij schreef het populaire De grote geschiedenis van een klein land. In 2004 kwam van zijn hand De komst van de Statenbijbel op de markt. Deze uitgave moet de reformatorische jeugd liefde en begrip voor de Statenvertaling bijbrengen. Met haast mythisch ontzag schrijft hij over Luther, Calvijn en Bogerman. De hagepreek die de jonge Baudartius (die later Statenvertaler zou worden) beluistert, wordt romantisch beschreven. Honderden Vlamingen gaan op een 'mooie voorjaarsdag' met bootjes via het zacht klotsende riviertje de Leie naar het plaatsje Deinze. Ze willen graag het Woord van God horen. 'Het wordt een mooie, lange dienst met psalmgezang, gebed en schriftuitleg.4 Volgens hem zouden de inwoners van de Nederlanden maar wat graag van de Roomskatholieke erediensten afzijn. Toch is de toon nergens opjuttend, maar rustig. In de traditie van de Statenvertalers gebruikt Van Reenen de kantlijnen om evenwichtige historische informatie te geven. Dit boekje is voorzichtiger de voorzienigheid Gods in het eigen straatje te passen. Regelmatig citeert hij historische bronnen, alles in een gemoedelijke verteltrant. Uiteraard krijgen de Statenvertaling en zijn vertalers een zeer positief waardeoordeel mee. De katholieken worden toch nog wel beschreven als vijanden van het Woord, vijanden van de waarheid. Dit echter op een veel mildere toon dan Van Wijk. Hoe zou de tegenwoordige reformatorische geschiedenismethode Bronwijzer dit thema aanpakken? Los van het onjuiste cliché dat bij de katholieken de preek nooit in de landstaal was, is de beschrijving van de Reformatie sober en feitelijk gehouden.4 Geen protestants-nationalistische taal, maar een korte beschrijving van het calvinisme als zodanig en de moeilijkheden die bewoners ondervonden om hun geloof te belijden. Het aantal waardeoordelen is in dit schoolboek opmerkelijk laag. De verschillen tussen Luther, Zwingli en Calvijn worden zakelijk weergegeven. Over de noodzaak van de Reformatie wordt niet omstandig geschreven. Soms worden alleen bijbelteksten gebruikt om aan te geven waarom zestiende-eeuwse christenen niet meer genoeg hadden aan kerkelijke rituelen alleen. Dat is pas reformatorisch. De conclusie kan kort zijn. Gangbare boeken, vooral die edities die wat langer in de markt zijn, geven een subjectief en soms overdreven beeld van de Reformatie. De protestanten spelen in deze boeken een thuiswedstrijd. De boodschap is kort en eenvoudig: Nederland wilde zo snel mogelijk verlost worden van de paapse onderdrukkende religie en gelukkig schikte God de vrijheid toe.

Wijngaarden

Geven de bronnen daar ook aanleiding toe? Laten we kijken in het dorpje Wijngaarden, gelegen in de Alblasserwaard. Daar stond in de Middeleeuwen een kleine Roomse parochiekerk. De pastoor werd beroepen door de ambachtsheer, lid van het geslacht Oem van Wijngaarden. Wekelijks werd te Wijngaarden de eucharistie bediend. Hoe is hier de Reformatie verlopen? In de eerste plaats, het gistte in de polder rond 1550. De geruchten van de 'nije leer' ging ook deze plattelanders niet voorbij. Zo stond pastoor Jasper op tweede paasdag 1548 achter het gloednieuwe altaar, dat net het jaar daarvoor voor 162 gulden uit Antwerpen was gehaald. Hij preekte over de Emmaüsgangers. Bij de toepassing gekomen van zijn preek, bracht hij een schokkende boodschap: 'jaren soe heeft men ulieden al fabelen gepreeckt, mer nu goets terecht gebreeckt wordt, soe wilt hij daer nyet nae horen.' Toen onderbrak een der parochieleden de mis. Ghijsbert Ariensz stond op en vroeg vertwijfeld: 'Zijn dan al onse ouders verdoemt?' Dit was een begrijpelijke en wezenlijke vraag. Wanneer het kerkvolk jarenlang fabeltjes had gehoord, zouden hun ouders dan wel in de hemel zijn? Hier had de pastoor niet op gerekend. Hij schrok en verliet direct het spreekgestoelte, en moest enige tijd later met gevaar voor eigen leven vluchten. De gemiddelde inwoner van de Alblasserwaard moest niets van de Reformatie hebben. Zijn opvolger, pastoor Herber Joosten, preekte daarna jarenlang op de vertrouwde. Roomse, wijze. Pas in 1572 werd de Reformatie van overheidswege, top-down, ingevoerd. En dat op een simpele, doeltreffende wijze: de baljuw van Dordrecht gebood de plaatsen in de omgeving de miskelken in te leveren. Daarmee kwam formeel een einde aan de misvieringen in de Waard. De Reformatie kwam hier niet omdat de bevolking dat massaal wenste. Slechts hier en daar was er een martelaar gearresteerd. Er kwam ook geen Hervorming, omdat de ambachtsheer dat wilde. Jacob Oem van Wijngaarden had al in 1566 het Smeekschrift getekend. De Reformatie werd afgedwongen, doordat de lokale overheid voor de nieuwe leer koos.6 Niet zozeer vanwege bevindelijke noodzaak, maar vanuit de formeel-juridische gewoonte dat de opstandelingen nu eenmaal de gereformeerde religie steunden.

Noord-Holland

Anders ging het in het Noorderkwartier. De Reformatie vond daar al snel veel aanhang, ook al omdat er veel afkeer bestond tegen de Roomse kerk. De snelst groeiende groep daar waren niet de calvinisten, maar de wederdopers. Deze dissidenters werden in het jaar 1535 en masse terechtgesteld. De dopers stelden zich principieel en voor iedereen zichtbaar buiten de kerk. Ze dwongen door hun standvastigheid en duidelijkheid ook bewondering en navolging af. De fanatieke Zeeuw Lennaert Bouwensz. herdoopte tussen 1551 en 1581 tenminste 10.252 personen, vooral in Friesland en het huidige Noord-Holland. Ook binnen de kerk waren hervormingsgezinde priesters. Van Nierop: 'Het gemak waarmee veel Noord-Hollandse priesters in de zomer van 1566, toen de protestantse prediking kortstondig was toegestaan, hun koorkleed aan de kapstok hingen, met hun vriendin trouwden en in hun parochiekerken de nieuwe leer gingen preken, doet vermoeden dat het met hun [katholieke, PV] orthodoxie daarvoor niet zo best gesteld was.'7 Dit waren over het algemeen wel gematigde predikers, waarbij het onderscheid tussen protestantisme en katholicisme vaag bleef. In de meest geïsoleerd gelegen dorpen, waren wel orthodox protestants denkende pastoors te vinden. Deze moesten vluchten, toen de Bloedraad 162 personen in de ban deed. Tot 1572, toen ook hier van overheidswege werd gekozen voor de reformatorische leer, was de overgrote meerderheid van de bevolking gewoon katholiek. Velen hadden wegens alle beroerten waarschijnlijk weinig moeite om na 1572 te luisteren naar de nieuwe predikant. Vaak was die persoon namelijk niemand anders dan de oude pastoor. Naar de eigen mening van de gewone kerkgangers blijft het echter gissen. Waren die normale burgers in het Noorderkwartier echt zo vergramd over de Spaanse dwingelandij? Hadden ze echt zo veel moeite met de leer van die anti-christ uit Rome? Ach, wie braaf meeUep met de pastoor en zijn kinderen liet dopen, kwam niet met justitie in aanraking. Van hun spiritualiteit weten we in de meeste gevallen hoegenaamd niets. Dan moeten we die ook niet overdrijven.8 Bovendien was de katholieke religie nog niet compleet weggevaagd. Rond 1600 waren er in Holland nog altijd 100 priesters actief. Apostolisch-vicaris Vosmeer concludeerde na zijn visitatiereis in 1609 dat de oude kerk in de steden Delft, Den Haag, Leiden, Haarlem en Amsterdam zich behoorlijk had weten te handhaven.9

Conclusie

Het historisch onderzoek laat zien dat de Reformatie overal anders verliep. Nergens echter was de aanhang van de Hervorming ineens immens. Het proces van religietransitie verliep rustig, bij de meeste mensen van bovenaf opgedrongen. Schoolboeken hebben moeite met die nuance. Liever beschrijven ze de wreedheden van de Bloedraad of de pogingen van de Contra-Reformatie om de Bijbel uit te bannen. De katholieken komen er slecht vanaf, terwijl protestanten heldhaftig zijn. En, zo vreemd is het ook weer niet, andersom gebeurde precies hetzelfde. 10 Katholieke historieboeken verwerden evenzozeer tot 'pamfletten met een volumineuze omvang'. 11 De overstap van Willem van Oranje naar het protestantisme wordt in katholieke schoolboeken juist verguisd. Dit is bezijden de historische werkelijkheid. Leerlingen zijn meer gebaat bij eerlijker geschiedschrijving, dan bij overnationalistische interpretatie. De meer recente producties worden, gelukkig maar, steeds minder eenzijdig en bevooroordeeld. Nederland heeft dringend behoefte aan historici die vakwerk met visie combineren. Alleen het laatste te etaleren, levert historische kitch op.

Noten 

1 G. Groen van Prinsterer, Handboek der geschiedenis van het vaderland (Baarn 1928) 123. 2
B.J. van Wijk, Zoals Gods vinger schrijft. Grepen uit de vaderlandse geschiedenis (Utrecint 1982) 86.
3 Ibidem, 78. 
4 Jan van Reenen, De komst van de Statenbijbel (Utrecht 2004) 63. 
5 R. Bisschop e.a., Bronwijzer. Geschiedenis voor de basisvorming I (Heerenveen 2002) 75. 
6 Pieter Verhoeve, Ik ben de Wijnstok en gij de ranken. Een onderzoek naar de Nadere Reformatie in Wijngaarden 1690-1712 (Bleskensgraaf 2002) 24-27. 
7 Henk van Nierop, Het verraad van het Noorderkwartier. Oorlog, terreur en recht in de Nederlandse Opstand (Amsterdam 1999) 52. 8 Ibidem, 39-62. 
8 Paul Abels, 'Tussen gewetensvrijheid en kerkelijke dwang. Religie in Holland', in: Thimo de Nijs e.a.. Geschiedenis van Holland 1572-1795 (Hilversum 2002) 293-296.
10 Zie o.a. B.A. Vermaseren, De katholieke Nederlandse geschiedschrijving in de 16e en 17e eeuw over de Opstand (Leeuwarden 1981); Albert van der Zeijden, Katholieke identiteit en historisch bewustzijn. W.J.F. Nuyens (1823-1894) en zijn 'nationale' geschiedschrijving (Hilversum 2002). 
11 Vermaseren, De katholieke Nederlandse geschiedschrijving, 303.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2006

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Afgedwongen Reformatie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2006

Protestants Nederland | 28 Pagina's