Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en Calvijn treffen elkaar in ’s-Graveland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en Calvijn treffen elkaar in ’s-Graveland

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het wereldprotestantisme heeft in het komende decennium ruim stof tot herdenken. In 2009 wordt alom, ook in ons land en ook in dit blad, het geboortejaar van Johannes Calvijn herdacht en misschien ook gevierd. Ook zijn er regelmatig herdenkingen waarin Maarten Luther centraal staat. In ’s-Gravenland is er een werkgezelschap, waarin Luther en Calvijn in elke bijeenkomst worden herdacht. Hun preken over dezelfde teksten worden bestudeerd, vergeleken en besproken. Dit gezelschap presenteerde op 14 maart een boek over ‘Luther en Calvijn in hun Schriftverstaan’.

Het is volgend jaar vijf eeuwen geleden dat in het Noord-Franse Noyon de later befaamde jurist en theoloog Jean Cauvin ter wereld kwam. Ongeveer acht jaren daarna, op de vooravond van Allerheiligen 1517 maakte de Augustijner monnik Martin Luther in 95 stellingen zijn bezwaren kenbaar tegen de leer en de toenmalige praktijken (uitwassen) van de pauselijke kerk. Aan een afscheiding dacht Luther toen nog niet. Het ging hem ook niet primair om een nieuwe kerk, maar om een grote schoonmaak, een her-vorming van de kerk der eeuwen.

Naamgevers Luther en Calvijn
Heel wat kerkhervormers uit alle eeuwen, van kerkvaders tot reformatoren, zijn min of meer vergeten of ze worden nog slechts bestudeerd door kerkhistorici. Bij Luther en Calvijn ligt dat anders. Hun geestelijk erfgoed leeft nog immer voort, in Duitsland en de Lage Landen, maar ook in Zuid- Afrika, Noord- en Latijns-Amerika, Japan, Zuid- Korea, Australië en zo meer. Daarbij valt op dat door Luther geïnspireerde kerken alom ook vaak zijn naam dragen. Bij Calvijn is dat zelden of nooit het geval. Ik ken wereldwijd tal van lutherse kerken en idem organisaties, maar weinig of geen calvinistisch geheten pendanten. Wat uit de calvinistische traditie afkomstig is heet gereformeerd of hervormd, of, nu bij ons, protestant(s), terwijl ons land ooit twee soorten Evangelisch-Lutherse Kerken telde, waaronder een Hersteld-Lutherse Kerk. Wel wordt ‘calvinisme’ door onwetende buitenstaanders gebruikt als een soort scheldwoord en alternatief voor ‘zwarte-kousenkerken’. Lutheranen en calvinisten hadden en hebben, ook in ons land, veelal hun eigen theologische opleidingen en kerkgeschiedschrijvers. Het leek er vroeger op dat die beide protestantse hoofdstromen langs elkaar heen liepen. Helemaal klopt dat niet, want onder andere hervormde theologen in Utrecht kregen wel degelijk te maken met de kerkhistorici van lutherse, remonstrantse en doopsgezinde snit, onder wie de bekende Lutherspecialist W.J. Kooiman. Aan het lutherse seminarium lazen ze, althans dat neem ik aan, ook het werk van geheide calvinistische of gereformeerde vakgenoten. Sinds de moeizame vorming van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 is de vroeger nogal polemische verhouding tussen Calvijnse en Lutherse Kerken formeel van de baan. De vaderlandse praktijk is weerbarstiger. In mijn woonplaats Apeldoorn doet bijvoorbeeld de lutherse gemeente praktisch niet mee in de protestantse gemeente in wording.

Samen Luther en Calvijn lezen
Dat het anders kan en dat Schriftgeleerden van beide reformaties gezamenlijk zich buigen over het Woord én de woorden over dat Woord bewijst de niet zeer aan de weg timmerende ’s- Gravelandse kring. Die kring houdt van tijd tot tijd een werkbijeenkomst in de consistoriekamer van de, dit jaar 350 jaar oude, dorpskerk van ’s-Graveland. Een van de deelnemers aan de mini-symposia of werkvergaderingen is de hervormde prof. dr. W. Balke, die ook predikant in ’s-Graveland is geweest. Een andere deelnemer is de lutherse emeritus-hoogleraar Lutherana dr. J.P. Boendermaker. Beide hoogleraren zijn voor (en in) Protestants Nederland geen onbekenden. Balke is ondermeer emeritus-hoogleraar van de bijzondere leerstoel Geschiedenis der Reformatie aan de Vrije Universiteit en Boendermaker hoopt op 24 mei te spreken tijdens de jaarvergadering van de Vereniging Protestants Nederland en dan nog wel in de stad, die de bakermat was van de calvinistische (en ook de remonstrantse) reformatie, Dordrecht. Trouwens, de Vereniging Protestants Nederland is ook betrokken bij genoemde bijzondere leerstoel. Na Balke werd deze tot vorig jaar bekleed door prof. dr. W. janse – evenals Balke bekend scribent in dit maandblad. Momenteel is de leerstoel nog vacant.

Bescheiden werkgezelschap
Welnu, dat in omvang bescheiden werkgezelschap in ’s-Graveland brengt sinds 2000 regelmatig calvinistische en lutherse theologen bijeen, maximaal zo’n vijftien uit alle windstreken, van de Verenigde Staten tot Japan, van Zwitserland en Duitsland tot ons land. Onder hen bevindt zich onder anderen de van oorsprong Duitse, lutherse dr. Sabine Hiebsch. Zij studeerde ooit aan de rooms-katholieke thelogische faculteit van Tübingen. Eén van de hoogleraren aan die faculteit was toen prof. dr. Joseph Ratzinger, die we nu kennen als paus Benedictus XVI. Hiebsch is nu onderzoekster Lutherana aan de Protestantse Theologische Universiteit. Andere – Nederlandse – deelnemers zijn dr. Wim Moehn, hervormd predikant (binnen PKNverband) in Oldebroek en gepromoveerd op Calvijns preken over Handelingen 4.1 tot en met 6.7 en drs. Teun Verduijn, hervormd predikant te Sommeldijk (binnen PKN-verband). Verduijn hoopt te promoveren op Luthers twee-regimentenleer en Dietrich Bonhoeffer. Het werkgezelschap in ’s-Graveland houdt zich bezig met het intensief lezen van preken van Luther en Calvijn. Na voorwerk thuis leest een Calvijn-specialist een preek van Calvijn over een bepaalde tekst en een Luther-kenner doet hetzelfde met een preek van de Wittenbergse hervormer over dezelfde tekst of hetzelfde thema. Na studie volgt discussie, bij voorbeeld over de tegengestelde visies over de doop en het avondmaal, op basis van dezelfde Schriftgedeelten.

Onbekende preken
Er blijken nog veel onbekende preken van Calvijn te zijn, geschreven in oud-Frans en nog niet vertaald en heruitgegeven. Dit is misschien een taak voor dit werkgezelschap? Wel, er wordt aangewerkt. Op 14 maart werd er in de consistoriekamer van de ’s-Gravelandse kerk een boek gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd door Balke aan Boendermaker overhandigd. Dit boek kunnen we beschouwen als het eerste tastbare resultaat van dit werkgezelschap. Het boek draagt de titel ‘Verbum Dei manet in aeternum’ (Gods Woord blijft tot in eeuwigheid). De bundel bevat zes bijdragen over ‘Luther en Calvijn in hun Schriftverstaan’. Het boek was bedoeld als eerbetoon aan professor Boendermaker bij zijn 80ste verjaardag. Maar de zaak liep vertraging op, zodat het nu een felicitatie bevat voor de 82ste verjaardag van deze emeritus. De bundel, geredigeerd door Balke, Hiebsch en – vooral – Janse, opent met ‘Gods verborgenheid bij Luther’ door Boendermaker. Hij gaat in deze bijdrage in op de wijze, waarop prof. W.J. Kooiman Luthers theologie beschreef in een studie ‘Gods maskerspel in de theologie van Luther’. Centraal staat de natuurlijke Godskennis, naar aanleiding van Jona 1, vers 5. De boektitel is ontleend aan landgraaf Philip van Hessen, die op de Rijksdag van Spiers (1526) zijn livrei bekleedde met mantels waarop deze spreuk was geborduurd.

Het hart bij Luther en Calvijn
Ook de twee volgende bijdragen zijn aan Luthers Schriftverstaan gewijd. Drs. Verduijn biedt alvast een voorstudie voor zijn proefschrift over de manier, waarop de - door de nazi’s omgebrachte - theoloog Bonhoeffer de zogenoemde ‘twee-rijkenleer’ van Luther verwerkte. De hervormer, ooit augustijner monnik, ontleende de leer van de twee regimenten ten diepste aan de kerkvader Augustinus, met diens tweedeling van de Stad (of Staat) Gods tegenover de aardse stad. Luther benadrukte dat Adams kroost in tweeën moest worden gedeeld: Het rijk van God tegenover het rijk van de wereld. Al moeten de ‘jonge Luther’ en zijn later ontwikkelde denkbeelden wel onderscheiden worden. Maar het leven voor het aangezicht van God en mensen blijft een voornaam thema in zijn geloofsleer. De plaats van hart en gebed in de inleiding van Luther op Johannes 17 wordt door mevrouw Hiebsch belicht. Luther preekte, in een reeks zogeheten ‘Wochenpredigten’ die hij tussen juni 1528 en juni 1529 hield over Johannes 16 tot en met 20, als vervanger van zijn collega Bugenhagen in de Stadtkirche van Wittenberg.

Hiebsch wijst op het probleem dat ‘hart’ in Luthers inleiding op het Hogepriesterlijk Gebed iets anders betekent dan wij nu menen. ‘Hart’ is bij Luther niet alleen gevoel tegenover verstand, maar opgevat als het oud-testamentische ‘lev’: het centrum van de mens, met gevoel én verstand, dé plaats van de ontmoeting tussen God en mens. Daarnaast gebruikt Luther de term ook op retorische wijze (ethos en pathos). Boeiend is een uitstapje van Hiebsch naar tijdgenoten van Luther, zoals zijn promotor Karlstadt en de latere wederdoper en Zwickauer leider in de Boerenoorlog, Thomas Müntzer. Hij kende Luther door zijn studie in Wittenberg (1517 tot 1519), maar door zijn radicale chiliasme en zijn keuze voor de rebellerende boeren kwam het tot een breuk.

Calvijn en Augustinus
Het thema van Balke is het hart van de prediking van Calvijn. Hij laat zien hoe ook de reformator van Genève nauw met Augustinus was verbonden. Diens ‘De Doctrina Christiana’ gaat niet zozeer over de christelijke leer, maar over de prediking. In zijn psalmencommentaar verwijst Calvijn, in een relaas over zijn eigen bekering, naar Augustinus en de ‘welsprekendheid van het hart’. Dat ‘hart’ moet geraakt worden. In een preek over Genesis 17, vs. 1-3 gaat Calvijn dieper in op het hart, dat moet kloppen, ons moet leiden en beschermen en dat nauw verbonden is met de wil en het verstand. Actueel in het kerkelijk jaar is de studie van dr. Moehn over de vier hemelvaartspreken van Calvijn: ‘Heden zijn voor ons de hemelen geopend’. Die preken zijn destijds verzameld door Calvijns Geneefse collega Nicolas Colladon. Hij was ook één van de eerste biografen van “M. Jehan Calvin”. Al vóór het optreden van Calvijn in Genève, hadden Farel en Viret daar de christelijke feestdagen als Hemelvaart, Kerstmis, Besnijdenis van Jezus en Maria Boodschap afgeschaft. Zij erkenden alleen de zondag. De andere hoogtijdagen waren slechts menselijke inzettingen. Hoe Hemelvaartsdag vanaf 1541 toch het ‘consistoire’ van Genève bezighield en hoe belangrijk Calvijn dit heilsfeit achtte als schakel tussen Christus’aardse werk en Zijn zitten aan Gods rechterhand, zet Moehn uiteen. Daarna analyseert hij in zijn bijdrage in de bundel de hemelvaartspreken. Het is niet alleen wetenschappelijk verantwoord kerkhistorisch onderzoek, maar biedt ook studiemateriaal voor de hedendaagse prediker. Soms verschilt het pittige woordgebruik van Calvijn niet heel veel van de wat ruwe en boertige taal die we van Luther kennen. Dat blijkt uit Calvijns preek na het zogenoemde woensdag-incident. Hoezo gewijde kanseltaal en preektoon….?

Een polemiek op niveau…
De laatste bijdrage is van prof. dr. W. Janse. Hij volgt komend najaar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam prof. dr. A. van de Beek op als decaan aan de Faculteit der Godgeleerdheid. Janse laat zien hoe Calvijn en de lutheraan Joachim Westphal, predikant te Hamburg, elkaar zeer scherp te lijf gingen over de kinderdoop. Lezers van ons blad herkennen hierin de drie artikelen, die Janse in 2005 (de nummers 5, 6 en 8) schreef. Deze artikelen zijn nu aangevuld met Calvijns complete Latijnse tekst, met vertaling en toelichting. De orthodoxe lutheraan Westphal opent de aanval op Calvijn, die uit kerkpolitieke overwegingen de kloof tussen lutheranen en de Zwitserse zwinglianen poogde te overbruggen, met een volslagen averechts gevolg. Zo’n polemiek zou in de consistoriekamer van ’s-Graveland tussen pakweg Balke en Boendermaker nu niet meer mogelijk zijn…. ‘Verbum Dei manet in aeternum’ is een wetenschappelijke bundel op hoog niveau, maar ook leesbaar voor de geïnteresseerde ‘leek’. Het is een prima visitekaartje van dit internationale werkgezelschap. Het wachten is nu op een bundeling van bijdragen over Luther en Calvijn vanuit Japan, Korea, Tsjechië en de Verenigde Staten. Als professor Balke D.V. 80 jaar mag worden, zou dat misschien een mooi moment zijn. Maar dan moet wel op tijd worden begonnen. De bundel kan ik hartelijk aanbevelen voor op en onder de kansel.
Mede naar aanleiding van: ‘Verbum Dei manet in aeternum’, Luther en Calvijn in hun Schriftverstaan. Wim Balke, Sabine Hiebsch en Wim Janse (redactie), uitgave van Kok Kampen 2008, ISBN 978 90 435 1137 7, paperback,
185 blz., prijs € 17,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 2008

Protestants Nederland | 24 Pagina's

Luther en Calvijn treffen elkaar in ’s-Graveland

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 2008

Protestants Nederland | 24 Pagina's