Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Calvijn over het avondmaal (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijn over het avondmaal (2)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jean Cauvin zag op 10 juli 1509 in het Noord-Franse Noyon het levenslicht. Vooruitlopend op de wereldwijde herdenking van zijn 500ste geboortedag geeft Protestants Nederland aandacht aan een centraal en en niet eenvoudig onderdeel van Calvijns denken: zijn visie op het avondmaal. In de vorige aflevering is een hoofdlijn geschetst vanuit de middeleeuwen. Dit tweede artikel analyseert enkele kernpassages uit zestiende-eeuwse reformatorische geschriften over het avondmaal. Welke positie nam Calvijn daartegenover in?

1. De Ongewijzigde Augsburgse Confessie (1530)
De eucharistische formulering die in de zestiende eeuw onbetwist de hoofdrol heeft gespeeld is die van Artikel 10 van de Augsburgse Confessie uit 1530. Zij was afkomstig van Philipp Melanchthon (1497-1560), de belangrijkste protestantse theoloog in Duitsland na Luther. De lutheranen boden deze geloofsbelijdenis aan Keizer Karel V aan op de Rijksdag van Augsburg in 1530. Nu was een jaar eerder in reactie op de Boerenopstand de doodstraf ingesteld tegen radicalen en "sacramentariërs".
Mede om die reden formuleerde Melanchthon in deze confessie het lutherse standpunt zo dicht mogelijk tegen dat van de katholieken aan. Met als gevolg dat deze tot op vandaag geldende lutherse geloofsverwoording de meest katholieke opvatting van het avondmaal belijdt. Calvijn ondertekende deze belijdenis niet - straks zal blijken waarom niet. Het Augsburgse artikel over het avondmaal luidde als volgt (alle cursiveringen zijn van mij); de Duitse en Latijnse versies ervan verschillen iets van elkaar:
Vom heiligen Abendmahl.
Von dem Abendmahl des Herren wird also gelehrt, daß wahrer Leib und Blut Christi wahrhaftiglich unter der Gestalt des Brots und Weins im Abendmahl gegenwärtig sei und da ausgeteilt und genommen werde. Derhalben wird auch die Gegenlehr verworfen.

ln vertaling:
Over het heilig avondmaal.
Over het avondmaal van de Heer wordt aldus geleerd, dat waar lichaam en bloed van Christus waarachtig onder de gestalte van het brood en de wijn in het avondmaal aanwezig zijn en daar uitgedeeld en genomen worden.Daarom ook wordt de tegenovergestelde leer verworpen.

De coena Domini.
De coena Domini docent, quod corpus et sanguis Christi vere adsint et distribuantur vescentibus in coena Domini; et improbant secus docentes.

In vertaling:
Over de maaltijd van de Heer.
Over de maaltijd van de Heer wordt geleerd, dat lichaam en bloed van Christus waarlijk aanwezig zijn en uitgereikt worden aan de etenden in de maaltijd van de Heer. Verworpen worden degenen die een andere leer aanhangen.

Duitse versie
Wat was er volgens dit artikel tijdens de viering op de avondmaalstafel aanwezig? Volgens de Duitse versie was dat "waar lichaam en bloed van Christus". Calvijn zou hiermee nog mee hebben kunnen instemmen, al interpreteerden de lutheranen het adjectief "waar" ("waar lichaam") in materiële zin als "het werkelijke vlees"; een interpretatie die Calvijn afwees omdat hij het geheim wilde eerbiedigen van Christus' hemelvaart en verhoging aan Gods rechterhand.
Maar Melanchthon zei in Arikel 10 bovendien dat het ware lichaam en bloed aanwezig was "onder de gestalte" van brood en wijn, en daarmee leunde hij tegen katholiek spraakgebruik aan - denk aan de formulering van het Vierde Lateraanse Concilie van 1215: "Lichaam en bloed zijn waarachtig in het sacrament van het altaar aanwezig onder de gedaanten van brood en wijn (sub speciebus panis et vini)". Geen wonder dat de katholieken in Augsburg deze formulering interpreteerden als een verwijzing naar de transsubstantiatie. Daarin kon Calvijn uiteraard niet volgen.
Wat lag er nu volgens de Latijnse versie van Artikel 10 op tafel? Objectief (vere) het lichaam en bloed van Christus: corpus et sanguis Christi vere adsint. Dit lichaam en bloed was niet alleen objectief aanwézig, maar werd bovendien objectief uitgereikt "aan de etenden".
De deelnemers ontvingen dus niet brood en wijn als teken of symbool van Christus' lichaam, een teken dat, indien in geloof ontvangen, voor hen naar Christus' lichaam en offer verwees, nee, Christus' lichaam en bloed zelf kregen zij objectief aangereikt en zij ontvingen het ook daadwerkelijk (in de Duitse versie staat: "ausgeteilt und genommen", er wordt uitgedeeld én genomen).

Calvijns formulering
Calvijn zou hier geformuleerd hebben, niet "Christus' lichaam en bloed worden waarlijk uitgereikt aan de etenden (vescentibus)", maar "Christus' lichaam en bloed worden waarlijk uitgereikt aan de gelovigen (credentibus)", en wel ter voorkoming van een sacramentsautomatisme dat geloof overbodig maakte en zelfs bij peuters en ongelovigen of goddelozen (impii) het lichaam van Christus desnoods tegen heug en meug door de keel zou duwen.
Op de achtergrond van deze lutherse gedachtegang stond de overtuiging dat het Woord van God krachtig is, machtiger dan de (on)wil en het (on)geloof van de mens. Die overmacht van het Woord gold in het bijzonder het consecratiewoord "Dit is mijn lichaam" - denk aan Luthers' "Dominus dixit", "De Heer heeft het zelf gezegd", waardoor de sacramentsbediening automatisch of ex opere operato (letterlijk "krachtens het gewerkte werk") effectief was. En bovendien, zo stelden de lutheranen: was Christus niet gekomen juist om goddelózen te rechtvaardigen?
Van Calvijns nadruk op de noodzaak van geloof bij de avondmaalsviering vreesde men dat het geloof een creatieve factor werd die bepalen zou of de mens Christus nu ontvangt of niet. De (tot 1540 nog ongewijzigde) Augsburgse Confessie van 1530 handhaafde Luthers pastorale stelregel dat het avondmaal alleen dan tot troost kan zijn, als van de mens niets maar dan ook helemaal niets verwacht wordt, als aan geen enkele menselijke voorwaarde hoeft te worden voldaan, ook niet aan de voorwaarde te "moeten" geloven.

2. De Gewijzigde Augsburgse Confessie (1540)
Met "de tegenovergestelde leer" die de Lutheranen met Artikel 10 verwierpen, doelde Melanchthon dan ook op de meer subjectieve benadering van "de Zwinglianen" in Zuid-Duitsland en Zwitserland. Met hun figuratieve opvatting moesten zij wel het slachtoffer zijn van Melanchthons poging om op de Augsburgse Rijksdag lutheranen en katholieken op één noemer te krijgen. Melanchthon kreeg daar al spoedig spijt van. Toen na Augsburg, in de dertiger jaren, bleek dat een vergelijk met Rome vrijwel onmogelijk was en hij in 1539 Calvijn ontmoette (in Frankfurt) en beiden het goed met elkaar konden vinden, herschreef Melanchthon de Augsburgse Confessie onder andere om in Artikel 10 aan het gereformeerde standpunt tegemoet te komen. In deze Gewijzigde Augsburg Confessie uit 1540 (de Confessio Augustana Variata, tegenover de Invariata van 1530) luidde Artikel 10 nu als volgt:
De coena Domini.
De coena Domini docent, quod cum pane et vino vere exhibeantur corpus et sanguis Christi vescentibus in coena Domini.
In vertaling:
Over de maaltijd van de Heer.
Over de maaltijd van de Heer wordt geleerd, dat met brood en wijn het lichaam en bloed van Christus waarachtig wordt gerepresenteerd-en-gegeven aan de etenden in de maaltijd van de Heer.

Fundamentele wijziging
In deze Calvijn-vriendelijke versie ontbrak niet alleen de verwerping van "de tegenovergestelde leer", maar was van een fundamentele wijziging sprake. Wat was volgens deze nieuwe versie op de avondmaalstafel aanwezig? Niet langer "objectief" "lichaam en bloed", maar brood en wijn. Essentieel was bovendien de introductie van het voorzetsel cum (met), "met brood en wijn": avondmaalsgangen ontvingen primair brood, en met het brood nog iets anders, op een of andere manier.
Essentieel was ook de vervanging van de werkwoorden "aanwezig zijn en uitgereikt worden" (adsint et distrïbuantur) door het werkwoord exhibere. Dit woord betekende "zichtbaar presenteren" en "daadwerkelijk geven" tegelijk. Exhibere kwam in Luthers geschriften voor en zou een van de kernwoorden in Bucers en Calvijns avondmaalsleer worden.
Volgens de gewijzigde Augustana ontvingen de etenden (de etenden van het brood!) dus brood en wijn als representatie of teken van iets anders, namelijk het lichaam en bloed. Deze ontvingen zij waarlijk, cum pane, met het brood, hetzij in temporele zin (gelijktijdig met het brood, bijvoorbeeld innerlijk) hetzij in instrumentele zin (door middel van het stukje brood) - dat liet Melanchthon in het midden.
Zijn nieuwe formulering liet de lutheranen ruimte om dit cum op te vatten als "onder de gestalte van"; anderzijds gaf het Calvijn de ruimte om tegelijk met het brood-als-teken de gemeenschap met Christus te ontvangen (namelijk, door de heilige Geest), met behoud van het verblijf van Christus' lichaam aan Gods rechterhand in de hemel.

Geen massieve identificatie
Op een andere manier gezegd: het gebruik van het voorzetsel cum (met) voorkwam een massieve identificatie van brood en lichaam (als in een wiskundeformule, "brood = lichaam"). Daarmee werd tegelijk ook het automatische eten van Christus' lichaam door ongelovigen en goddelozen (de manducatio impiorum) uitgesloten, terwijl er ruimte bleef voor het gereformeerde accent op het geloof als de noodzakelijke hand waarmee Christus ontvangen wordt.
Anders dan de ongewijzigde versie uit 1530 ondertekende Calvijn de Confessio Augustana Variata van 1540 wèl. In Duitsland kreeg deze belijdenis slechts tijdelijk en plaatselijk (in Saksen) gelding; in het uiteindelijke lutherse belijdenisboek, het Konkordienbuch van 1580 werd zij niet opgenomen. Melanchthon intussen was erdoor tussen Wittenberg en Genève in komen te staan.

3. Melanchthons Advies over het avondmaalsconflict in Heidelberg (1559)
Om Calvijns eigen positie ten opzichte van het lutherse standpunt nog helderder te krijgen blijven we nog even bij Melanchthon. Duitsland was in rep en roer toen bleek dat Luthers vriend en opvolger na lang aarzelen op zijn 62e publiekelijk voor het Calvijnse standpunt inzake het avondmaal koos.
Dat gebeurde met de publicatie in 1560 van Melanchthons Advies over de controverse over de maaltijd van de Heer (Iudicium de controversia de coena Domini) uit 1559 aan de gereformeerde Paltsgraaf Frederik III, de bekende initiatiefnemer tot de Heidelbergse Catechismus (1563).
Kort voor publicatie van dit Advies overleed Melanchthon; was hij blijven leven, dan was vermoedelijk een aanzienlijk deel van de Duitse lutheranen - de zogenaade Philippisten of Melanchthonianen - tot het gereformeerde kamp toegetreden. Ik licht enkele kernzinnen van het Advies eruit.
In het oog springt allereerst Melanchthons advies om zich te houden aan de instellingswoorden van het avondmaal niet zoals ze in de synoptische evangeliën (Mattheus 26: 26 etc.) maar door de apostel Paulus overgeleverd zijn, namelijk in 1 Korintiërs 10:16. Melanchthon:
En in deze controverse zou het het beste zijn, aan Paulus' woorden vast te houden: "Het brood dat wij breken, **** (koinonía esti tou sómatos; is gemeenschap met het lichaam)".

Geestelijke tegenwoordigheid
Terwijl de synoptische weergave van de instellingswoorden met hun "Dit brood is mijn lichaam" nog ruimte boden voor een materiële identificatie (dit brood = mijn lichaam), sloot de paulinische versie zo'n identificatie uit door de verklarende toevoeging van het woord koinonía: "Het brood = gemeenschap (met het lichaam)".
Melanchthon deelde daarmee Calvijns figuratieve opvatting van de waarachtige tegenwoordigheid als spirituele of geestelijke tegenwoordigheid. Het brood was dus teken van of instrument tot gemeenschap. Orthodoxe lutheranen zouden zich altijd beroepen op de instellingswoorden zoals verwoord in de evangeliën. Wie naar 1 Korintiërs 10: 16 verwees had zich daarmee reeds als niet-luthers geafficheerd.
Melanchthon vervolgt:
En het woordje * moet uitgelegd worden. [...] Paulus zegt niet [...]: "Het brood is het ware lichaam van Christus", maar: "het is gemeenschap", dat wil zeggen, iets waardoor een vereniging met Christus' lichaam plaatsvindt. En deze vereniging geschiedt in de handeling [in actu], en niet zonder erbij na te denken, zoals wanneer de muizen van het [op de grond gevallen] brood knabbelen (et quidem non sine cogitatione, ut cum mures panem rodunt).
Calvijn kon dit geschreven hebben. Christus is niet aanwezig in de elementen van brood en wijn maar in actu, in de handeling of viering van het avondmaal en niet daarbuiten en niet daarna; Hij is aanwezig voor hen die aan de maaltijd deelnemen en er bij "nadenken", voor de gelovigen.

Geen ruimtelijke insluiting
Door dit geestelijke eten van 1 Korintiërs 10 te verbinden met het ceremoniële eten (de vereniging in actu) vermeed Melanchthon de in's en out's van het orthodox-lutherse "orale eten" van Christus' lichaam door ongelovigen en muizen, zoals ruimtelijke insluiting van het lichaam in het brood, consubstantiatie, substantiële tegenwoordigheid en ubiquiteit (lichamelijke alomtegenwoordigheid):
[De lutheraan] Sarcerius eist dat stukjes brood die op de grond gevallen zijn samen met de afgekrabde aarde worden verbrand. [Recent] kreeg ik de vraag "of het lichaam van Christus ook in de maag afdaalt". Onder verwerping van dergelijke enormiteiten is het nuttiger aan Paulus' formulering vast te houden. [...] Gods Zoon is tegenwoordig in de evangeliebediening en daar is Hij met zekerheid werkzaam in de gelovigen [in credentïbus].
Tenslotte waagde Melanchthon het in zijn Advies nog, onder verwijzing naar de kerkvaders en met gebruikmaking van een "Zwitsers" begrip, brood en wijn "symbolen" van Christus' lichaam en bloed te noemen (***) en het brood als "anti-type" (*) van het lichaam te betitelen.

Drukkerswereld
Het laatste was een veelzeggend begrip uit de drukkerswereld. De stempel die de drukker gebruikte heette "type"; de afdruk die de stempel op papier of stof of op een boekband achterliet was de afbeelding, het anti-type, niet de stempel zelf, niet het origineel. Het origineel bleef in de drukkerij; voor de klanten waren de anti-types. Zo was het brood afbeelding van Christus' lichaam, niet het originele lichaam zelf: dat bleef in de hemel.
Zoals bekend heeft Calvijn zich er zeer voor ingespannen, Melanchthon vanuit Wittenberg naar Genève te halen. Maar tevergeefs. Melanchthon stierf overwachts en voortijdig, op 19 april 1560, als krypto-calvinist (calvinist "in het verborgene"), zeer in het nauw gebracht door opponenten in eigen huis... In de derde aflevering analyseren we enkele representatieve avondmaalsteksten van Calvijn zelf. Wat was nu typerend voor Calvijns eigen opvatting?

prof. dr. W. Janse te Amsterdam


Op verzoek van de redactie bewerkte prof. dr. Wim Janse, hoogleraar kerkgeschiedenis en decaan aan de Vrije Universiteit, het college dat hij hierover gaf tijdens het Tiende Aziatische Congres voor Calvijn-onderzoek in augustus 2007 in Tokio.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008

Protestants Nederland | 24 Pagina's

Calvijn over het avondmaal (2)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008

Protestants Nederland | 24 Pagina's