Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Overjarig koren’ niet altijd aan te bevelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Overjarig koren’ niet altijd aan te bevelen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door de vereniging werden in 2006 en daarna enkele boeken ontvangen die nog niet blijken aangekondigd of besproken te zijn. De ene publicatie heeft wat meer met de doelstelling van “Protestants Nederland” te maken dan de andere. In een korte beschrijving worden zij hier opgesomd. Uit de beschrijving kan de conclusie worden getrokken dat ‘overjarig koren’ niet altijd is aan te bevelen.

De regel van de liefde – over de volgelingen van Augustinus, door Martijn Schrama o.s.a. Uitgave van Ten Have Kampen 2006, 270 blz. [ISBN 90 259 5705 6].

Martijn Schrama, lid van de “Orde van de heilige Augustinus” schreef dit boek naar aanleiding van het feit dat vóór 750 jaar als gevolg van de ‘Magna Unio’, verschillende groeperingen eremieten werden bijeengebracht tot de Orde van de Eremieten van Sint Augustinus. De toenmalige paus, Alexander IV, “wilde voorkomen, dat verschillende religieuze elementen in de kerk door gebrek aan coherentie en leiding in verwarring werden gebracht en verstrooid zouden raken.” Achtereenvolgens schrijft Schrama over het leven van Augustinus, de regel van Augustinus, het ontstaan en de spiritualiteit van de Augustijner orde, het bestuur van de orde, haar plaats in kerk en maatschappij, de orde in de Nederlanden, de Nederlandse provincie en activiteiten van de Nederlandse Augustijnen in de 21e eeuw. Maarten Luther was ook lid van deze orde. De “vernieuwing van de theologie” die hij op gang bracht, werd juist in de kloosters van deze orde snel bekend. Er bestond een directe verbinding tussen het klooster van de Augustijner orde in Antwerpen en dat in Wittenberg.

Reformatorisch Denken
Onder leiding van de prior Jacob Praepositus werd juist het Antwerpse klooster een haard van reformatorisch denken. Het was gesticht in 1513 en op last van de landvoogdes Margaretha van Oostenrijk (een tante van keizer Karel V) werd het tien jaar later, dus in 1523, met de grond gelijk gemaakt. De meeste monniken herriepen hun uitspraken, maar Henricus Vos en Johannes van Essen weigerden dit. Zij werden op de Grote Markt van Brussel terechtgesteld: verbrand. “Hun dood op de brandstapel heeft Luther erg aangegrepen. Hij liet zich niet onbetuigd en schreef Eyn Brieff an die Christen ym Nidderland. Bovendien dichtte hij een lied over de marteldood van de twee augustijnen.” Het (ingenaaide) boek van Schrama geeft een helder overzicht over de Augustijnerorde. Aan het slot vindt de lezer een literatuurlijst die drieëneenhalve bladzijde omvat. Een register van namen ontbreekt helaas.

---
De inslag van een komeet – Beschouwingen over geloof en bijgeloof, door Pierre Bayle. Uitgave van Ten Have Kampen 2006, 119 blz. [ISBN 90 259 5694 7].

Dit mooi uitgevoerde, gebonden boek is een deeltje in de Agora-reeks, die meer uitgaven van bronteksten van filosofen het licht doet zien, met inleiding, vertaling en annotaties. Drs. Bart Leeuwenburgh heeft de inleiding verzorgd, waarna de vertaling volgt van de hand van dr. Michiel Wierema. In de inleiding (de bladzijden 9 tot 34, de laatste twee geven enige literatuur) wordt de filosoof Bayle aan de lezers voorgesteld: een refugié, die in 1681 Frankrijk ontvluchtte en op 30 oktober in Rotterdam aankwam, waar hij al spoedig aan de Illustere school tot hoogleraar werd benoemd. Hij, van nature een scepticus, een twijfelaar, publiceerde na de verschijning van een komeet in de maanden november en december 1680, een geschriftje, dat sinds de 2e gecorrigeerde en uitgebreide druk in 1683 bekend staat als Pensées diverses écrites à un Docteur de Sorbonne, à l’occasion de la comète qui parut au mois de décembre 1680. Bayle publiceerde dit anoniem, omdat zijn vader en oudere broer predikant waren en hij hen niet gevaar wilde brengen. Maar ook omdat hij de censuur in de Republiek wilde ontgaan, want de verschijning van de komeet bracht een heftig debat tussen orthodoxen (rooms-katholieken en protestanten) en ‘meer verlichten’ te weeg. Aanhangers van het wereldbeeld van Aristoteles en dat van Galileï stonden hier tegenover elkaar.

Calvijn en Descartes
Bayle combineerde in zijn denken Calvijn en Descartes. Hij schaarde zich “in de Pensées diverses wel duidelijk aan de zijde van de aanhangers van het cartesiaanse, mechanistische wereldbeeld. In zijn hoedanigheid als christen, als theoloog, openbaarde hij zich als een strenge en sombere calvinist met een uitgesproken pessimistisch mensbeeld.” In korte trekken vertelt Leeuwenburgh over het conflict tussen Jurieu en Bayle, over Bayles afzetting en diens werk aan de Dictionaire Historique et Critique, waardoor hij beroemd is geworden en als een voorloper van de Franse Verlichting kan worden beschouwd. Vanaf bladzijde 37 volgt de goed leesbare vertaling van de belangrijkste gedeelten van de Pensées diverses, die Bayle goot in de vorm van een brief met gedachten, gericht aan een doctor van de Sorbonne. De inleider besluit zijn actualiserende epiloog met de volgende zinnen: De “boodschap uit de Pensées diverses is vandaag de dag nog steeds actueel. Zij is in de eerste plaats bedoeld voor hen die het (bij)geloof als wapen hanteren om andersdenkenden, soms letterlijk, te bestrijden. Maar zij geldt niet minder voor atheïsten die in ‘De Verlichting’ een omnipotent geneesmiddel zien voor een in hun ogen gevaarlijke geestesziekte: het (bij)geloof.”

---
Provocatie – Augustinus’ preek tegen de Joden, door Wessel H. ten Boom. Uitgave van Kok Kampen 2006, 408 blz. [ISBN-13 978 90 435 1261 9].

Dr. Ten Boom promoveerde in 2002 op Profetisch tegoed - De Joden in Augustinus’ De Civitate Dei. In vervolg daarop publiceerde hij een nieuwe studie, nu over de preek van Augustinus tegen de Joden. Hij karakteriseert het als “het verslag van een bijzondere leeservaring.” Augustinus heeft tegen het einde van zijn leven de onderhavige preek tegen de Joden geschreven, Tractatus adversus Judaeos, tegenwoordig doorgaans kortweg Adversus Judaeos geheten. Dr. Ten Boom werd bij het lezen hiervan aanvankelijk in zijn mening bevestigd, dat Augustinus hierin uiting gaf aan zijn antisemitisme, zoals “alle kerkvaders min of meer anti-semiet zijn geweest.” Maar al lezende sloeg zijn mening om. “Wat op het eerste gezicht een vehement anti-Joods tractaat lijkt te zijn, blijkt bij nadere omgang de stem van een roepende om vast te houden aan Gods heil voor Jood en heiden beide.” Het gevolg van Ten Booms omslag was een nieuwe zoektocht naar Augustinus’ eigenlijke bedoeling en visie op de Joden. Het is een boek geworden dat er mag zijn. Het telt niet minder dan 11 ½ pagina literatuur, plus twee registers. Na een korte inleiding treft de lezer de vertaling van de preek/het tractaat aan, gevolgd door een uitgebreid onderzoek. De 984 noten geven aan dat de schrijver, die predikant van de protestantse gemeente in Arnhem is, in de geschriften van de kerkvaders heel goed thuis is.

---
Van Kant tot Kuitert – De belangrijkste theologen uit de 19e en 20e eeuw, door L. Beek en A. van de Beek. Uitgave van Kok Kampen 2006, 256 blz. [ISBN- 13 978 90 435 1116 2].

In 1994 verscheen van professor A. van de Beek Van verlichting tot verduistering, dat in 2000 een tweede druk kreeg. Van Kant tot Kuitert is meer dan een derde druk, het is er een bewerking van. Omdat de discussie over de godsverduistering verdwenen is, is ook de titel gewijzigd. Na een Woord vooraf volgt Prélude, waarin de auteur schrijft over de Aufklärung, de filosofen René Descartes en G.E. Lessing, over de tegenstem van Blaise Pascal en over Immanuël Kant. In deel III worden 17 theologen van de Franse tijd tot de Eerste Wereldoorlog behandeld, te beginnen met F.D.E. Schleiermacher tot J.H. Newman. Hier treffen wij bijv. J.H. Scholten, H.F. Kohlbrugge, A. Kuyper en H. Bavinck aan. A. Kuenen en J. Wellhausen moeten samen optrekken in één hoofdstukje. Ik miste hier overigens F.W. Nietzsche, die wel geen theoloog was, maar dat was Kant ook niet en Nietzsches invloed is evenmin als die van Kant gering te noemen.

Karl Barth
Karl Barth opent het vierde hoofdstuk Van de Eerste Wereldoorlog tot ± 1960, G.C. Berkouwer sluit het af. Hoofdstuk V, Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw behandelt J.A.T. Robinson en anderen om af te sluiten met Alister E. McGrath. Hier komen ook de Wereldraad van Kerken, het tweede Vaticaans concilie, de bevrijdings-theologie, feministische theologie en procestheologie aan de orde. Het (ingenaaide) boek mist een register en is een beknopt naslagwerk over de theologische ontwikkelingen in de laatste twee eeuwen. Het is bedoeld voor beginnende studenten en ook “voor ieder die geïnteresseerd is in theologie en in kort bestek een ‘Who is who?’ voor theologen zoekt.” In een korte slotparagraaf wijst professor Van de Beek op de groeiende invloed in de wereldkerk van het theologisch denken in Azië en Africa en spreekt hij uit dat het zich laat aanzien dat het einde van de twintigste eeuw “ook het einde van een tijdperk is: het tijdperk van de overheersing van westerse theologen en het paradigma van de Verlichting in de christelijke theologie.”

---
Wegwijzer naar Christus – De Heidelbergse Catechismus berijmd en gezongen, door dr. H. van ’t Veld. Uitgave van Boekencentrum Zoetermeer 2007, 144 blz. [ISBN 978 90 239 2191 2].

Dit boek bestaat uit twee delen. In het eerste heeft de auteur, als resultaat van noest onderzoek, alle berijmingen van de Heidelbergse Catechismus beschreven, die in de loop der eeuwen in de Nederlandse taal zijn verschenen. De eerste is de Rymcatechismus van Samuel Ampzing Harlemensis van 1624. Sommige van deze berijmingen waren zingbaar, andere niet. Veel van deze berijmers zijn verder weinig of in het geheel niet bekend. Een wèl bekende is de predikant Balthasar Becker, de man van de Betoverde Weereld, het boek dat in 1690 en volgende jaren verscheen en veel stof deed opwaaien. Hij waagde zich in 1663, toen hij in Oosterlittens stond, aan een eenvoudige berijming voor jonge kinderen, die hij de naam Gerymde Kinderleer gaf. De lijst met enkele tientallen titels wordt afgesloten met de vermelding van de berijming die in 1993 het licht zag: De enige troost: onze Heidelbergse Catechismus in 150 sonnetten door Rob Vrijheer.

Heidelbergse Catechismus
Het tweede deel bevat een nieuwe berijming van de 52 zondagen van de Heidelbergse Catechismus, afkomstig van de schrijver zelf, dr. H. van ’t Veld: De Heidelbergse Catechismus opnieuw gezongen. Zij zijn alle gemaakt op de melodie van een Psalm, Gezang uit het Liedboek voor de kerken of – en dit geldt slechts voor enkele berijmde zondagen – op de melodie van een lied uit de bundel van Johannes de Heer. Een willekeurig voorbeeld uit deze mooie berijmingen. Zondag 51, op de melodie van Gezang 459: 1. U, o God, U kent ons leven, / zondig is heel ons bestaan, / wil ons onze schuld vergeven, / zie ons in genade aan. 2. Hoge God, vergeef ons falen; / niets maakt onze zonde goed, / kan voor onze schuld betalen, / wis ze uit met Christus’ bloed. 3. Uw gena vernieuwt ons leven, / liefdevol staan wij gereed, / om de naaste te vergeven, / wat hij tegen ons misdeed.

---
‘Dat moet ik van mijn geloof’ – Godsdienst als troublemaker in het publieke domein, door H.M. Kuitert. Uitgave van Ten Have Kampen 2008, 159 blz [ISBN 978 90 259 5941 8].

De schrijver, inmiddels half in de tachtig, blijft actief betrokken bij de vragen van deze tijd. “Dit boek gaat over godsdienst als troublemaker, en dus over de islam.” Maar laat de lezer niet denken dat het alleen over de islam gaat. Professor Kuitert laat er direct op volgen dat het minstens “evenzeer [gaat] over de andere godsdienst in ons land, het christendom, in zijn protestantse en vooral rooms-katholieke versie.” Zijn die dan een bedreiging voor het publieke domein? “Er zullen godsdiensten bestaan die ik nimmer een bedreiging zou noemen, maar ik heb het over de godsdiensten in ons eigen land, en die zijn dat wel, vanwege hun dwingend karakter dat met hun beroep op God of Allah meekomt.” De titel van het boek is een variant op de uitspraak van de moordenaar van Theo van Gogh, die gezegd zou hebben: “Mijn geloof verplicht me ertoe.” Een heldere lijn biedt het boek van Kuitert niet. Hij zelf stelt dat het zich “het beste [laat] lezen als een kritiek op het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, dat onder de titel Geloven in het publieke domein in 2006 is verschenen.”

Kuiterts zienswijze
Wat Kuitert bepleit is dat niemand, geen christelijkgelovige, geen moslim, geen niet-gelovige belaagd wordt door het geloof van andersdenkenden. De moderne seculiere staat “beschermt de religies door zelf geen religie aan te hangen. Daarmee is de moderne seculiere staat de garantie dat de burgers bevrijd zijn van theocratie, de heerschappij van welke theos ook maar…” Dat de liberale seculiere rechtsstaat dwang meebrengt is buiten kijf. “Hij moet dat zelfs om de vrede te bewaren en het publieke domein niet aan de macht van welke religie dan ook over te laten.” Het pleidooi van Kuitert geeft duidelijk aan wat hij wil. Of echter zulk een liberale, seculiere rechtsstaat, inclusief haar in Kuiterts ogen legitieme dwang, realiteit, duurzame realiteit kan zijn? Dat zal de toekomst leren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

Protestants Nederland | 48 Pagina's

‘Overjarig koren’ niet altijd aan te bevelen

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

Protestants Nederland | 48 Pagina's