Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biddag: een (h)echte protestantse traditie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biddag: een (h)echte protestantse traditie

Betekenis van de religie in de samenleving is minimaal geworden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een periode van het jaar, waarin op verschillende plaatsen biddag zal worden gehouden of al gehouden is (Zeeland en Urk). Dat daartoe grote noodzaak bestaat, willen we met een enkel voorbeeld toelichten. Het tijdsbeeld dat ons van verschillende kanten wordt geschetst, zeker het nieuws van begin van 2012, laat een schilderij zien met donkere kleuren. En die kleuren vertellen ons volk het volgende verhaal: veel mensen zijn bang voor hun inkomen; financiële offers zijn noodzakelijk, banken en huizenmarkt zijn in mineurstemming; de recessie is zwaar en diep.

Maar minister-president, drs. M. Rutte, verklaarde kort geleden dat hij trots was op ons vaderland, vanwege de volgende, onopgeefbare immateriële verworvenheden, zoals: abortuswetgeving, euthanasie, homohuwelijk enz. Als primaire overheidstaken zag hij: verkleinen van de overheid, scheppen van banen, vergroten van de veiligheid.
Maar wordt nu in de ons van vele kanten aangereikte analyses een juiste remedie, een beproefd geneesmiddel aangewezen om uit de moeilijkheden te geraken? Tot op heden hebben we die, van de hoogste gezagsdragers in ons land, nog niet vernomen.
Ja, we hebben wel financiële, economische en politieke oplossingen horen noemen, maar zijn die middelen voldoende en het allerbelangrijkste? Hoe ging men in het verleden om met allerlei ramp en leed?

Overzicht
De historie leert ons, dat vele volken op aarde zich in tijden van oorlog, ziekte of misoogst hebben vernederd. Zij riepen dan tot hun goden om medelijden en uitkomst. Chinezen, Indiërs, Grieken, Romeinen en Germanen hebben bij tegenslagen, op bepaalde dagen, geprobeerd hun goden door het brengen van offers te verzoenen.
Ook de Bijbel leert ons dat Israël in situaties van nationale nood boete- en bededagen kende, waarbij het vasten niet ongebruikelijk was.(Samuël, Josafat). Hiervan zijn in de Vroege Kerk eveneens sporen te vinden.
In de Middeleeuwen werd de boetedag tot een Roomse processiedag omgevormd. Na de Reformatie zien we dat er geen oproep meer klinkt tot het bijwonen van ‘een generale processie’, maar tot het deelnemen aan ‘ een generale bededag’.
Het recht tot het uitschrijven van een biddag was een privilege van de Hoge Overheid. In de 16e eeuw gebeurde dat in ons land door prins Willem van Oranje, als stadhouder van Holland en Zeeland, of door de Staten van de afzonderlijke provincies. Sinds 1584 werd deze oproep gedaan door de Staten-Generaal. Tevens kondigden, naar eigen inzicht, de afzonderlijke Staten of de stadsregering een aparte bededag aan.
Sinds de Dordtse Synode(1618/19) heeft de soevereine overheid het alleenrecht om tot een biddag op te roepen.
Wel mag de kerk aan de staat verzoeken om een biddag te houden. In artikel 66 van de Dordtse Kerkenordening lezen we: “In tijden van oorlog, dure tijd, zware vervolging der kerken enz., zullen de dienaars der kerken de overheid bidden, dat door haar autoriteit en bevel openbare vasten- en bededagen aangesteld en geheiligd mogen worden.”
De biddagbrieven werden door de Staten-Generaal aan de afzonderlijke Staten gezonden en deze stuurden hen door naar de stadsoverheid.
Hierna gaf zij deze brieven aan de kerkenraad. De predikanten lazen hem dan voor aan de gemeente.
Ook hoorde men de exacte datum van de biddag.
In de biddagbrief stond duidelijk de oorzaak te lezen, waarom de overheid opriep tot een bid- en vastendag. Enkele oorzaken waren: oorlog, hongersnood, pest, overstroming enz.
In enkele steden, zoals in Alkmaar en Zaltbommel, vierde men een jaarlijkse dankdag ter herinnering aan verlossing uit Spaanse macht.

Plaatselijke overheid
De plaatselijke overheid zorgde op verzoek van de kerkenraad ervoor dat, als biddag werd gehouden, dat herbergen waren gesloten en openlijke vermakelijkheden werden verboden. Van ’s morgens tot ’s avonds bleven de kerkgebouwen open. Strenge straffen werden gegeven aan hen die openbare arbeid verrichten. Biddag werd gevierd als een zondag.
De meeste gemeenteleden gebruikten op deze dag weinig of geen voedsel. Meestal waren de kerken overvol met stemmig geklede kerkgangers.
De tekst voor de preken werd vooral gekozen uit de Psalmen of de Profeten.
De inhoud van de preek was vaak in deze geest: “Nederland had door zijn zondeschuld Gods toorn rechtvaardig verdiend. Maar die toorn kon in zegen veranderen als het vaderland zich oprecht tot God bekeerde. Daarom diende de gemeente God vurig te bidden.”
Vanzelfsprekend klonken op de te houden dankdag geen boete- maar lofpsalmen. Een bekende 17e eeuwse bundel met bid- en dankdagpreken heet: ,, Nederlandts vloek en zegen.” De auteur hiervan was ds. F.Costerus uit Hoorn.
Op biddag kwam men niet alleen in de kerk om Gods Woord te horen, maar ook werd er gecollecteerd voor de naaste in nood. Alleen al in Amsterdam werd van 1730 tot 1795 een bedrag opgehaald van (omgerekend) € 453.781,00.
De hiervoor geschetste wijze van biddag vieren, duurde tot 1795(scheiding van kerk en staat). Sinds die tijd ligt het initiatief tot het houden van een biddag geheel bij de kerk. Door de machten van filosofieën, ideologieën, economie en politiek zou het protestantse karakter van Nederland langzaam maar zeker verdwijnen.
In vroegere eeuwen was onze protestantse overheid van de zegenrijke gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift overtuigd. Beducht voor Gods toorn over de zonden van land en volk schreef zij biddagen uit om die toorn af te keren. Deze overheid wist zich verbonden met de christelijke, gereformeerde religie.
Waarom? Wel, deze religie leert, dat de verlossing uit nood en dood enkel te vinden is in een weg van gebed en bekering. Drie oproepen tot het houden van een biddag laten we hieronder volgen.

Biddagbrieven
Het Twaalfjarig Bestand werd op 9 april 1609 te Antwerpen gesloten. Spanje erkende voortaan ons land als een soevereine staat.
Ondertekenaars van die wapenstilstand waren onder andere prins Maurits, zijn neef graaf Willem Lodewijk en de Spaanse bevelhebber Spinola. De tijdelijke vrede eindigde op 9 april 1621 en toen begonnen de vijandelijkheden opnieuw.
Ter gelegenheid van deze gebeurtenissen riepen de Staten-Generaal van ons land, door middel van een zogenaamde biddagbrief, de Staten van de Zeven Provincies op om een biddag te houden.
Echter, voordat ze met hun vergaderingen begonnen, werd een ambtsgebed uitgesproken.
We citeren hieruit enkele regels: “O Heere God, barmhartige, hemelse Vader, U bent de Wijsheid, het Licht en de opperste Regeerder van de gehele wereld.
Het heeft U behaagd ons te beroepen tot het regeren van de algemene belangen van de Verenigde Provincies.
Daarom zijn wij hier in vergadering bijeen om besluiten te nemen tot Uw eer en tot welvaart, vrede en rust van het land. Schenk ons tot dat doel Uw wijsheid en genade, opdat wij niet afwijken ter rechter- of linkerhand. Geef dat wij op de jongste Dag met een goed geweten voor uw rechterstoel onbeschaamd mogen verschijnen. Dit alles bidden wij U ootmoedig door Uw Zoon Jezus Christus. Amen.”
Als voorbeelden gebruiken we de brieven die door de Staten-Generaal aan de Staten van Utrecht werden verzonden.

Eerste Biddag
Er wordt in de brief een oproep gedaan om op 9 januari 1608 een algemene vasten-en bededag te houden, omdat daarna de onderhandelingen zullen beginnen om tot een wapenstilstand te komen.
“Onze almachtige Heere God dient gedankt te worden, omdat Hij deze landen zoveel jaren al in welstand gehouden en door Zijn Woord gezegend heeft. We behoren Hem vurig te bidden, dat Hij de Verenigde Provincies door Zijn zegen voortaan, hoe langer hoe meer, in de verbreiding van het christelijke geloof en de reformatie der kerken, volgens Zijn heilige ordening wil voortzetten.”
“Ook dienen wij te smeken, of Hij haar voor de listige aanslagen van de vijanden van Zijn kerk en gemeente wil beschermen.
Met het oog daarop zullen in de algemene vergadering van de Zeven Provincies uiterst belangrijke zaken worden behandeld. En daarvoor is het nodig, dat de Heilige Geest die vergadering bijwoont en leidt. We bidden, dat alle zaken waarover wordt beslist, zullen geschieden in godvrezendheid en dat alle besluiten zullen dienen tot Gods eer en tot welvaart en veiligheid van het land.”

Tweede Biddag
Nu volgt een oproep tot het houden van een algemene dank- en bededag voor 6 mei 1609. “Het heeft de almachtige Heere God door Zijn grondeloze barmhartigheid behaagd, na een langdurige, bloedige en binnenlandse oorlog van veertig jaren, en tegen aller mensen verwachting in, ons in staat te stellen te besluiten afstand te doen van alle handelingen van vijandschap, zowel te zee als te land, voor de tijd van twaalf jaren.”
“De Heere make ons bekwaam om met behoorlijke dankbaarheid deze grote weldaad van Hem te erkennen.
Wij dienen ook Zijn goddelijke majesteit te bidden, dat wij Zijn heilig Woord aan- nemen en ons daarnaar te richten en om dat te beleven. De Heere were af en make te niet alle listige raadslagen en praktijken(daden) die daartegen door iemand, hetzij heimelijk of in het openbaar, worden ondernomen. Daarom verzoeken wij uwe edele om deze bededag te doen houden.”

Derde Biddag
Naar aanleiding van het einde van het Twaalfjarige Bestand wordt door de Staten-Generaal tot een algemene vasten- en bededag opgeroepen voor 4 augustus 1621. “Wij zijn opnieuw in oorlogstoestand gekomen. De vijand heeft een buitengewoon groot leger en is van plan om onze soevereiniteit af te nemen.
Ook zullen zij proberen ons opnieuw onder hun tirannieke bewind te brengen.”
“Maar vooral is het haar bedoeling om de ware, christelijke godsdienst en de uitoefening van de gereformeerde religie te verdrijven en daarvoor in de plaats het paapse bijgeloof, de afgoderij en de Spaanse inquisitie in te voeren.
Dit wetende, hebben wij besloten om de vijand het hoofd te bieden en om met Gods hulp haar plannen te verijdelen. Eveneens is besloten om prins Maurits met een sterk leger, zowel te paard als te voet, in het veld te zenden.”
“Wij dienen de almachtige Heere God te bidden, dat Hij genadig Zijn toorn van deze landen wil afwenden en haar met Zijn barmhartige ogen wil aanzien om des vijands boze en goddeloze plannen te doen mislukken. En wie op deze bededag niet noodzakelijke arbeid verricht, zal behoren gestraft te worden.”

Uitleiding
Als we deze brieven lezen, moeten we constateren dat er een hemelsbreed verschil is in de relatie tussen kerk en staat in de 17e eeuw en de 21e eeuw.
Van een protestantse overheid is allang geen sprake meer. Nu leven wij in een andere situatie. Kerk en christelijke godsdienst zijn vanuit het centrum naar de marge van de samenleving verdrongen.
In de 21e eeuw worden zowel bid- als dankdag alleen nog gehouden door orthodox-protestantse kerken.
Als bewijs kunnen we enkele ontwikkelingen noemen, met name als het gaat over het ambtsgebed: sinds 1815 werd in het vastgestelde reglement van orde van de Tweede Kamer niet meer over een ambtsgebed gesproken; in 1958 waren er 1058 Nederlandse gemeenten, waarvan in 63 procent het ambtsgebed functioneerde en in 2008 waren er 443 burgerlijke gemeenten, waarvan in 21 procent het ambtsgebed werd gebruikt; als laatste van de provincies besloten in1996 de Provinciale Staten van Noord-Brabant geen ambtsgebed meer te hanteren.
De minister van Binnenlandse Zaken schreef in 2006 aan alle burgerlijke gemeenten, dat het niet in strijd was met de vrijheid van godsdienst, noch met de scheiding van kerk en staat, als een gemeenteraad het ambtsgebed (in sommige gemeenten een eeuwenoude traditie), wilde handhaven of invoeren.
Echter, daadwerkelijk is de betekenis van de religie in de samenleving minimaal geworden.
Hierdoor is de relatie tussen staat en kerk gewijzigd.
Nu reageert de kerk vaak achteraf op gebeurtenissen in de samenleving.
Maar is het niet de hoogste tijd dat dit beleid wordt omgekeerd?
Met de erfenis van Reformatie, Nadere Reformatie en Reveil behoort de kerk meer en meer te staan in een godloze cultuur. Zij behoort met alle wettige middelen zelf aan te geven wat ze voor de samenleving belangrijk vindt. Immers, is het niet de dure roeping van de kerk om haar eigen agenda te bepalen?
Op verzoek van de SGP werden de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 op dinsdag 6 maart gehouden, omdat het woensdag 7 maart de protestantse biddag zou zijn. Zo wilde men voorkomen, dat er een conflict zou ontstaan tussen kerk en staat, omdat een aantal kerkgebouwen gebruikt werd als stembureau.
Dit voorbeeld roept ons op alert te zijn om de resten van protestantisme, in klein en in groter verband, te bewaren en eventueel uit te breiden.
Wie als christen(-protestant) hieraan meewerkt, mag zich bemoedigd weten door wat op sommige kerkzegels staat uit Exodus 3:2b: “en het braambos werd niet verteerd.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 2012

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Biddag: een (h)echte protestantse traditie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 2012

Protestants Nederland | 28 Pagina's