Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitgangspunt is breedte Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitgangspunt is breedte Reformatie

Het Reformatiejubileum van 1617 in de strijd tussen Lutheranen en Gereformeerden - 2

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als begin van de Reformatie werd door velen gezien het moment waarop Luther op 31 oktober 1517 de 95 stellingen aan de deuren van de slotkapel te Wittenberg sloeg. In de aanloop naar het jaar 1617 ontstond zowel aan lutherse als aan gereformeerde zijde de gedachte het 100-jarig jubileum van dit feit op grootste wijze te vieren.1

Tijdens het convent van de protestantse unie – waar lutherse en gereformeerde vorsten en steden elkaar politiek gevonden hadden - dat in het voorjaar van 1617 in Heilbronn bijeenkomt, deed Frederik V het voorstel het begin van de Reformatie op gemeenschappelijke wijze te vieren en God dank te bewijzen voor Luthers reformatorische daad.

Het ligt voor de hand ervan uit tegaan dat het idee niet van Frederik zelf maar van zijn theologen komt. Omdat het moment van 31 oktober 1517 voor Lutheranen en gereformeerden als een soort startpunt van hun kerkgeschiedenis werd gezien, was de hoop dat een gemeenschappelijke viering van dit vertrekpunt tot meer onderling begrip en tot een einde van heftige polemiek zou leiden. Resultaat van het voostel was het besluit dat op 2 november 1617 in alle kerken dankzegging plaats zou vinden en er een gebed als herinnering aan Luthers daad uitgesproken zou worden.

Vrijwel tegelijkertijd, maar, zoals het lijkt, onafhankelijk daarvan richtte zich de theologische faculteit van Wittenberg tot keurvorst Johann Georg met het verzoek een dankfeest te organiseren. Hier echter wilde men deelname beperken tot allen die met de Formula Concordiae instemmen en de duidelijke bedoeling daarvan was de gereformeerden van de festiviteiten uit te sluiten.2

Negatief geoordeeld

Over het motief van Frederik V is over het algemeen negatief geoordeeld. De visie is namelijk dat het eeuwfeest van de Reformatie een uitvinding was van Frederik V met als enig doel goodwill bij de lutherse vorsten en theologen te kweken. Frederik namelijk was degene die als eerste wees op het belang van het aanslaan van Luthers stellingen in 1517 voor de Reformatie en op de 100e verjaardag van deze gebeurtenis.3

Niet alleen latere onderzoekers4, ook tijdgenoten hadden al het vermoeden dat Frederik het jubileum wilde gebruiken om zijn eigen confessionele positie te verdedigen.5 Hoewel dit motief zeker een belangrijke rol gespeeld zal hebben en ook paste binnen het irenische beleid zoals dat vanuit de Palts gevoerd werd, bestaat er geen bewijs voor dat dit het enige motief is geweest en er is dus geen bewijs dat er geen religieuze beweegreden voor deze actie is geweest.

Kortom, grond voor de beschuldiging van onoprechtheid bestaat er vanuit de stukken niet. Tegelijk is het uit de bronnen rondom deze herdenking wel duidelijk dat het ook de Lutheranen niet alleen om de herdenking van Luthers daad ging, maar dat zij tegenover de katholieke partijen, die druk met een vrij succesvolle tegen-reformatie bezig waren, wilden laten zien dat zij een front van eenheid vormden en daardoor krachtig verweer konden bieden.6

Abraham Scultetus

Eén van de argumenten om bij het voorstel vanuit de Palts niet alleen aan politiek voordeel te denken, is dat Abraham Scultetus al op 1 januari 1617 een preek hield om bij Luthers Thesenanschlag stil te staan.7 Dus los van elk overleg met de politieke partners en nog voordat er elders plannen voor een grotere viering zijn, werd er aan het begin van het jubileumjaar in Heidelberg stilgestaan bij de herdenking van de Reformatie.

Deze nieuwjaarspreek van Scultetus richtte zich inhoudelijk niet op een overeenkomst tussen gereformeerden en luthersen. In feite is de preek een historisch exposé waarin met name uiteengezet wordt welke theologen aan de Reformatie hebben meegewerkt en in welke gebieden de Reformatie gestalte heeft gekregen. Het accent ligt daarbij op het optreden van de verschillende vorsten die tegen het beleid van keizer en paus in tot hervormingen overgingen.

Wat de lijst van theologen betreft besteedde Scultetus vanzelfsprekend veel aandacht aan Luther, en werd Calvijn slechts één keer genoemd als een reformator te midden van andere.8 Scultetus trok in de preek de parallel tussen de wijze waarop Christus de wereld heeft gereformeerd toen Hij hier op aarde was, en hoe Hij dat bijna 1600 jaar later via Luther weer had gedaan.

Christus heeft de wereld de eerste keer niet gereformeerd via de Schriftgeleerden maar via eenvoudige apostelen, zo heeft Hij het in 1517 ook niet gedaan via kardinalen en de paus, maar via een monnik Luther, een niet-theoloog als Melanchthon en eenvoudige priesters als Zwingli en Oecolampadius.9

Met deze voorstelling van zaken droeg Scultetus bij aan de mythe-vorming als zouden de reformatoren slechts eenvoudige geestelijken zijn geweest. Tegelijk echter verwoordde hij dat de Duitse gereformeerde theologen zich nadrukkelijk op Duitssprekende reformatoren beriepen en niet op ‘buitenlanders’ als Calvijn.

Heidelberg

Volgens afspraak vond ook in Heidelberg de viering van het Reformatiejubileum op 2 november plaats.10 De dag daarvoor had er aan de universiteit al een disputatie plaatsgevonden waarbij 237 stellingen die Pareus had opgesteld als uitgangspunt dienden. De stellingen zijn in feite 237 argumenten voor het breken in 1517 met de pauselijke kerk.11

De preek die Scultetus op diezelfde dag in de Heilige Geist Kirche hield, had als uitgangspunt de geschiedenis van de reformatie onder koning Josia, zoals deze in 2 Koningen 23 beschreven staat.12 Evenals in zijn nieuwjaarspreek is er sprake van een parallel. De toestand die Josia aantrof en de maatregelen die hij tot reformatie nam waren volgens Scultetus vrijwel gelijk aan hetgeen voor en na 1517 gebeurde.

De gepubliceerde preek bestaat uit twee delen en wordt voorafgegaan door een overzicht van alle vorsten en gebieden in Europa die in het jaar 1617 tot het protestantisme behoorden.13 Het eerste deel van de preek is een beschrijving van alles wat er voor de Reformatie in de kerk volgens Scultetus aan misstanden bestond.

Voor Scultetus werd deze periode gekenmerkt door een goddeloos leven en een troosteloos sterven, 14 ook al heeft hij er oog voor dat er vele uitzonderingen waren. Het tweede deel beschrijft, ` hoe het op dit moment gesteld is met de evangelische kerk, die Christus alleen als haar Hoofd erkent en begeert alleen door Hem geregeerd te worden.’15 Al vrij snel spitste Scultetus dit tweede deel van de preek toe op de situatie tussen gereformeerden en Lutheranen.

De vraag die Scultetus heeft is, hoe nu met de Lutherse broeders om te gaan, want, ‘zij zijn onze broeders, of zij dat nu willen of niet.’16 Jezus zegt dat als je een broeder ziet zondigen, je voor hem moet bidden. Dat geldt ook voor ons en daarom moeten we niet schelden en veroordelen maar voor de anderen bidden, want geloof en inzicht zijn gaven van God. Dat dit inderdaad helpt is al bewezen.

Konkordienboek

Het Konkordienboek bestaat nu 37 jaar, zegt Scultetus en destijds waren in Duitsland alleen Bremen en Neustadt an der Hardt plaatsen waar men openlijk kon disputeren tegen de ubiquiteitsleer en de daarmee verbonden visie op het avondmaal. Wie had er toen verwacht dat er binnen enkele jaren zoveel gebieden waren waar deze leer terzijde gesteld zou worden, vraagt Scultetus retorisch zijn hoorders.

Als antwoord geeft hij een overzicht van die gebieden en de jaartallen waarin zij ervoor kozen de Formula Concordia af te zweren en over te gaan tot de ` gereformeerde religie’.17 Als God dit allemaal al gedaan heeft, waarom zouden wij niet geloven dat Hij nog meer luthersen tot inzicht brengt?18

In het gebed na de preek bidt Scultetus niet voor de Lutheranen maar voor alle protestanten, als hij zegt: “Verleen alle evangelischen de genade om onder elkaar één te zijn, zoals U en Uw Zoon ook één zijn. Opdat U niet vanwege hun innerlijke onenigheid en scheiding, het rijk der genade van hen wegneemt om het aan anderen te geven die daarmee betere vruchten voortbrengen.”19

Scultetus dringt aan op eenheid, juist ook omdat de interne verdeeldheid één van de wezenlijke kritiekpunten van de kant van Rome is.20

Op 3 november houdt Heinrich Alting in de universiteit nog een openbare toespraak waarin hij beschrijft hoe ellendig de kerk van Rome er aan toe was en hoe dankbaar men mag zijn dat een eeuw geleden de kerk door de Reformatie weer hersteld is.21 Het feest eindigt vervolgens op 4 november met een lied van Simon Stenius dat hij voor deze gelegenheid gemaakt had en in een academische samenkomst voordroeg. Het is een lied, waarin bezongen wordt hoe de kerk verlost is van de Roomse antichrist.22

Opvallend in dit lied is dat Stenius de reformatie bij Zwingli laat beginnen en Luther op de tweede plaats komt, hoewel het lied verder wel hoofdzakelijk Luthers bijdrage bezingt. In Heidelberg wil men zich niet op één persoon vastleggen, maar de breedte van de Reformatie als uitgangspunt nemen.

prof. dr. H.J. Selderhuis te Hasselt


1 Zie: Benrath, Reformierte Kirchengeschichtsschreibung 37-46; Ruth Kastner, Geistlicher Rauffhandel-Illustrierte Flugblätter zum Reformationsjubiläum 1617, Frankfurt am Main 1982.

2 Kastner, Rauffhandel 27-28.

3 Hans-Juergen Schoenstadt, Antichrist, Weltheilsgeschehen und Gottes Werkzeug –Römische Kirche, Reformation und Luther im Spiegel des Reformationsjubiläums 1617, Wiesbaden 1978, 10-85; Idem, Das Reformationsjubilaeum 1617-Geschichtliche Herkunft und Praegung, in: Georg Schwaiger (Hrg.) Reformationsjubilaeen, ( ZKG 93. Band 1982/1), 5-57.

4 ‘…, wollte der Kurfuerst mit seinen Bemuehungen um eine gemeinsame Jubilaeumsfeier vor allem den Anspruch der deutschen Reformierten auf die gleichen Rechte unterstreichen…’., Schoenstadt, Reformationsjubilaeum 6. De redenering van Schönstadt is merkwaardig, want uit de reactie van de lutherse deelnemers op het voorstel waarin zij het vermoeden uitspreken dat Frederik eigenlijk iets anders bedoelt dan een dankzegging, concludeert Schönstadt dat Frederik, ` mehr im Schilde führte, als nur zu einem religiös motivierten Gedächtnis der Reformation anzuregen…’, Schönstadt, Antichrist 13. Het vermoeden van Lutherse zijde kan in de confessionele situatie niet de basis zijn voor een conclusie over de bedoeling van gereformeerde zijde.

5 De lutherse partners in de Protestantse unie vermoeden, `… das under dem gemainen gebett als einer consonantz der Lutherischen und anderen Kirchen, sonderlich mit restringirung der theseo und antitheseos etwas anderes gesucht werde’, gecit. bij Schönstädt, 7.

6 Kastner, Raufhandel 29

7 Newe Jahrs Predigt: Das ist/ Historischer Bericht/ wie wunderbarlich Gott der HERR die verschienene hundert Jahr seine Kirche reformirt/ und biß daher erhalten. Heidelberg 1617. Eveneens uitgegeven in de Duitse vertaling van het eerste deel van Scultetus’ geschiedenis van de Reformatie ` Historischer Bericht, Frankfurt 1618, 263-294.

8 Newjahrspredigt, in Historischer Bericht 272.

9 ` Vor hundert Jahren/ als Christus eine newe Reformation wolte anstellen/ brauchte er nicht darzu ansehnliche Cardinäl/ Bischoffe oder Praelaten/ sondern Martinum Lutherum, einen Augustiner Münch/ Philippum Melanchthonem, der Griechischen sprache Professorem in der Wittenbergischen schule/ und zween schlechte Priester/ Ulricum Zwinglium, und Johannem Oecolampadium.’, Newjahrspredigt 267.

10 Schönstadt, Antichrist 36-38, geeft een samenvatting van Benraths overzicht en kan slechts tot de conclusie komen dat het feest in Heidelberg gekenmerkt werd door polemiek met Rome en dat de Reformatie en Luther vooral vanuit dogmatische aspecten werden beoordeeld. 38

11 De stellingen zijn opgenomen in de bundel die in 1618 werd uitgegeven met daarin de teksten die tijdens de jubileumbijeenkomsten zijn uitgesproken inclusief een Latijnse vertaling van de preek die Scultetus op 2 november 1617 heeft gehouden. Iubilaeus Academicus de Doctrina Evangelii centum ab hinc annis, a tenebris Rom. Papatus in lucem revocari: Ecclesiaq. A sordibus ejusdem repurgari coepta. Celebratus in Academia Archi-Palatina Heidelbergensi. Heidelberg 1618.

12 `Evangelische Jubeljahrspredigt: zu Heydelberg den 2. Novembris anno 1617. in der Kirchen zum h. Geist gehalten. Durch Abraham Scultetum. De preek is als appendix toegevoegd aan de reeds genoemde Duitse vertaling van Scultetus’ reformatiegeschiedenis, Historischer Bericht 295-342.

13 Jubeljahrspredigt 299-302.

14 ` Wie nun das leben gottloß/ also ist der tod trostloß gewesen.’, Jubeljahrspredigt 318.

15 Jubeljahrspredigt 307.

16 Jubeljahrspredigt 332-333.

17 ` so zu der reformirten religion getretten.’, Jubeljahrspredigt 336

18 Jubeljahrspredigt 337.

19 Jubeljahrspredigt 341.

20 Van katholieke zijde wordt in reactie op de Lutherfestiviteiten ook de spot gedreven met de verdeeldheid binnen het protestantse kamp. In één van die werken, ` Drey lustige Gespräch/ Vom Lutherischen Iubeljar , Ingolstadt 1618’ wordt afzonderlijk op de rede van Scultetus ingegaan. Die verdeeldheid werd zichtbaar gemaakt door het geschrift van de lutherse theoloog Matthias Hoe die een hartelijke waarschuwing tegen de preek van Scultetus laat uitgaan: Trewhertzige Warnung für der JubelfestsPredigt/ so im vergangenen Jahr den 2. Novembr. Zu Heydelberg/ von Abraham Sculteto, Churfürstl. Pfältzischen Hofe-Prediger daselbst gehalten/ Darinnen irrige Lehr von den Sacramenten fürgebracht/ Zwinglij Lehr für das reine und klare Evangelium ausgegeben/ die Augspurgische Confession, und das Christliche Concordienbuch/ schmählich angetastet/ Des löblichsten Churfürstens zu Sachsen/ Herren Christiani des Ersten/ Christseligster gedechtniß/ zur höchsten ungebühr erwehnet/ und die Calvinische Religion/ umb der weiten/ und schnellen ausbreitung willen/ auffs höchste gerühmet und gepreiset wird. Leipzig 1618.

21 De rede is weergegeven in Iubilaeus Academicus, 46-68.

22 Iubilaeus Academicus, 69-80. 23 ` Hinc proavos nostros Babylonide cedere iussit, Zwinglius Helvetius primum, dein Saxo Lutherus,...’, Iubilaeus 69.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2012

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Uitgangspunt is breedte Reformatie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2012

Protestants Nederland | 36 Pagina's