Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De passieglazen in de Van der Vormkapel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De passieglazen in de Van der Vormkapel

Motieven voor het behoud van religieuze kunst van de 16e tot de 20e eeuw

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie ooit een bezoek heeft gebracht aan de Goudse Sint-Jan zal de kleine kapel, opgetrokken in bruine baksteen aan de oostkant van de kerk niet zijn ontgaan. Dit gebouwtje, duidelijk van veel later datum dan de kerk zelf, doet volgens sommigen afbreuk aan het zicht op het koor van de kerk en zou daarom misplaatst zijn. Hoewel hiervoor iets te zeggen valt, staat daar wel tegenover dat deze kapel sinds 1934 het onderkomen vormt van zeven gebrandschilderde ramen uit de 16e eeuw die artistiek gezien niet onderdoen voor de andere glazen waaraan de Goudse Sint-Jan haar bekendheid dankt.

Hoe deze glazen uiteindelijk via de Goudse Sint-Jan in deze kapel terechtgekomen zijn, is bezien vanuit het oogpunt van conservering van dit breekbare erfgoed uitzonderlijk. Curieus is die geschiedenis ook bezien vanuit de relatie tussen reformatie en kerkelijke religieuze kunst. Die blijkt ruimer te zijn dan men wellicht zou veronderstellen. Op beide aspecten ga ik hierna wat nader in.
De ramen waar het hier om gaat, vormen thematisch een eenheid. Ze stellen scènes uit het Lijden en de Opstanding van Christus voor, te beginnen met de Gevangenneming, vervolgens De Bespotting, Jezus door Pilatus getoond, (zie afb. 1) De Kruisdraging, De Opstanding, De Hemelvaart en eindigend met de Uitstorting van de Heilige Geest.
Hoewel ze stammen uit het atelier van de glazeniers Dirck en Wouter Crabeth en uit dezelfde tijd dateren als de vroegste glazen in de Sint-Jan, waren ze in eerste instantie niet bedoeld voor de wederopbouw van de Sint-Jan na de brand van 1552.
Ze waren bestemd voor de kapel van het klooster van de regulieren van Stein toen dezen in 1549 binnen de stadsmuren een nieuw onderkomen vonden in het slecht florerende Brigittenklooster aan de Raam. Maar aan hun verblijf in dit verbouwde klooster kwam na twintig jaren al een eind vanwege het uitbreken van de Opstand.
Gouda koos de kant van de prins en nog voor1573 verlieten de regulieren hun klooster, de kapel werd veranderd in een scheepstimmerwerf. In 1580 besloot de Goudse vroedschap de kapel voor afbraak te verkopen, waarbij de glazen echter eigendom van het stadbestuur bleven.

Besluit om de glazen te redden
De reden dat het stadsbestuur besloot deze glazen te redden, heeft te maken met de stand van zaken rond de Sint-Jan. Op dat moment, 1580, was het beglazingsproject van de kerk als gevolg van de politiek-religieuze onrust stil komen te liggen - zelfs het koor met glazen over het leven van Johannes en Jezus was nog niet klaar.
Er waren nog lege, blanco vensters en doordat het thema van deze passieglazen mooi aansloot op de al geplaatste glazenreeks in het koor, werden ze bestemd voor de Sint-Jan. Daar zijn ze in 1581 inderdaad geplaatst, verdeeld over twee vensters (zie afb. 2).
Anders gezegd, met een overbrenging naar de Sint-Janskerk werd de beglazing op een efficiënte en iconografisch gezien op een harmonieuze wijze zonder veel kosten en zonder een op dat moment waarschijnlijk moeizame zoektocht naar sponsors in één klap een stuk verder gebracht.
Dit lijkt een aannemelijke gang van zaken te zijn geweest. Maar als het gaat om ‘monumentenzorg’ in de 16e eeuw, speelt dan bij dergelijke beslissingen in die tijd ook het motief mee dat contemporaine kunstwerken – hier dus gebrandschilderde ramen van zo’n dertig jaar oud - vanwege hun artistieke waarde conservering verdienen?
Anders gezegd, zou het stadbestuur óók tot hun behoud hebben besloten wanneer de mogelijkheid tot plaatsing in de Sint-Jan zich niet zou hebben voorgedaan? Als men kijkt naar de waardering van de cartons van de glazen en wat er van hun conserveringsgeschiedenis bekend is, dan speelt deze factor een ondergeschikte rol.

Zorgvuldig uitgewerkte tekeningen
Deze zorgvuldig uitgewerkte tekeningen ter grootte van de glazen zijn lange tijd alleen maar bewaard vanwege hun praktische betekenis, terwijl ze nu juist vooral als artistieke scheppingen van grote schoonheid worden bewonderd en daarom ook geconserveerd.
Het veronderstellen in die tijd van een waardering van kunst in de eerste plaats vanuit intrinsieke kwaliteiten zonder morele, didactische of utilitaristische maatstaven lijkt een moderne projectie. Waarschijnlijk is de redding van de regulierenglazen daarom eerder te danken aan de specifieke omstandigheden dan aan een principiële keus gebaseerd op overwegingen van artistieke aard.
Die beslissing van 1580 illustreert ook nog iets anders, namelijk de houding van de reformatie ten opzichte van kerkelijke kunst. Toen in 1572 Gouda de kant van de opstand koos, betekende dit dat de Sint- Jan voortaan ook bestemd zou zijn voor protestantse eredienst.
Dat men bij de herinrichting van deze kerk de al aanwezige religieuze glazen ongemoeid heeft gelaten, is begrijpelijk. Maar in 1580 zetten het stadsbestuur en de kerkmeesters duidelijk een verdere stap: kennelijk zag men er geen probleem in om bijna tien jaar na de overgang een aantal glazen over het Lijden van Christus in de inmiddels protestantse kerk een plek te geven.
Kennelijk is de houding na de reformatie ten opzichte van kerkelijke kunst minder gesloten geweest dan men gewoonlijk denkt. Een inperking in die ruimte is er wel geweest, maar die kwam voor de Sint-Jan later, en dan ook gematigd: na 1618 werd in enkele glazen de afbeelding van God de Vader uit de glazen verwijderd.

Een kunsthistorisch motief
De overplaatsing van de regulierenglazen in 1934 naar de Van der Vormkapel heeft, anders dan in 1580, wel een kunsthistorisch motief. Ze zijn daar weer na restauratie in hun oorspronkelijke staat teruggebracht. Dat ze daar nu nog steeds te bewonderen zijn, is het gevolg van een aantal beslissingen die interessant zijn omdat ze inzicht geven in de achterliggende mentaliteit in de omgang met dit breekbaar erfgoed.
Tot slot. Recent, nieuw onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van deze kapelglazen heeft aan het licht gebracht dat voor de beglazing van de regulierenkapel een eerder ontwerp is gemaakt dat wel bewaard is gebleven, maar nooit is uitgevoerd.
Dat heeft geleid tot het uitgeven van een boekje waarin de geschiedenis van de Regulierenglazen, inclusief de beschrijving van dat eerste ontwerp tot en met hun overbrenging naar de Van der Vormkapel, wordt beschreven: Breekbaar erfgoed. De glazen in de Goudse Van der Vormkapel.
Op 1 maart wordt het gepresenteerd en de verschijning ervan gaat samen met een kleine expositie van de cartons van de kapelglazen in Museum GoudA in combinatie met enkele lezingen in de Sint-Janskerk. De expositie loopt tot 1 mei. Voor nadere informatie zie www.sintjan.com en www.museumgouda.nl/.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's

De passieglazen in de Van der Vormkapel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's